voor zestien paarden bevatten. Ook deze vleugels zijn door een
z/laube” van pijlers, met een’ hoofdingang, vereenigd. De paarden-
stallen zijn inwendig met tegels bekleed, tuigkamers en koets-
huis met hout beschoten. Van dezen kant gezien, vertoont zieh
de deftige achtergevel van het kasteel uitnemend günstig. Zware
beuken, met laag neerhangehde, breed uitgeslagen takken, prächtige
eiken met vorstelijke krooneu, op en rondom een uitgestrekt
plein verspreid, vormen een treffend schoon geheel met het sta-
tige gebouw, en met juisten tact is voor den trap van het ter-
ras een ouderwetsch bloemperk aangelegd. Hadden wij op onze
omzwervingen overvloedjg gelegenheid op te merken, hoe de
tuinmanskunst ten onzent op weg is om terug te keeren tot de
oude stijve en regelmatige figuren, zonder het grootsche en zon-
der de overeenstemming met de gebouwen, waarin het schoone
en indrukwekkende van den zoogenaamden Frausehen aanleg gelegen
was, hier is het „architectonisch” bloemperk volkomen op
zijne plaats. Onwillekeurig stofFeren wij den omtrek van dit
kasteel met de groepjes, die onze R o c h u s s e n zoo onnavolg-
baar weet te tooveren op zijn doek en ’t zou ons naauwelijks
verbazen, als wij zwierige heeren met allongepruiken en beval-
lige markiezinnen uit de dagen van L o u i s XIV zagen rond-
wandelen over het plein en nederzitten onder de boomen.
Misschien geeft deze illusie een weinigje kritiek. Het schoone
kasteel van O u d -Wa s s e n a e r verplaatst ons minder in het eind
der 19lVe, dan in het eind der 17de eeuw. Wij zägen daar binnen
veel hoogst verdienstelijk werk. Maar ’t blijve een’ leek in
het vak veroorloofd, bescheidenlijk te vragen, of terugkeer tot
oude vormeu het hoogste ideaal mag worden genoemd en of
niet, bij behoud van goede en gezonde beginselen in bouwkunst
en ornamentiek, onze tijd met zijn eigenaardig leven ook zijne
eigene eischen stelt aan wie woningen oprigt en versiert voor de
edelen en aanzienlijken dezer eeuw. Of is welligt de tijd der
■groote grondbezitters, levende op hunne goederen, zelf eenigs-
zins voorbij. en v ordert een min of meer verouderde toestand
ook vormen aan vroeger dagen ontleend?
Maar afgezien van deze kleine en misschien ongegronde bedecking,
de heer Muy s k e n , - d i e het gebouw zoowel in zijn
geheel als in al zijn onderdeelen ontwierp, lieeft eer van zijn
werk, en de industrielen en werklieden, die naar zijn teekerringen
en onder het toezigt des heeren F r e em hebben gearbeid, vol-
bragten hun taak op loffelijke wijze. Voor vele zaken moest de
hulp van het buitenlaud nog wofden ingeroepen. Behalve de
vreemderi, die wij reeds noemden, waren ’t Orefelders, die de
houten parketvloeren leverden en legden, Engelsche en Fransche
firma’s , die met de levering der steenen parketvloeren waren belast.
Maar de marineren mozaikvloer der vestibule is gemaakt
en gelegd door L. P h i l i p s en C". in den Haag, die ook de
kapiteelen en basementen der zuilen en gedeeltelijk de marineren
balustrade op trappen en galerij hebben bewerkt. De schachten
: en piedestals der zuilen van rood en zwart graniet, zijn
van Bo u g h t en Wh e e l e r te S o u t hwa r k . De bewerking
alhier zou te kostbaar zijn geweest, evenals die van een gedeelte
der balustrade, in Be l g i e bearbeid. Watribehangsels, kleeden,
gordijnen, divans enz. betreft, dergelijke zäken behooren eigen-
lijk tot het ameublement en niet tot het gebouw zelf, rnaar
’t mag toch wel vermeld worden, dat dit alles geleverd is door
C. L. W in d t in d e n Ha a g , terwijl een aantal tapijten uit de
beroemde D e v e n t e r fabriek afkomstig zijn. De gobelins voor
de kleine eetkamer werden in P a r i j s vervaardigd. Uurwerk,
bliksemafleiders en electrische schellen komen uit de werkplaats
der Gebroeders Cami n a d a te R o t t e r d am.
Ons vaderland heeft dus een niet onbelangrijk aandeel in
den verdienstelijken arbeid, aan ’t kasteel O u d -Wa s s e n a e r
besteed. Een bekwaam architect, die uitgebreide kennis met
goeden smaak en kunstzin vereenigt en wien daarbij door een’
vermögend en kunstlievend patroon de handen worden vrij ge-
laten,. zooals hier het geval is, zal in ons midden bruikbare