pllii '
..'mil"'-'
, ; ,'i il igiÎ! II?»-, = '1':’
Ì; ! ï'“- ‘ i ' ■
G»
GERARD VAN LOONS
A L O U D E
HOLLANDSCHE HISTORI.
D E R D E B O E K :
Bevattende den Oorlog der Batavieren, onder het beleyd van
Claudius Civilis, tegen de Romeynen.
)ew e l door de Batavi-
4 fche hulpbenden aldus
«j meer dan eene e euw ,
iedert z y met Julius Caa-
iar in verbond traden,
de wapenen met zo o groote dapperheyd
in de voornaamfte werrelds-
deelen waaren om g e v o e rd , en e y
dus niet min haaren naam daardoor
onftervelyk g emaakt, dan aan den
met hen in verbond getreeden Ro-
meynichen Staat fteeds en alom eene
ongekreukte trouw beweezen hadden,
ZOO zagen z y zich echter aan den
eenen kant flechts met eenen drang
van w uytlche tytelen , als was van
B o N D G E N O O X E N , V R I e n d e n
( i ) , ja (2) B r o e d e r s des R o meynlchen
Volks opgehoopt, doch
aan den anderen kant, door het ontfangen
der Romeynlche bezettelin-
gen in haar land , dat alengs een
(3) gedeelte dier woeste Mogend-
heyd g ew o rd en : te meer, mids de
fterkten, in den fchyn als t’ haarer bc-
fcherming in dat eyland gebouwd , te
g e ly k ook tot een teugel ftrekten,
om , ZOO z y zich te eenigen tyd aan
die heerfchappy weer zouden willen
onttrekken, haar ln weerwil z e l f te
bedwingcn. Naar maate dan het
vermoogen der Romeynen in Batav
ic aldus vergrootte , zo o vermin-
derde ook het ontzag , ’ t gene z y
te voore aan zo o trouwe Bondgenooten
betuygd hadden. Z y zagen
hen dierhalve nu flechts maar als (4 )
pylen en andere krygswapenen aan,
welken in den vredestyd worden
gelpaard en w e g g e le g d , om , b y ’t
ontftaan van eenen k r y g , ten dienfte
des Romeynfchen R y k s des te
overdaadiger gefpild te worden.
W ie hen hierin hinderlyk fcheen,
o f door z y n e hooge geboorte
maar verdacht w a s , wierdt , onder
looze en opgeraapte betigtingen,
zo o al niet van ’t leeven beroofd, ten
minfte
lai
( i ) Cluverius de Rbeni alveis I f eormi accolis pag. 173.
G E N S
B a t a v o r u m
AMICI ET FRATRES
ROMANI IMI ’ERi r
(2 ) K. Kolyn vs 70.
geen anbce lanb mo t0t facufcn;
i©am 31 BROEDERS i j icm i öcuren.
(3) Tacit. de morib. Germ. cap. 29. In quibus pars
R oma n i Imp e r i i f i e r e n t .
Zoßmi Hiß. Lib. I I L fol. 707. î læ c infula prius
R oma n i s in u n i v e r s u m p a r e n s .
(4 ) Tacit. ds morib. Germ, cap, 29. Tantum in ufum
prcclioruin fepoCci, veluc cela atque arma bellis
refei'vancur.
B b
■I, A ■
:i? ■ ' rii : : ,
i ' k , ' , iiij
f : il
ï:'‘k fj.!
ï'riÎ »»I
üi-
„ . . . .