i 'I
; ■ ' íilM
lYriiii il
.it a n
'íimíN»?.'
i 1
inSijllj
ííH ill
voetvolk met platbodemde ichuyten
op ’ t zelve gebragt hadt, z yn hem
de huipruyters d o o r ’ t wad g e v o lg d ,
o f , daar’t water te diep w a s, naast
de paarden overgezwommen : ’t g e ne
eerlang van de ( i ) nederlaag der
op ’t ftrand ftaande verweerders ,
deeze weer van de overheeringe des
eylands gevolgd is ,,
Immiddels bedreefNero te Rome
allerhande dartelheden en ongehoorde
gruweldaaden en deedt eene zee
van het (2 ) doorluchtigfte bloed
der R om e yn en , en daar onder dat
z e l f van z yn e naamaaglchap ftroomen.
Dus hadt h y zynen Stief-
broeder (3 ) Britannicus, Z o on van
den laastvergeeven K e y z e r , ook
d o o rv e r g if van kant geholpen; des
zelfs ziister O ftav ia , die h y z e l f tot
vrouwe hadt ora eene b yzit ( 4 ) eerst
verbannen daarnaa doen (5) dood
en ; Ja z yn e e y g e Moeder Agr ippina,
naa haar de voorheen toegevoegde
Batavilche lyfwacht weer( 6)
ontnomen en z y de door hem toe-
geftelde fchipbreuk tegen z yne verwachting
( 7 ) ontkomen was, door
eenen Amicetus van het leeven berooven.
Zulks h y daarom niet min (8)
dan z yn Oom Caligula (9 ) thans
gehaat w a s , en des ook veelen eene
zamenzweering te g en ’t leeven des
geweldenaars maakten; dan die toe- g g
le g zynde ( l o ) ontdekt, en verichey------ !
den der meewustigen hierop gevat
om i n ’t vervolg geftraft te wo rd en,
renden de Batavilche (1 1) en andere
Lyfichutbenden , met welken Ner
o , als zynde vreemden en op wie
h y zich des verliet , de ftad bezet
h ad t, uyt Zugt voor haaren daardoor
in gevaar geweest zynden
meefter , eerst door de markten ,
ftraaten, en h uy zen , ja daarnaa z e l f
längs het platte land en naastgelegene
fteden , om alle de g en en , welken
men a an ’t ontdekte fchelmftuk
verdacht hieldt, ter ftralFe te Heepen.
G e lyk de werreld fteeds naar (12)
’t voorbeeld van den Vorst beftierd
w o rd t. Zoo volgden de Landvoogden
der byzondere gewesten ook
het zelfde Ipoor, en fpanden des alle
hunne krachten in om , door ’t
doen
( 1 ) Tacit. Annal. Lib. X I V . cap. 30. Dein co-
horcacionibus ducis & fe ipfi ftimulances, ne muliebre
& fanacicum agmen pavefcerent, inferunc
figna , iternuncque obvios & igni fuo involvunc.
Præfidium post hac impoficum viftis.
(2 ) Eutropii Hiji. Lib. V I I . cap. 14. Infinitam
partem Senacus incerfedc, bonis omnibus hostis fuit;
ad postremum fe tanto dedecore proftituit ut faka-
rec & cantaret in fc en a , citharædico habitu & trag
ic o : patricidia multa commilit, fracre, u xo re , maire
interfedis.
(3 ) Tacit. Annal. Lib. X I I I . cap. 16. Talis dolus
repercus esc. Innoxia adhuc a præcalida, & libata
guscu potio traditur Britannico : dein postquam fervore
aspernabatur, frigida in aqua affunditur venen
um , quod ita cun do s ejus artus pervafit ut v oxpa-
ricer & fpiritus ejus raperencur.
(4 ) Ibidem. Lib. X I V cap. 63. Infulaque Panda-
teria Odaviam claudit.
( 5 ) Ibidem, cap. 64. Refiringitur ( Odflom) vincu-
I is , venæque ejus per omnes artus exfolvuntur : &
quia presfus pavore fanguis tardius labcbacur'præfer-
vidi balnei vapore enccatur.
(6 ) Ibidem. Lib. X I I I . cap. 18. Cognitura id N e ron
i, e x c u b i a s q u e MILITARES , qiiæ ut conjugi
Imperaioris olim, tum & Lit macri fervabantur, d
u e rm a n o s fuper eundem honorem custodes addito
s , d i g r e d ì JUBET.
( 7 ) Sueton. Hift. Lib. V I . cap. 34. Liburnicam,
qua adveda e ra t, velut fortuito concurfu confring
eren t, protraxicconvivium. repetentique BauIos,in
locum corrupt! navigii, machinofum illud obtulic, hilare
profecutus : atque in digresfu papillas quoque
exofcLilatus reliquum temporis cum magna trepida-
tipne v ig ila v it, cceptorum opperiens exitum. Sed ut
diverfa omnia, nandoque evaiisfe eam comperic, inops
c o n f ilii jL . Agernium libercum e ju s, falvam d in c o -
Jumen cum gaudio nuntiantem, o b jed o clam juxta
pugione, uc percusforem fibi fubornatum -arripi con-
firingique jusfit-, matremque occidi.
(8) Eutrop. Hift. Lib. V I I . cap. 14. Succesfithuic
N e r o ,Caligulæ avúnculo fuo fimillimus.
(9 ) Ibidem cap. 13. Propter ho c Romance urbi
exfecrabilis.
( 10 ) Tacit. Annal. Lib. X V cap. 33. Dedudusque
ab jamcoribus ad libercum Neronis Epaphroditum ,
mox ab eo ad Ncronem, urgens periculum, graves
conjurationes, d cæcera quæ audierat, conjedavcrat-
qu e , docec.
(11) Ibidem cap. 38. Quin d urbem per manípulos
occupatis mcenibuSjinfesfo eciam marl d amne, v e lut
in custodiam dedit. Volitabantque per fo r a ,p e r
d omo s , rura quoque d proxima municipiorum, pedites
equitesque permixci Germanis quibus eide-
b a t princeps quasi EXTERNIS. Continua hinc d
junda agmina trahi ac foribus horrorum adjacere.
( 12 ) Claudian :d e IV . Conf. Honorii Carmin. V I I L
vfu 298.
Componitur orbis
Regis ad exemplum.
doen van g e lyk e ontdekkingen, o f ,
daar z y ontbraken, met die te verlieren
, de gunst van het thans arg-
waanend geworde gemoed des K e y zers
te bekruypen, Dus wierdt Julius
( i ) Paulus, onaangezien hy van
het bloed der Batavifche Koningen
w a s , op een valsch voorgeeven, als
o f h y mede eenen opftand brouwde,
door Fontejus Capito , welke toen
het gebied in Neerland van ’s K e y zers
w e g e v o e rd e , niet alleen van
kant geholpen, maar ook z yn Broeder
Claudius Civilis , onaangezien
h y over eenige ( 2 ) jaaren zoo
doorluchtige blyken zyne r dapperheyd
in Britannie gegeeven hadt, met
ketenen overlaaden naar Rome aan
Nero gezonden. W e lk e nu een
w y d veld voor allerhande bloedver-
gietingen ziende geopend, des ook
z yn e aangeboore verwoedheyd den
ruymen teugel vierde , doch te g e lyk
daardoor -zynen val verhaastte.
W an t Cajus (3) Julius Vindex,
welke thans in Gallie om z yne hooge
afkomst het bevel hadt, niet lang
e r könnende de Majefteyt des R o meynlchen
volks op zoo fchandige
w y z e onderdrukt zien, onttrok zich
des K e y ze rs gehoorzaamhcyd, en
wist zoo wel des zelfs begaane gruweldaaden
en de fchattingen, den Gallen
afgeperst, aan die onder z yn bevel
ftaande vplken voor oogen te
Hellen , dat z y zich onderling nevens
hem t'erbonden, om ’t R o meynfche
ryk van zoo ( 4 ) fchrik-
lyk wangedrogt te verlosfen. Zulks
Nero tot demping van deezen aan
hem bekend geworden afval niet alleen
het (5) veertiende L e g io e n ,
maar ook de in Britannie totnogtoe
geweest zynde Batavifche hulpbenden
vandaar naar Duytschland tegen
Vindex ontboodt. Mids de trouw
van dien landaard h em, b y ’ t ontdek-
ken der laatfte zamezweeringe i n ’ t
b y zo n d e r , en des zelfs ongemeene
dapperheyd, b y verfcheydene andere
voorvallen aan den Staat beweeze in
’ t algemeen , niet dan te wel geblee-
ken was. En dewyl het dierhalve
geene kleyne zaak voor hera w a s ,
welke zyde de Batavifche (6 ) hulpbenden
b y deeze hachlyke tydsge-
ftalte k o o zen , zo o acht ik dit ook
de waare oorzaak geweest te z y n ,
waarom N e r o , volgens z yn e g e woonlyke
bloeddorftigheyd den aan
hem geboeid gezonden Claudius C ivilis
niet ftraks ter ftraffe gefleept,
maar flechtgevangen gehouden heeft;
u y t vreeze van z yn e dood bevorde-
rende zoo ( 7 ) geducht een volk van
zich te zullen vervreemden. H o e ’t
z y , V irginius R u fu s , die u yt ’s K e y zers
naam over de benden in Duytschland
g e b o o d t , verftaande den afval
der G a llen , rukte de onder z yn bevel
( 1 ) Tacit. ITJl. Lib. IV . cap. 13. Julius Paulus
& Claudius Civ ilis , regia {tirpc, multo ccceros an-
tcibanc. Paiilum Fontejus C ap ito , falfo rebellionis
crimine intcifccit. Jnjcaæ Civili caccnæ, mis-
fusquç ad Neronera.
(2 ) Zie bier voore fol. 73,, 76.
(3 ) Dion. Hiß . Lib. L X I I L pag. 724. Cajus Julius
Vin de x, natione Gallus , propter majores ò
ftirpc re g ia , propter patrem ordinis erat Scn atorii,
homo magnis viribus corporis Se multa præditus pm-
dcncia, pcritusque rei milicaris & ad orane præcla-
rum facimis autlax. I lic igitur congregata Gallonim
muititudine, qui crebris pecuniaruni exaftionibus
gravisfima quæque a Nerone pertulcrant, & adhuc
perferebant, in tribunal afccndic atque inde multa
contra Ncroncm d ix it, non folum ab eo d cfic c rc ,
fed etiam cum invadere oppovcere.
(4 ) Ibidem. Hæc atque alia quædam a Vindice in
eandem fenccntiaro di6ta omnes comprobant.
(3 ) Tacit. Hift. Lib. I I . cap. 66. Remitti eos in
B r i t a n n i a m , u n d e a N e r o n e e x c i t i
ERANT, placuif.
(6 ) Ibidem Lib. /. cap. 39. Erant in Civitate Lin-
gonum V i l i Batavorum C o h o r te s , quartædeci-
mæ Legionis auxilia , tum difcordia temporum a L e gione
digresfæ: p r o u T i n c 1.1 n a s s e n T, c r a n D E
M 0 M E N T U M s O c l Æ aUt A D V E R S Æ.
(7 ) Tacit. Hift. Lib. I. cap. 39. Julius deinde C ivilis
periculo excmptus, præpotens inter B ata vo s ,
NE, SUPPLICIO E J USEEROX GENS ALIEN A-
UETUR.
Y
li4
il
» I - k ’ ! t