Met Joachim stierf ook de tweede tak der Heeren van Wisch
in de mannelijke lijn uit. Zijn zuster E rmg a r d bragt de halve
hoogheid met het kasteel aan den bannerheer van B r o n k h o r s t ,
den grave van L im b u r g S t i r u m . Later viel zij door erfenis
aan prinsen van P r u i s e n , om vervolgens in ’t bezit te körnen
van degeslachten S t e e n g r a c h t , Na g e l en S c h u i j l e n b u r g .
De hoofdzetel der heeren van d en B e rg , met het nog altijd
aanzieulijke slot en den daarbijgelegen Mont fer landschen berg,
behoort tot de bezienswaardige plaatsen in den Achterhoek. Maar
de tijd ontbreekt ons, om ditmaal daar een bezoek te brengen.
Liever wenden wij ons naar den anderen kant, waar de P a a sch berg
— de overoude offerplaats — van zijn begroeide hoogte
een heerlijk uitzigt geeft te genieten over de frissche weiden,
waardoor de IJsel stroomt, op het blinkende zeil van het vreed-
zaam voortdrijvende scheepje, op de donkere bosschen, waaruit
de torens van Wisch te voorschijn treden en waarboven de spitsen
van Terborg zieh even verhelfen, op de Montferlandsche heuvelen
in de verte, op den toren van Silvolde en de geele muren van
den Schuijlenburg in het krachtig eikenhout, terwijl akker-
maalsboschjes en berken den voorgrond versieren. De uitspanning
aan den voet van den heuvel wordt dan oök druk bezocht. Onder
de zware iepen, of aan de kegelbaan, of in de paden längs de
helling, tusschen de slanke stammen der acacia’s , laten burgers
en burgeressen van Terborg, laten ook vreemdelingen zieh menig-
maal vinden. Is de Paaschberg alzoo geen plaats van godsvereering
meer, hij is althans een piek van veelvuldig genot. En dat was hij
zeker niet, toeii hij tot gerigtsplaats der bannerij was yernederd.
Beneden den heuvel loopt een schoone beukenlaan, die na
eenigen tijd in een’ open landweg overgaat en ons, te midden
van weiden en akkers, naar een brug over een snelvlietend beekje
leidt. Daar vinden wij wederom een laan van kloeke beuken en
een boschplein, waarop het pad naar S i l v o l d e en de oprijlaan
van den S c h u i j l e n b u r g uitkomen. Dit thans onbewooude huis
heeft een fraaije ligging aan den zoom van groote weiden en statige
bosschen. Het pronkt met twee achtkante torens op de hoeken en
een’ vierkanten toren uit het dak, terwijl de ruime stalgebonwen
daarnaast door een’ muur met een poort er aan verbonden zijn.
’t Is evenwel niet meer het oude stamslot van het geslacht, dat
er zijn’ naam aan ontleent en waaraan het nu weer behoort, na
een eigendom der Heeren Wisch, van den hertog van Cleve en
van de Staten van Gelderland te zijn geweest. Vroeger een vaste
bürgt, waard om in 1528 door de staten met een vendel knechten
bezet en door den Admirant van Arragon vermeesterd te worden,
is het sedert een deftig heerenhuis geworden, dat zieh ouder
voordoet dan het is, want zijn- hoektorens zijn nog geen halve
eeuw oud. In een’ daarvan is tegenwoordig de ingang, terwijl de
oude vestibule nog te herkennen is door den marmeren vloer en
het fraaije stucadoorwerk van de zaal, die het middelgedeelte
van het front inneemt. Het oude beschot- en .schilderwerk, dat
wij er thans vinden staan, is afkoinstig van het gesloopte huis
S in de re n. Aan de voorzijde van het huis liggen, behalve de
torens en de groote trap, een viertal kamers. De achterzijde wordt,
beslagen door de zaal en twee kleinere vertrekken. Op de boven-
verdieping loopt een lange dwarsgang over de geheele breedte
van het huis, waarop een aantal kamers uitkomen. Beneden zijn
de kelders en keukens, en van het plat, waaruit de vierkante
toren oprijst, overziet het oog een uitgestrekt boschrijk en vrucht-
baar landschap, met de kerktorens van S i l v o l d e , U l f t , Gen-
d e r i u g e n , An h o l t , E t t e n en T e r b o r g , met de bosschen
van het vroegere kasteel Z w a n e n b u r g , thans een klooster, en
de Montferlandsche hoogten in ’t verschiet.
Nu wij zoo digt bij Silvolde zijn, — door het eikenboschje
bij den ingang der Schuijlenburgsche laan leidt een pad in een
paar minuten er heen, — willen wij toch even dit dorp in oogen-
schouw nemen. Lang behoeft het ons niet op te houden. Zeer
opwekkend ziet het er niet uit. Er is een dorpsstraat, met vrij
wel aaneengesloten huizen bebouwd en met keijen bevloerd. Er