nooit door mlnnen maar fteeds door
huntie e y g e moeders ( i ) gezo o gd
wierden, in alle huysgezinnen naakt
en onachtzaam wierden(2)opgevoed:
zulks men noch Heer noch knecht
door de tederheyd ( 3 ) der opvoe-
dinge kon onderfcheyden, mids z y
gezamentlyk in hunne jeugd onder
het vee op g e lyk e w y z e verkeerden,
' tot dat hun behoorlyke ouderdom de
vryen van de onvryen affcheydde en
de aangeboore dapperheyd hen voorts
n o g boven de onvryen bekend maakte.
Daarenboven, g e ly k z y ’t voor de
grootfte (4 ) fchande achtten , dat
een jongman beneden de twintig jaaren
eenen vrouperfbon bekend hadt,
zo o begaven die zich ook zeer (y )
laat, en niet dan met maagden van
eenen gelyken ouderdom en ftaat ten
huuwelyk, waardoor hunne gewrigten
flerk waaren, en hunne lighaamen
tot eene g ro o tte , die den ( 6 ) R o meynen
tot verwondering ftrekte ,
opgroeiden; ja hunne huuwelyken,
mids z y hunne krachten nooit in hunne
jeugd hadden uytgeput, waaren
ongemeen vrugtbaar: Invoege men
deeze hier te land gekome Karten temet
in getal zoodaanig heeft zien
toeneemen, dat z y z ic h , Zoo door
de talrykheyd van de aldus dagelyks
aangefokt werdende manfchap, als
onder de gunst der hun land alom
0 } Taca, ie mrtb. Gtrm. eap.ig. Soa quemque ma-
■ alit, necancillisac nucricibusdelegantur.
{ 2 ; Tua! * morib. Germ. cap. ip. In omni domo
midi ac fordidi in hos arcus, in hæc corp ora, quæ
imramur, excrefcunc. ^
_ ( 3 ) Tacit, de morib. Germ. cap. 20. Dominura ac
fervum mrilis educacionis deliciis dignoscas. Inter
eadem pecora in eadem humo degunc, donee æcas
leparet ingenuos, vircus agnoscat.
(4 ) Coefar^ bello GaU. Lib. V I . cap. 20. Intra an-
lum ycro X X . feramæ notitiam habuilTe, in tur-
pislìmis habent rebus.
( j j Tacit, i t ,mrib Germ. cap. 20. Sera juvenum
V e n u s , coque inexhausta pubcrtas, nec virgines
r S ‘ S “ ' - “ t™ res validique mifcen tur. r™»« pro cerita s fpa -
CO Plutarcbus in vita Mariicap. ig. Sed Roma-
nl e x eo arbicrabantur populos G e r m a n o s esfe
ejus generis, quod ad Borealem Oceanum fedem ha-
b e n t , quod HOM I N E S MAG NO C ORP ORE, HORRE
N D I S QU E 0 CUE IS esfcnt .
omringende ftroomen in de in bezit
genomene gewesten, fcdert by de
vier eeuwen zeer manmoedig gehand-
haafd, en dus niet min hunnen naam,
dan hun nieuw gefticht ( 7 ) K on in g r
y k , en geenszins eenen vryenftaat,
ge lyk eenigen ( 8 ) willen, alom rucht-
baar gemaakt hebben.
W a t de Koningen aanbelangt,
die wierden, als moetende de Majes-
teyt en glori des volks vertoonen,
uyt den ( 9 ) eerften A del verkoo-
z e n ; doch die hadden echter geenszins
eene O n e y n d i g e o f O n -
b e t e u g e l d e ( l o ) magt, tot zo o
verre dat hun enkele wil en weibe-
haage den onderdaanen op eene flaaf-
fche wys tot eene onfchenbaare w e t
moeft verftrekken, even g e lyk Syrie
A z ie ( 1 1 ) en hetgan fcheOosten op
dien voet g ew oon waaren onder K ö ningen
dienstbaar te z yn , zulks de zelven
naauwlyks (12) van de mannen
gezien , en des dier vorsten bevelen
door hunne Staatsdienaaren den vo lken
aangekondig wierden, maar de
Batavifche Koningen regeerden in tegendeel
naar de oude inzettingen,
en hadden de onderdaanen vryen toe-
gang tot de z e lv en , voornaamlyk op
de landdagen, di,e ( 13 ) op zekere ge-
zette tyden , te weeten : als de maan
o f nieuw o f vol was, .in het open
veld en onder { 1 4 ) de wapenen wierden
Thctf de morib. Germ. cap. 19, In omni domo nu-
di ac lordidi, in hos arcus, in hæc c o rp o ra , o ü æ
MiRAMUR, excrefcunt.
c ? ) M . Voifii Hift. jaarb. pag. 2. ÎDc ijmfiijitp--
ppß oößi: i9pilanöti0 iimi öcn beginne / toen ij&
Batavien luicrbc genoemt/ bp läoningen 0cüiec0t,
(8 ; Vide Hîigon. Grotium de antiquit. Reipub.
ßatav.
(9 ) Tacit, de morib. Germ. cap. 7. Reges e x n o
bilicace, duces ex vircuce fumunt.
( 10 ) /¿¿i/m. N e c regibus i n f i n i t a aut libéra
potestas.
_ ( 1 1 ) Tacit. Hiß. L ib . IV . cap. x-j. Servirent S y r
ia , Aliaque & Suetus regibus oriens..
( 12 ) Justin, de Hifi. Pbilipp. Lib. I. cap. 2. Raro
a v ins vilus in feminarum turba confenuit. P o s t e -
RI QUOQUE ID EXEMPLUM SEQUUTI, RES-
PONSA CENTiniispER INTERNuNTiosdabant,
U 3) lacit. de morib. Germ. cap. u . Cocunc, . . certis
diebus, cumautinchoaturluna, aut impletur.
( 14 ) Ibidem, Uc curbæ placuic eonüduot armati.
Í . . T