Wat is er van deze dingen? ’t Kan niet ontkend worden, dat
het bijeenbrengen van een groot aantal veroordeelden zeer ern-
stige nadeelen heeft. Daar komen e r, doortrapt in het kwaad,
iii aanraking met verleiden, gevallenen, loszinnigen, die daarom
volstrekt nog niet gansch bedorven behoeven te zijn. Wij weten,
wat het spreekwoord van „een’ rotten appel” zegt, en met de
meest mogelijke zorg kunnen „kwade zamensprekingen” niet ge-
heel worden tegengegaan. Een cellulair stelsel, dat dit gevaar
vermijdt, is voor jeugdige veroordeelden stellig niet gewenscht,
°°k al kon het worden toegepast. Daarentegen mag worden op-
gemerkt, dat uit den aard der zaak van een’ jongen, die mis-
lukt, veel meer wordt bemerkt, dan van twintig, die teregt
komen, en de bewering van vele recidivisten, dat zij op den
Kruisberg zijn bedorven, is niet boven bedenking. ’t Laat zieh
van niet weinigen aanwijzen, dat zij reeds bij hun komst tot de
meest bedorvenen behoorden, tot dat uitvaagsel onzer groote sieden
, dat wij niet kunnen leeren kennen, zonder dat ons de hären
te berge rijzen en het hart van weedom krimpt. En in wat kring
keerden zij misschien terug! In vaders kroeg, in moeders bor-
deel, als zij een „tehuis” hadden, of onder vroegere makkers,
in slaaphuizen van den laagsten rang, als zij bij hun ontslag
„op straat” stonden! — En dit is een wonde piek, niet van den
Kruisberg, die t niet helpen kan, dat hij de jongens moet los-
laten, als hun straftijd geeindrgd is, maar van het strafstelsel,
dat geen overgang kent tusschen de gevangenis en de vrijheid.
Wij hebben op het bureau van den directeur zeer naauw-
keurig de rapporten onderzocht, gedurende vele jaren omtrent
het gedrag der ontslagen kweekelingen ingezonden door de burge-
meesters of commissarissen van politie hunner woonplaats. ’t Is
ons gebleken, dat van verreweg dp meesten werd verklaard:
„gedraagt zieh goed” — „zeer goed” — „uitstekend” . — Van
dezen hoort de maatschappij niets bijzonders meer. ’t Is vergeten
„dat zij op den Kruisberg waren” , en dat moet ook vergeten
worden. Meer bijzonder nog hebben wij de zeer uitvoerige ver-
slagen betreffende Ams t e r d am en R o t t e r d am geraadpleegd
en gezien, dat zelfs in die brandpunten van verleiding de ver-
houding zeer günstig is. Er kan gezegd worden, dat 80 van de
100 teregt komen. Dat is waarlijk niet weinig, voor wie het
weet, welke individus de Kruisberg vaak ontvangt! Maar in
Bel g i e is ’t , naar men zegt, nog veel beter gesteld. Daar rnis-
lukken niet 20, maar 2 procent, Dat schijnt niet te liggen aan
de g e s t i c h t e n , maar aan de meerdere zorg voor de o n t s
l a g e n e n gedragen in den eersten, gevaarlijksten tijd der lier-
wonnen vrijheid. Na ’t verstrijken van den straftijd vinden zij
daar de Re f o rms c h o o l , tot voltooijing van hunne opvoeding
en te r’ voorbereiding van hun’ terugkeer in de maatschappij.
• Jammer is het ook, dat zooveel flinke, krachtige jongens
niet, dan na een jaar van goed gedrag, bij leger of vloot worden
aangenomen, terwijl — zonderlinge inconsequentie! — de
veroordeelden, die in de loting vallen, terstond als miliciens worden
ingedeeld.
Met groote belangstelling hebben wij den Kruisberg bezig-
tigd. Wij ontvingen den indruk, dat, zoo ergens, hier de plaats
is, waar het heerlijke, maar uiterst moeijelijke werk der ver-
betering van; zulke gevallenen en verwaarloosden met hoop op
goeden uitslag kan worden beproefd. Ook zagen wij niet zonder
vreugde ’t betrekkelijk kleine getal kweekelingen. ’t Gewone aan-
tal van omstreeks 200 schijnt tot 104 gedaald. Met weemoed
ontmoetten wij er een paar kleine stumpers van 8 en 9 ja a r,
bitter bedroefd en diep beschaamd. „Zijn dat kinders voor een
vonnis?” zouden wij bijna vragen, als eerbied voor regterlijke
wijsheid ons niet weerhield. Zij hadden gestolen. Zou een „pak
voor de broelc” niet misschien menschelijker geweest zijn, dan
een veroordeeling, die voor altijd een smet werpt op het leven?
Den binnenweg naar Hummelo kunnen wij, met eenige aan-
wijzing, gemakkelijk vinden. Beuken, berken en dennen zijn er
de meest voorkomende boomsoorten. Lauen en boschjes van hak