steenen bruggen had. Ben der ronde torens was gedekt met een
ronde kap en versierd met een achttal trapgeveltjes. Het kasteel
zelf heeft nagenoeg dezeffde gedaante behouden.
De ondste gescbiedenis van Westhoven schuilt in het duis-
ter. Dat het een bnrgt, tegen de Noormannen opgeworpen, zou
zijn geweest', is onbewijsbaar en de overlevering, die het maakt
tot een’ zetel der Tempeliers, sehijnt op geen’ zekerder grond-
slag gebouwd. Wel komt het reeds in 1277 als een lusthuis der
Middelburgsche abten voor en in 1290 werd hier de zoen getroffen
tusschen graaf F l o r i s V en Heer Wo l f e r t van Bo r selen.
Dat deze magtige edelman, — de Walchersche markies van
Carabas —• het huis in bezit heeft gehad, of althans een latere
Heer van dien naam er een’ tijd lang eigenaar van geweest is,
is niet onmogelijk in die troebele tijden, toen magt wel eens
ging boven regt. Maar doorgaand behoorde We s t h o v e n aan
de abdij, aanvänkelijk als eigen goed, na 1405 als een leen,
„te verheergewaden met een’ rooden valk, of vijf pond Hol-
landsch” . Daar genoten de kerkvorsten de rust van het buiten-
leven wanneer ’t soms in de Middelburgsche abdij niet kalm
genoeg was —■ en zij smaakten er de genoegens der jagt , of
ontv.ingen er aanzienlijke gasten. P h i l i p s de S c h o o n e en zijne
gemalin vertoefden er in ’t jaar 1500, en evenals op den S o u b
u r g , nam Karel V als vijftienjarige knaap en als veertigjarig
keizer er zijn’ intrek. Was Westhoven destijds ’t bezoek van
vorsten niet onwaardig en werd het door de laatste prelaten,
die ’t bewöonden, nog voortdurend verfraaid, zijn ondergang was
naderbij, dan zieh in die dagen vermoeden liet. Door B a r t h o 1 d
E n t e n s stormenderhand genomen en verbrand, bleef het eenige
jaren als een geblakerde puiuhoop liggen, totdat het door de
Staten werd verkocht en een nieuwe tijd van luister aanbrak.
Op edele bezitters mögt het roemen. P i e r r e de L o y s e l e u r ,
Heer van Vi l l i e r s , prins Willems raad en vertrouwde, die
zijn verantwoording tegen den ban van koning F i l i p s schreef,
bezat het huis van 1581 tot 1591. Zijn krachtig optreden voor
de regten van prins Ma u r i t s had hem bijna de vrijheid gekost,
toen hij op L ei e e s t e r s last zou worden opgeligt en naauwe-
lijks het dreigend gevaar ontkwam. Een later bezitter, J o h a n
Bo r e e l , wordt inet eere onder de staatslieden der Republiek
genoemd, en op het einde der vorige eeuw woonde er J o h a n
A d r i a a n van de Pe r re ,. Eerste Edele van Zeeland en als
zoodanig vertegenwoordigeude den Prince van Oranje, bij wien
v an d e r .Palm als huisonderwijzer eenige jaren heeft doorge-
bragt. ln 1611 was er sprake van, dat op Westhoven de op
te rigten I l l u s t re Sc h oo l zou worden gevestigd, maar het
bleef bij het plan en Middelburg werd de zetel van het Zeeuwsche
Athenaeum. Al had dan dit huis de eere niet, zulk een kweek-
school van geleerdheid te worden, zijn naam heeft niettemin in
de geschiedenis van het gewest een’ goeden klank en onder de
klassieke plaatsen van Walcheren verdient ook het nog altijd
belangwekkende kasteel Westhoven te worden geteld.
Het bosch tegenover het huis heeft oud en trotsch geboomte.
Zware linden met breed afhangende takken, forsche eiken en
krachtige dennen wassen er, en^een waterpartij ■ slingert er zieh
door heen. Niet zonder smaak is de steenen brug over den vijver,
een nabootsing van ruw., antielc metselwerk, digt en rijk met
klimop begroeid. Weldra zijn wij in „de Ma n t e l i n g ” , een
wilde, houtrijke duinstreek, met slingerpaadjes doorsneden , waar
door elkander berken en eschdorens, eiken en tyeuken , met knoes-
tige, verwrongen takken, scheefgegroeide stammen, doodgewaaide
kruinen , in schilderachtige mengeling door elkander staan. Hooge
varens bedekken den gölvenden grond, of ruige mossoorten brei-
den zieh over de hellingen uit. Diepe spleten, door het afstroo-
mende water gegraven, openen zieh verraderlijk in het dikke
tapijt van struiken en struwelen. Hier en daar blinkt tusschen
de openingen een witte duintop, of schemert het körte gras en
de geehiiijielin tegen de steile hellingen der zandheuvels. Ter
linkerzijde weidt het oog van tijd tot tijd over een vruchtbare