Misschien wilt gij, na al de herinneringen aan het bloedig
oorlogsspel en na ’t aanschouwen van al die voorbereidingen tot
den krijg, wel eens een’ indruk ontvangen van de kalmste kalmte
en van de rüstigste rust? Zoek dan in de ons reeds bekende
St. C a t h a r i n a s t r a a t het oude kerkje op, dat tegenwoordig
door de Waalsche gemeente wordt gebruikt. Daar naast vindt
gij een poortje, en als gij dit zijt binnen gegaan, dan voert u
een gang naar een plein, met tuintjes in het midden en huisjes
er om heen en een kerkje aan het eind. Dat dit kerkje „hoofd-
zakelijk naar de Ionische orde” is gebouwd, möge de architect,
die t ontwierp, en de Waterstaat, die toezag, verantwoorden. Die
//Ionische orde past in dit echt oud-hollandsch Bagijnhofje even
goed, als een nieuwerwetsch hoedje op het eerwaardig hoofd der
stemmige Bagijntjes zou voegen. Maar in den jare 1836 nam
men dat zoo naauw niet, en in dien zelfden tijd, waarin Breda
met meer dan een nieuwe kerk werd verrijkt, schijnt een manie
voor den Griekschen bouwstijl te hebben geheerscht. Het hofje
dagteekent uit den tijd van graaf Hendrik; ’t werd hier in 1551
gebouwd in plaats van het oude, dat reeds in 1240 moet zijn
gesticht, en wie weet hoe menigmaal het smakelijk geregt,
waarvan de bewoonsters ’t recept hebben, de hooge Heeren en
Vrouwen op den bürgt en de graven en gravinnen van Nassau
en de prinsen en priusessen van Oranje heeft verkwikt, gelijk
het nog jaar op jaar in het burgemeesterlijk gezin wordt ge-
noten. Wie zou/ t ook niet gaarne uit zulke handen ontvangen!
Hoe keurig netjes,, hoe kraakzindelijk is alles, wat wij zien —
de straat met klinkers, de kamers met blinkende matjes en smettelooze
muren, de zusters zelven met hun heldere witte doeken! __
En welk een vrede heerscht hier in de stille piek, waar men ’t
zou vergeten, dat daar buiten een woelige wereld is met arbeid
en strijd, met eerzucht en hartstogten, met liefde en haat —
een vrede, die eerst weldadig aandoet, die eindigt met te druk-
ken en te benaauwen. Wij zouden ’t in een Bagijnhofje niet
lang uithouden. Trouwens, wij weten ook niet, wat vuur ook
hier welligt onder dat kalme uiterlijk gloeit, hoezeer misschien
die kleine wereld een miniatuurbeeld van de groote wereld daar
buiten is.
Op de markt Staat het stadhuis, met een’ deftigen gevel van
1776 en een aantal vertrekken, waarin men de portretten onzer
stadhouders en hunner-gemalinnen kan zien. Yoorts prijkt er
een groote iep, met ommuurden voet. In 1793 stond er ook de
,/vrijheidsboom” , waaromheen de generaal Dumo r i e z met zijn
staf ten aanschouwe der burgers en burgeressen danste, en daar-
naast de galg voor den soldaat der //bevrijders” , die op ’t punt
van vrijheid om te plünderen wat al te liberaal mögt denken.
’sAvonds klinken hier de toonen der militaire muziek en als ’t
marktdag i s , dan is het plein gevuld met blaauwkielen en lange
mantels, met groote karren, met vee en pluimgedierte, met tuin-
en veldvrucbten, met kaas en boter, met allerlei koopwaar, naar
marktdags wijs.
Breda heeft goede huizennet te winkels, enkele fraaije,oude
trapgeveltjes, maar overigens geen gebouwen van bijzondere be-
langrijkheid. Ook het groote, grijs gepleisterde bisschoppelijke
paleis maakt weinig vertooning. Met eenige opmerkzaamheid en
met behülp"eener kaart is de oude, ronde vorm der stad voor
de uitlegging door graaf Hendrik nog zeer goed na te gaan, al
is er van de hooge steenen muren met gewelv'en en van de sterke
torens ook geeli spoor meer over, evenmin als van den tweeden
ringmuur, die van het Gi n n e k e n e i n d e tot het G a s t h u i s
ein de den hoofd wal beschermde. Als wij op weg naar het Ma s t b
os ch de lange G i n n e k e n s t r a a t door gaan, dan zien wij
ongeveer halverwege op de brug nog den loop der voormalige
.. stadsgracht. Wat verder ligt, behoorde vöör 1534 tot de voor-
stad en het fraaije, spitse torentje, daar ginds aan de straat, is
het overblijfsel van de parochiekerk van het G i n n e k e n e i n d e
buiten de muren.