I i ‘ TI! I
.llH.
la , natuurlyke Dochter van Koning Lotharis, in ’ t jaar achthonderddrieen- •
tach tig , ten huuwelyk verzogt , zo o getuygt ( i ) Regino , die in dien
tyd leefde, dat de gemelde Noordman geenszins eyschte het een o f ander
Graaffchap van het thans genaamde Holland, maar die P r o v i n ç i
zelve. Novisßme R e x Godefridus Nortmannorum ea conditiom Cbristia-
num ß fieri pollUetar , ß E i , muñere Regis f r i s i a p r o v i n c i a concc-
deretur. Dat nu deeze geëyschte P r o v i n ç i , die van het thans g e naamde
H o l l a n d en geenszins van het over de Zuyd er ze e leggende
Vriesland w a s , wordt volko.men opgehelderd en bevestigd door de Jaarboeken
der (2 ) Abtdye van Fulden; in welken de zelfde gift aldus
gemeld wordt. Nam C o m i t a t u s 8? beneficia, qua Rorich Nordman-
ntts , Franconm Regihus fidelis , i n k i n n i m tenuerat, eidem hosti (G o -
defrido) fiiisque hominihus ad inbabitandum dedit. K i n m e r l a n d en zyne
andere rondom zynde Graaffchappen leggen immers in de Vriéfche P r o -
V I N Ç I van het thans genaamde H o l l a n d , en geenszins in die van het over
de Z uyderzee zynde Vriesland.
la vo e g e men uyt dit alles met volle zekerheyd raoet befluyten, dat het
thans genaamde Holland nevens de Betuwe en Veluwe eene byzondere
P r o v i n ç i , in die tyden g ew e e s t, en volgens de toen alom in zwang
zynde regeeringsform dier V o rs ten , naar ’t voorbeeld der andere Pro-
vm ç iën ,o o k door eenen H e r t o g is beftuurd geworden , en diensvolgens
dar zich niemand moet beigen van, in het v ervolg deeZer Historie,
zoodaanige H E R T O G E N v a n het thans genaamde H o l l a n d gemeld te vinden
: te meer mids ’er uyt de oudheyd geen bewyzen können worden byge-
bragt, uyt welken zou blyken, dat dat gewest van de gewoon lyke en alom
gebruykte regeerlngswys dier K on in g en , alleen en byzonderlyk zou z y n
ontheft en bevryd geweest.
G e ly k nu de Koningryken aldus in ondericheydene P r o v i n ç i ë n ,
over ieder van welken een Hertog het bevel hadt, zoo wierden de P r o -
V IN Ç IE N , federt de tyden van (3) Kon in g Pip yn, weer gemeenlyk in
T W A A L F onderhoorige G r a a f s c h a p p e n verdeeld. En dus leest ( 5 )
m en : Domumque reverfius Grifonem, m o r e D u c u m X I I . C o m i t a -
T i B U S donavit ; en (4 ) elders: R e x autem bac audiens oppido contristatus est,
promittensque ei T iv o o 'E .c iM i f amplius Comitatus fie daturum,ft hoc dimit-
teret i f in fiua militia pcí/rorrareí; i d e s t D u c a t u m . D u c e s p r o v i n c i a ; ,
e t IN P R O V I N C I I S c o n s t i t u t e En waarom men de K o n in g en , als de
Hertogen door eenig misdryf der Vorsten gramfchap op zich gehaald hadd
en , het T W A A L F T A L hunner o n d e r h o o r i g e G r a a f s c h a p p e n
in driemaal vier Graaffchappen heeft zien ( 6 ) vaneenfplitfen : Itidem-
que Baldrico D u c I Forojulienfi dum objiceretur i f probatum esfet ejus
ignavia i f incuria vastatam a Bulgaris nostram regionem , pulfius est
D u c a t u 8 ? i n t e r q u a t u o r C o m i t a t u s e s t e j u s d e m p o t e s t a s
d i s s e c t a .
Zulks.
T i) Chron. ad ann. 883-
(2 ) Annal. Fuld. ad ann. 883-
(3 ) J. ab Eckharc de reb. Franc. Orient, tom. I.
fol. 398.
(4 ) Eginhart. Annal, ad ann. 748.
( j ) Vica Aldrici Episc. Ccnom. cap. i.
(6 ) Anonym, v ita Lud. Pii ad ann. 828.
Zulks uyt dit by gebragte ook blykt dat de Graaffchappen niet fteeds onder
het zelfde Hertogdom bleeven, raaar, naar’t welgevallen der Koningen o f by ’ t
doen der veelvuldige ryksverdeeiingen, o f ook om den eenen Hertog te
begunftigen en den anderen, als hier voore, teftra ffen, verfcheydene Graaf-
fchappen nu van het eene Hertogdom wierden afgenomen , dan weer
aan het naastgelege Hertogdom gehecht. O p deeze w y z e is eertyds her
l a n d V A N H a p e l e n , een gedeelte van het over de Zuyd er ze e leggende
V r i e s c h e H e r t o g d o m g ew e e s t, en federt onder dat van
S a x e n l a n d gekomen ; en waarom men in zeker geleerd ( i ) w e rk ,
handeiende van de oude P a g i van Duytfchland, te recht aldus vindt aange-
tekend ; H a d u l l a pagus S a x o n i æ i f antehac F r i s i æ . U y t het
welke men nu ook verftaan kan, waarom het hiervoorgemelde Graaffchap
Hameland, ’t gene ten tyde. van K e y z e r Lotharis onder het V r i e s c h e
H e r t o g d o m van het thans genaamde Holland behoorde, federt onder
dat van Nederfiixenland gelegen heeft en des ook naar de ( 2 ) Saxifche rechten
is beftuurd geworden. G e ly k , wat dit eerfte aanbelangt, ter zelver (3)
plaatfe ook wordt inachtgenomen : H a m a l a n t p a g u s I S u c a t u s R i p u a -
R I O R U M , p o s t m o d u m D u c a t u s S a x o n i æ .
Onder welk overoude Hertogdom van Ripuarië ook Nieumeege ,
T h ie l en voorts alle de u y t e r s t e t u s s c h e n den R y n en de W a a l
gelegene landen, en des ook het thans genaamde Holland in de oudfte tyden
behoord hebben; g e lyk men kan afmeeten uyt ( 4 ) zekeren D ich te r , befehryvende
den Saxifchen oorlog tegen K e y z e r Henrik den I V ; als die aldus
opzingt.
R i p h e a s habitant u r b e s , t h i l e n , NlMAGtisijae
E s T R E M o s K E G NI F1N E s , mW bella moventur
Semper, i f hostUi crude seit Janguine terra.
II
Van welk Ripuarlfche Hertogdom, ten tyde van K e y z e r Karel den
G ro o ten , deezes K onings behuuwde N e e f Dirk ( want die hadt des zelfs Groot-
vaderskleyndoojiter Ida totGemaalin) het Hertoglyk bewind gevoerd heeft; en
waarom zeker geleerd (5 ) Schry ver te recht aldus aantekent : T/iWmVitj R i-
P U A R I O R U M i f Saxonum inter Rhentm i f Vifurgim D u iq . Het is ook
ora de zelfde rede dat men den zelven zyne benden in R i p u a r i e zal
zien vergaderen, als (Ö) Adelmus getuygt: quibits in ipfa Saxonia obviavit
T h e o d o r i c u s - - - - cum bis copiis , quas , audita Saxonum defeilione,
I N R i b u a r i a congregare potuit. Ja het is ook hierom, mids het gemelde
Vriesland toen onder het groote Hertogdom van Ripuarie behoorde, dat men
de Vriezen onder zyn bevel niet alleen zal zien optrekken, als de laastge-
melde Jaarboeken ( 7 ) insgelyks aantekenen; Saxones autem i f F r i s o n e s
cum T h e o d o r i c o ; maar van deezen aldaar bevelgevoerd hebbenden
( 1 ) T om i prodromi pars altera Chron. Go ttwicenf.
fo l. «518.
(2 ) Zie I I . deelfol. 218.
(3 ) T om i prodromi pars altera Chron. Go ttwicenf.
fo l. (515).
(4 ) Hift. de beilo Saxon. Lib. I I I . vfu 81.
(5 ) J. ab Eckhart dc reb. Franc. Orient, tom. I.
fo.1l .'l7eJTi^.
(«51 Annal, ad ann. 782
( 7 ; Ibidem ad ann. 791
r»;
ri
r
£
' i