den, beiden aan den ouden IJsel, te T e r b o r g h en te Ul ft.
Niet onwelkom is ons dus de gelegenheid, er eenen te leeren
kennen. Wij bebben nog een oude betrekking op die geheim-
zinnige werkplaats in het bosch, waar halve duivelen blazen en
poken in den vuurgloed en de booze Ro bbe r t den dood vindt,
dien hij voor „knaap Fr i dol i n-” bereid had.
Yan
de ijzerhut in ’t wond
Waanrit de koolstoom, dik en zwart,
Het groen verklenrt yan ’t hont,
verwachten wij niet, dat zij er als een villa zal uitzien, en fantastisch,
min of meer satanisch, is dan ook het tafereel in die
hooge, zwarte, wild verlichte mimten, waar donkere, woeste
gestalten met vloeijend vuur heen en weer snellen en zieh als
booze geesten midden in de vlammen bewegen.
Daar spatten vonken, wijd en zijd,
Daar zwoegt men, zweet en stookt. altijd,
En laat altijd de balgen blazen,
Als moest men berg en rots yerglazen.
De hoogoven zelf is een stevig, van vuurvasten steen gemetseld
gevaarte, van binnen hol en in verschillende afdeelingen ver-
deeld. Voortdurend wordt hier een groote hitte onderhouden door
blaasbalgen, in beweging gebragt door het waterrad achter de
fabriek, terwijl de nooeüge toestellen zijn aangebragt, om zoowel
alle vocht, als de zieh ontwikkelende gassen te verwijderen. D e .
grondstof — het oer onzer heiden, vooral uit den omtrek van
R a a l t e en W i j h e herwaarts gevoerd — wordt, evenals de brand-
stof, längs een lange helling buiten het gebouw naar den mond
van den oven gekruid en daarin uitgestort. Geregeld wordt het
gesmolten ijzer afgetapt en de slakken, die na de smelting over-
blijven, uit de zoogenaamde k r o e s gehaald. Zoo blijft de oven
van 30 tot 40 weken in het jaar branden.
Na van de slakken, die er nog in zijn, te zijn gezuiverd, is
het ijzer geschikt om gebruikt te worden. De wit gloeijende
vloeistof wordt in met leem bestreken pannen opgevangen en in
de zandvormen gegoten, van waar het fabriekaat wordt overge-
bragt naar de draaibanken, die eveneens door het waterrad in
beweging worden gezet. Voorts naar eisch gesebuurd en gepoetst,
komen de afgewerkte stukken in het inagazijn, of in den han-
del. De cupoloven, dien wij in de gieterij opmerken, dient tot
smelting van oud brokijzer door middel van coaks en treedt
alleen in werking, wanneer de hoogoven herstelling noodig heeft.
De ijzersmelterij en gieterij te Keppel bestaat sinds het jaar
1790. Zij behoort aan de firma v a n d e r H o r s t & Ab e r s o n
en heeft 120 man aan het werk. Inderdaad kan zij dus niet
onbelangrijk tot de welvaart der omwonende bevolking bijdragen.
Ook aan de ontginning van woeste gronden is zij dienstbaar
door het gebruik van het oer, dat als een harde, ondoordring-
bare bank zoo menig heideveld onvruehtbaar maakt. Waar het
ijzergehalte in het oer genoegzaam is , om de kosten van uit-
breken en vervoer te dekken, wint landbouw en houtteelt aan-
merkelijk en ook in zoover is de sombere, dampende fabriek
niet geheel een wanklank in het liefelijke landschap.
En nu naar Hoog-Keppel. Met belangstelling doorwandelden
wij de werkplaatsen der nijverheid, maar dubbel heerlijk schijnt
ons toch de vrije na tu u r, waarin wij weer rondzien en de frissehe
lucht, die wij weer inademen. Hoe majestueus is de donkere
beukenlaan, hoe vrolijk speelt het zonlicht op.-de hooge, met
hakhout begroeide kanten van den weg, en hoe vriendelijk blinkt
het witte zeil, dat daar langzaam yoortglijdt längs de groote,
groene weide, door de rivier bespoeld! Over het beukenpleintje
leidt ons een zijweg de helling op , waar het koren golft, en
het breede zandspoor, met bemoste zijden en randen van gras,
brengt ons längs akkermaalsboschjes en sierlijke berken naar den
schoonen,'wilden He s s e nwe g , waar het loof van acacia’s en
berke'boomen zieh over het digte kreupelhout weift. Wij steken