verloren, de prins bereikte zijn doel niet en zijn onmagt om
zijn geliefd Breda te ontzetten, vergalde en verkortte welligt de
laatste levensdagen van den stedendwinger. •
Droevig heeft het dorp in dien tijd geleden. Zoowel de burgers
der benarde vesting, die vruchteloos beproefden, de ver-
sterkingen bij de brug over de Mark te vernielen, als de Spaansche
troepen, die het hout van de huizen tot brandstof sloopten, hebben
de meeste woningen verwoest. Maar heeft Gi n n e k e n van de
nabijheid van Breda ruimschoots de nadeelen ondervonden, ook
de voordeelen daarvan heeft het niet geinist. In dagen van vrede
was het steeds een geliefd uitspanningsoord en vooral in de laatste
halve eeuw zag het zijn welvaart aanmerkelijk klimmen, zoowel
door het drukke bezoek uit de, stad, als door families van elders,
die hier in den zomer hun- intrek namen, of him vaste woon-
plaats er vestigden. De laatsten hebben er meer dan een sierlijk
landhuis gesticht, de eersten vinden in het logement over de
D u i v e l s b r n g een aangenaam verblijf. Wij zetten ons een
oogenblik voor die uitspanning neder. Liefelijk is er het land-
schap. Onder de breede brug met haar houten leuningen stroomt
het riviertje d e Ma r k en lustig slingert het zieh verder, omzoomd
door het hooge houfy; met de rijke herfsttinten getooid. Ter weder-
zijde van de brug, aan het eind van het dorp, liggeli de buiten-
verblijven Ma r i e n d a a l en V il l a Ma r i a , fraaije villa’s in
statig geboomte. Daartusschen opent zieh een kijkje in de dorps-
straat, met haar witte huisjes, haar roode daken , haar groene
hagen, haar bruine en geele en grijze boomgroepen. Een laan
van kastanjes loopt längs den weg, waaraan het logement is ge-
bouwd. Als de herfstwind door hun kroonen vaart, schudt hij
gansche stroomen van verdorde bladeren af en hij jaagt ze na,
totdat zij in de sporen of in de luwte der kanten tot rust komen.
Troepjes kinderen zoeken de afgevallen glimmende vruchten op
en juiehen om den schat, dien zij verzamelen. Tegenover ons
ligt een uitgestrekte weide, door de Mark bespoeld, van verre
door houtgewas afgesloten en aan onze regterhand begrensd door
het donkere bosch, waaruit het witte kasteel Bo u v i g n e , met
V. 16