HBT HUIS WISCH.
stand. De eigenaars der oude bannerijen namen onder de gewone
Ridderschap zitting, na eenige zwakke pogingen om zieh op
hun vorige plaats te handhaven.
De wagen heeft ons gebragt tot aan den ingang' van het
stedeken Terborg, dat hoofdzakelijk uit eene vrij lauge straat be-
staat en ons niet veel bezienswaardigs aanbiedt. Een’ eigen naam
heeft het eigenlijk niet. Het is het plaatsje ,/bij den bürgt” en
min of meer vreemd. is ’t , wanneer later het kasteel weer naar
het stadje „het hof ter Borch” werd genoemd. De bürgt heet
Wi s c h , evenals de bannerij. Misschien behoorde in overouden
tijd de latere „hoogheid Wisch” tot de mark S i 1 v o 1 d e. Het stadje
kan zijn opkomst rekenen van het jaar 1382, toen H e n d r i k van
Wi s c h de kapel aldaar van de moederkerk te Et t e n scheidde.
Zien wij Terborg met zijn torenspitsen in het groen, wanneer
wij afstappen aan het logement op den hoek van den straatweg
naar S i l v o l d e , wij hebben tevens het gezigt ophetbosch, dat
het kasteel omringt en dat nagenoeg aan de tuinen van het stedeken
paalt. Een grintweg längs den houten molen en aan den
voet van den P a a s c h b e r g brengt ons in een laan van jonge
beuken, straks in een allee van hoog en zwaar h o u t, en aan het
hek in het rasterwerk, waardoor het slotplein van den weg wordt
gescheiden. Hier groeit een schat van prächtige eiken rondom
een uitgestrekt terrein, met breede paden en groote grasperken,
aan twee zijden door gebouwen afgesloten. Yoor ons ligt hetgeel
gepleisterde heerenhnis van twee verdiepingen, met een uitbouw-
sel naast den hoofdingang. Dit gedeelte is tamelijk nieuw, of
althans, zoo het mnurwerk al van oude dagteekening mag zijn,
geheel gemodernizeerd. Het klokvormige, in een’ koepel eindi-
gende dak van een’ ronden, witten toren aan den achtergevel,
steekt boven de hooge leijen daken uit. Ouder van voorkomen
is- de zeer lange zijvleugel, ten deele door trotsche linden be-
schaduwd, waarin de stallingen zijn en die op den hoek in
een’ zwaren Vierkanten toren eindigt. Deze beide torens, vooral
de laatste, zijn verbazend dik van muren en behooren blijkbaar
tot het bouwwerk uit den tijd, toen Wisch zieh ter verdediging
V. 21