van een der boiwerken gebeiteld. De opschriften vermelden de
namen der gesneuvelden en verkondigen voorts, „dat het denkbeeid
om dit monument op te rigten uitging van Z. M. Wi l l
em I I I , den trouwen tolk van het edelst gevoel des volks” ,
„dat koning L e o p o l d II het gebeente terug gaf” — |d a t
komng Wi l l em ’t liet overbrengen” — „dat het gedenkteeken
gesticht is op kosten van koning, prinsen en volk” . — Bronzen
fakkels. en kransen, immortellen en kruisen van verschillende
ridderorden, zinnebeeiden van den onvergankelijken roem dier
dooden, versieren de grafzuil, die op 30 November 1874 door
den koning zelven werd onthuld. Eigenaardig is het, dat de
heldhaftige verdedigers der citadel hier een rustpaats vonden,
waar reeds meer dan een hunner officieren, als S e e l i g , de
Boer -en van De v e n t e r , waren begraven en in 1849 ook de
opperbevelhebber zelf, generaal Cha s s e , was bijgezet. Achter
de kerk, nabij den muur, vinden wij de eenvoudige zerk,waarop
zijn naam en wapen zijn graf aanwijst. De dag, tot de onthul-
ling gekozen, was die, waarop voor 42 jaar het eerste kanonschot
uit de vesting was gelost.
Het muurwerk en de zware toreu der kerk getuigen van vrij
hoogen ouderdom. Men vindt vermeld, dat in 1316 de kerk
van Ul v e n h o u t , tot dusver onder die van G il s e behoorende,
tot een parochiekerk verheven werd. In dien tijd zal dus wel de
stichting van het ruime gebouw moeten worden gesteld. Dat
Ul venhout — zooals Ginneken vroeger heette —- toen reeds een
niet onbelangrijke plagts was, schijnt wel te blijken uit het aanzien •
van den fraaijen en grooten tempel. Met het slot, thans een
boerderij, maakte ’t een afzonderlijke heerlijkheid uit, aan Breda
leenroerig. De oude naam wordt nog door een gehucht in de
nabijheid gedragen.
Toen S p i n o l a Breda belegerde, werd het kerkgebouw door
hem tot een magazijn van levensmiddelen gebruikt en prins
Ma u r i t s had door een’ spion er den brand in laten steken, in
de hoop, dat de vijand door gebrek genoodzaakt zou worden
t beleg op te breken. Maar al ging er een belangrijke voorraad