itílK
i, ■
1 ! " 1?
"Ill
i
I Ií i |! M
„II
boeid, en eene treurende vrou, zynde liet .zinnebceld van ’ t veroverde G a ilie ,.te r
flinker zyde zittende verbeeld is; voerende yoortsnog de voorgrond den naam van
C A E S A R .
De tweede lieefc wederom het kopftuk dier zelfde Godinne, doch hier zonder Wich-
gel- o f bevelftaf en het gezigt naar de rugzyde gekeerd , wier beeldenis alleen hierin
verfchilt, dat thans de treurende vrou aan de rechter en de geboeide Diiytfcher aan de
flinker zyde van den zeegeftandaard gepiaatft is , boven den hiervoorgemelden naam
C A E S A R .
50. Het volgende jaar wierdt door Cte-
— iär befteed eensdeels om in de ruft ( i )
en zekerheyd yan het door hem
veroverde Gallie te voorzien, met
de hoofden der overwonnene V o lken
door (2 ) weldaaden op te hoo-
,aen, andersdeels om z y n reeds become
ge zag door ’ t maaken van
vrienden, nog meer te beveftigen,
tot welk eynde h y alle de landen (3)
en fteden van het thans genaamde
Lombardie met groote togten door-
reysde. Dan naarraaate z yn vermoogen
en glori op deeze w y z e toe-
n am , zo o groeide ook de ( 4 ) af-
gunst van zynen ichoonzoon Pom-
peju.s, w e lk e, door het ten (y ) on-
dferbrengen van A z ie , de eerfte per-
fbon van den Romeynlchen Staat g e worden
was. Zulks die, ziende door
de dood van Julia (6 ) Caelärs dochte
r , welke z yn e Gemaalin geweeft
.w a s , den band, die hen onderling.
totnogtoe hadt vereenigd gehouden,
althans verbrooken, zich nu openlyk
tegen zynen g eweezen ichoonvader
verklaardc, dewyl h y , g e ly k Cæfar
niemand (7 ) boven z ich , zo o ook ■
niemand nevens zich konde dulden,
en dierhalve, ftaande het Burgemees-
terfchap van Lucius Lentulus (8 )
en Marcus Marcellus, een befluyt in
den ■Romeynfchen Raad doordrong,
waarbyCæïàr wierdt gelast zich voor
zekeren ,dag van de ( 9 ) benden,
welken onder Zyn geZag ftonden, te
ontdoen, o f , daaraan niet gehoor-
zaamende, voor eenen vyand zyns
Vaderlands verklaard.
H oew el Cæfar, om aan dit bevel
te gehoorzaamen, zieh flraks genegen
toon de , 200 za g h y echter z y nen
tegendinger Pompejus tot eene
g e ly k e gezagsaflegging ( 10 ) geheel
onw illig , en befloot dierhalven z yn 49.
, hoogvermoog en, ’ t gene h y . alleen — ■
door
■' ( î^ 'A . 'Hirtius de bello Gall. Lib. I . cap. 49. Cæfa
r, quum in Belgio hiemaret, unum illud propofi-
tum habebat, concinerc in amicitia civitates , nulli
fpem auticausfam dare armorum, nihil enim minus
voleb ac, quam fub difcesfum fuum necesfitacem fibi
áüquaiAimponi belli gerendi.
• (2 ) Ibidem. Itaq u e, honorifice civitates appelland
o , principes maximis præmiis afficiendo, nulla onera
nova imponendo , defesfam toc adverfis præliis
Galliam,'conditione parendi me liorc, facile in pace
continuit.
. - (3 ) Ibidem cap. .50. Ip fe , hibernis p e rad is , contra
confuetudinem in Icaliam quam maximis itineribus
eft profeftus, ut inunicipia & colonias appella-
r e t , quibus M. Antonii quaìstoris fui comniendarec
facerdocii pecicionem.
• (4 ) F/ori Hi/ìrLiè. cap. 2. Jam Pompej'o fuspec-
tæ Cæfaris o p e s , & Cæfari Pompej'ana dignitas gravis.
• (5 ) Ibidem. Afia Pompeji manibus fubacta.
• (d ) Ibidem. Morte Juliæ Cæfaris filiæ, quæ nupta
P om pe jo, generi focerique concordiam matrimonii
fccderc tenebat, ftatim emulado erupic.
Í ( 7 ) Ibidem c a f 2. Neque lù c fcrebac pa rem, nec-
•ille luperiorem.
(8 ) Ibidem. Ergo Lentulo Marcello.que confulibus
Tupca prima conjuracionis 'fide.
■ (p ) Ccef. de .bello Civil. Lib. I . cap. 2. Uti ant
e certam diem Cæfar exercitum dimictat, fi non fa-
ciat.eum advcrfus reinpublicara fadurum videri.
( 10 ) Ibidem cap. 9. Qmim litteras ad Senacum mi-
fc r it ut omnes ab e-xcrcidbus difcederenc, no id qui-
dem impecravisfe. _ .
door de wapenen verkreegen hadt,
thans ook door ( i ) de wapenen te
handhaaven.
D es hebbende de door hem veroverde
landen in Gallie met de daar
toe noodig geachte benden bezet g e laaten
, is h y met zyne overige krygsmagt
en zes keurbenden , onder
w e lk en , nevens de Vangionen, zich
ook niet zonder rede de nu alom ( 2 )
vreeslyk geworde Batavifche hulp-
volken bevonden, als door wier be-
leyd h y nu zo o menige z e eg e in
Gallie bevochten hadt, met den uy-
terften ipoed naar Italie getrokken.
Hier zwigtten ftraks alle fteden en
flerkten (3 ) voor z yn e omgevoerde
w ap en en ,h ie rvoegden zich alle benden
en krygsbevelhebberen onder
z yn e ftandaarden, invoege h y binnen
Zestig dagen ( 4 ) zich van g e heel
Italie ,ja van de Stad Rome zelve
en haare ( / ) fchatkift zonder eenige
merklyke bloedftortinge meefter zag ;
raids Pompejus , de meefte Raads-
heeren en z y n e verdcre aanhange-
ren , op een valfch (6 ) gerucht van
Ctelàrs aannaderinge, reeds te voore
daaruyt naar Brundes, eene ftad en
haaven van het thans genaamde
Pouille in Italie, g e v lu g t waaren.
Dierhalve, om geenen vyand ach- 4s,
ter den rug te hebben, b e g a f h y zich — ■
nevens z yne hier voorgemelde Batavifche
en andere Duytfche hulpbenden,
naar ( 7 ) Spanje. En waarlyk
deeze derwaart gevoerde Duytlchers
beweezen aldaar geene mindere dapperheyd
, d,m z y voorheen, onder
de Romeynfche ftandaarden liryden-
d e, in Gallie betoond hadden: want
als C ie fa r ,n a a ’ t doen van verfcheyde
zeer gevaarlyke to g tcn , het leger
van Pompejus Stadhouders eyndelyk
aan de Segro zeer naauw, b eZet, en
dat wede r, om’er over en uyt dat
gevaar te raaken, de diepte van dien
Itroom reeds gepeyld hadt, heeft h y
deeze (8 ) ligtgewapende D u ytfch e
hulpbenden , mids de Batavieren g e woon
(9 ) waaren met gcilootene le-
den en hunne krygs wapenen door
den R yn te waaden, nevens een g e deelte
der ruyterye over dien ftroom
g e zo n d en , hen den overgelegen oe-
ver doen bezetten; en dus den alom
beknelden vyand genoodzaakt z yn
verdrag te maaken, u y t krachte van
h welke het vyandlyke ( 1 0 ) leger a f
gedankt, en geheel Spanje ( 1 1 ) onder
Caaiar gebragt wierdt. W e lk e
fcdert nevens z y n leger in Italie z yn de
ZOjata
CO Fiori H iß . Lib. IV . caf. 2. His Cæ fir agi-
tatus ftacuit præmia armorum armis defendere.
(2 } LiicaniiS de bello Civili Lib. I . vfu 430.
Ec qui te Iaxis imitantur Sarmaca braccis
Van g ion e s , B a t a v i q u e t r u c e s .
(3 ) Fiori Hiß. Lib. I V cap. 2. Prima Civilis belli
arena Italia f u i t , cujus arces levibus præfidiis
Pompejus infedcrat; fed omnia fubito Cæfaris Ímpetu
oppresfa funt.
(4 ) Plutarcb. in vita Ccef. cap. 70. Dehinc Ro-
jTiain converfus, diebus fexaginca, nullo cruore profu
fo , cundlani in potestatem redegic Icaliam.
( 5 ) Fiori H iß . Lib. I V . cap. 2. N e c Pompejus ab
Ita lia , quam fenatus ab urbe fugatur prior. Quam
pæne vaeuam inctu Cæfar ingresfus, confulem le ip-
le fecit. Ærariuni quoque lanflura , quia tardius
aperiebanc T r ib u n i, jusfit effringi.
(6 ) A . Hirtius de bello Gali. Lib. I. cap. 14. Cæfar
enim adventare, jam jamque adesfe ejus équités fai-
fo nuntiabantur. Hunc Marcellus Collega & plcri-
que magiftracus confecuti fune. Cn. Pompejus pri-
dte ejus diei e x urbe profeélus iter ad Legiones habebat.
( 7 ) Plutarcb. in vita Ccef cap. 72. In primis Ilis-
panienfem cxpedicioPem e g i t , uc inde Afianium &
Varroncm Pompeji Icgacos e xp c llc rc t, & rcdaftis in
potestatem copiis acque provinciis, cum nullum pose
terga reliquisfec lioscem, Pompejum invaderec.
(8 ) A . Hirtius de bello Civili Lib. I. cap.'83. Illi Va-
dum fluminis Sicpris ten ta re ,fi transire posìent. Quare
animadverfa Cæfar G e r m a n o s l e v i s a r m a -
T Ü RÆ, equicLiniquc partem fìumen transjicit, crc-
brasque in ripis ciistodias disponit. Tandem, omnibus
rebus obiesfi quartum Jam diem fine pabulo retentis
jumentis, aq uæ , lignorum, frumenti in o p ia ,
colloquium pctunt.
(9 ) Tacit. H iß . Lib. I V . cap. 12. Erat & domi
deieaus eques præcipuo- nandi ftudio : arma equos-
que. retincns, integvis curmis Rhenum perrumpere. -
( 10 ) A . Hirtius de bello Civili Lib. L cap. 86, Res
hue deducitur, ut ii , qui habeant domicilium, auc
posfesfiones in Hispan ia, itadm: reliqui ad Varum
flunien dimictancur.
( 1 1 ) Floìi H iß . Lib. IV . cap. a.Çed cn tes ad Cel-
tiberiara confeq’uutus, aggere de v a llo , ac per hæc
iìti ad dedicionem compulic. Sic citcrior Hifpania
rccepta eft ; nec ulterior inoram fecit.
fi? 4
MI"-