wordt het hol en doodsch. ’t Verslindt schatten, die zelfs een
ruim vermögen zouden uitputten, en als heerenhuis op een land-
goed van een 300 bunders schijnt de Doorwerth misplaatst.
Het fraaije park rondom het kasteel is rijk aan heerlijk hout.
Onder de prächtige platanen is er e en, achter het huis, die de
zwaarste in den lande wordt geacht. Dat viertal oude iepen, het
overblijfsel van de „zeven provincien” , moet uit den tijd van de
unie van Utrecht dagteekenen. De drie anderen bezweken in 1836
door een’ geweldigen storm. Een merkwaardige wilg prijkt aan
de Z. 0 . zijde van het huis. Overigens vinden wij er in menigte
eiken en linden, beuken en acacia’s, sierlijke treurwilgen, zieh
buigend over de gracht, trotsche dennen en sparren, bloemhees-
ters van allerlei aard. Maar hier en daar heeft de bijl reeds zijn
werk gedaan. Trouwens, het schaadt ook niet, wanneer uit het
digte bosch nit en dan op het kasteel en op de slotgebouwen een
wat vrijer blik wordt vergund. En verplaatsen wij ons nog eenmaal
binnen die hooge muren, laten wij dan het oog door de vensters
dwalen over den omtrek, met zijn heuvels en bosschen, zijn weiden
en zijn rivier, dan verwondert het ons nie t, dat er zijn,
die hier den burgt van den boozen Balderik plaatseu, gelijk
anderen daarvoor den Grunsfoort uitkozen. Hier kon ’t de plaats
zijn, waar hij de vermetele woorden sprak: ,/men zegt, dat God
almagtig is , maar hoe zou Hij mij van mijn grootheid tot ar-
moede kunnen doen vervallen! De Rijn geeft mij een verruk-
kelijk gezigt. De omliggende velden verschaffen mij de noodige
vogels en dieren. Mr Is onmogelijk, van die hoogte te gronde te
gaan.” Maar spoedig zou hij te gronde gaan. Vergeefs had h ij,
met zijn ontaarde vrouw, door moord en verraad zijn rijkdommen
voortdurend vermeerderd, zijn heerschappij geruimen tijd
gehandhaafd. De maat zijner zonden was volgemeten en door den
keizer van zijn ambten en bezittingen ontzet, ondervond hij de
vergankelijkheid van alle menschelijke grootheid.
Het Doorwerthsche bosch heeft o v e r v l o e d van schoone partijen.
Niet onbevredigd zal men er ronddwalen door de schaduwrijke lanen,
over de golvende heuvelen en door de digt begroeide dalen. Niet
zonder voldoening volgt men de kronkelingen van den „Italiaan-
schen weg” , die in ons vaderland zijn gelijke niet heeft. Wie
een’ langen dag aan den Doorwerth wijden kan, zal niet vergeefs
zoeken, wat zijn belangstelling wekt en hij kan niet beterdoen,
dan op goed geluk te dwalen in de heerlijke landstreek. Bij wat
meer beperktheid in tijd ontmoet hij eenige zeer bezienswaardige
punten op niet grooten afstand van den weg längs den heuvel-
zoom, mits hij tegen een weinig klimmens niet opzie. Een zeer
fraai punt — als ten minste het hakhout het uitzigt niet belemmert
— vinden wij op de hoogte achter de herberg. Een
vrij steil pad, met diep door den regen ingesneden sporen en
witte blootgewoelde steenen, loopt onder eiken en beuken, längs
hooge bemoste en met varens begroeide kanten, naar een bank,
waarvoor een breede vallei zieh uitbreidt en tusschen de heuvels
de blinkende waterspiegel van den Rijn en de bloeijende velden
van de Betuwe zieh verrassend vertoonen. Van daar daalt het
zandpad naar beneden, om straks zijwaarts tusschen hoog hout
naar den weg, of regtuit over nieuwe hoogten en door digte
bosschen naar den Du n o en de H u n e s c h a n s te voeren. Beide
punten op den heuvelrand behooren tot de meest bekende bede-
vaartplaatsen in Arnhems omstreken en beiden verdienen den
roem, die er van uitgaat. ’t Zijn wel in hoofdzaak dezelfde land-
schappen, als wij op onzen togt längs den Veluwezoom herhaal-
delijk aantroffen, maar toch in de onderdeelen verschillend genoeg,
om een bezoek ten volle waardig te zijn. Hier werkt ook de voor-
grond, met het hoog en digt geboomte van den weg beneden, in
ruime mate tot verhooging der schoonheid mede. Op den Duno, aan
het eind der vorige eeuw tot een buitenplaats aangelegd en sedert
beurtelings heerengoed en uitspanning, geeft de belvedere nog
ruimer uitzigt dan het terras. En de Huneschans biedt het voordeel
van het verkwikkend lommer harer oude eiken. Oorsproug en
bestemming van het met wallen en drooge grachten omringde