lilf i »
*11“'
l|:l
' iY i 4 > i ö r - ! p !’
T i i lS H i î i f e »
k. I S î î i - - ■
1 5 4
ten dat des tegenwoordigen K e y ze rs
hier te land daarop aangelande Zo on
Domitianus, van wiens vertrek uyt
Rome w y ( i ) hier voore gewaagd
hebben ,(edert nog gewapender hand
in Batavie gerukt en dat voorts door
hem bedwongen was. Zoo weet men
dit echter z e k e r , dat de befaamde
goedergelukvrouw (2) Velleda, w elke
als eene ( 3 ) Godin door de D u y tfchers
in haar leeven reeds ge ë eM,
en die vo lken , ge lyk w y (4 ) gezien
hebben , niet w e yn ig tot het voeren
der wapenen tegen de Romeynen
door haare gewaande Godipraaken
hadt opgehitst, door hem eyndelyk
. g e v an g en , en in peribon, naar R o me
gevoerd is. En van welke ge-
vangenneeminge van Velleda eenigen
-(5) meenen, (wantvastgaande
bewys is, by gebrek van eenig op-
helderend bylchrift, niet te geeven )
dat de gedachtenis op deezen nevens-
en naar zyne waare grootte verbeeldden
rooden gebakken fteen zou be*
waard z y n , welke eertyds onder de
bouwvalligheden van het .ontdekte
Huys te Britte , b y ’ t fterk aft
loopen der ze e is gevonden, en
thans door den Hoogleeraar S igbert
Haverkamp te L e yd en bezeten
wordt.
Zeke r gaat het o o k , even gelyk
men uyt den (6 ) Joodlchen Histo-
rilchryver kan b ew y z en , dat deeze
gehoude zamenlpraak van eenen V reede
, welke hier te voore door Cerialis
( 7 ) aan de Batavieren, even als
vergiffenis aan Civilis van ter z y d e
reeds was aangebooden, weynige
dagen (8) laater gevolgd is ; uyt
krachte van welken de Batavieren b y
hunne oude regeeringsform gelaaten
wierden, en z y , zonder eenige (9 )
fchot- o f lotbetaalingen als voorh een ,
tot vrienden en bondgenooten des
Romeynlchen volks weer z yn aangenomen.
■ ( i ) Zie hkr voor I I I . Boek fol. 133.
. ( 2 I Statius Syhanm Lib. I. Carm. I V . vfu 89.
Non vacac Ard ao s acies Rhenumque rebellem,
Captivæque preces V e le dæ , 6c, quæ maxima
nuper
Gloria J depofitam Da cis pereuntibus ui'bera
■ sp a n d e r e .
( 3 ) Zie bier voor I I I . Boek fol. 131.
■' (4 ) Zie biervoor I I I . Boek fol. 127.
( 5 ) H. Cannegieteri Dijfertat. de Brittenburgo, ma-
iribus Brittis I jc . pag. 143. Captara autem domitam-
*que per hæc tempora Veledam e xistimo, cûjus vir-
ginis imaginem, uc captiva manibus v indis diicitur,
e x lapide Brittenburgico pulcherrimo dabimus op-
•portuniore tempore. ' Servat hunc lapidem Ct. Ha-
vercampus, qui piduram ejus nuper ad me mifit.
‘ C<5) Fl. Jofeph.debelloJu d a ico L ih .V I I ,ca p . 4 .N .2 .
Illi vero ad rumorem de incurfu coniiernati, præ
metu fe fubraiferunt, lucrum hoc e x ea re maxime
n a d i , quod fine clade 6c. calamitate p r i s t i n o
JUGO fubjicerentur.
, ( 7 ) Tacit. Hift. Lib. V.cap. 24. Nam Cerialis, pet
occultos nuncios, Batavis p a c em , Civü i veniam os-
centans.
(8 ) Ibidem. Neque abhorrct v e r o , quando paucis
post diebus dedicio infecuta eft.
(9 ) Tacit, de morib. Germ. cap. 29. Manet h o n o s,
6c anciqus focietatis infigne: nam nec tributis con-
temnuntur, nec publicanus atterit. Exempti oneri-
. bus 6c collationibus, & tantum in ufum prieliorum
fe p o fiti, velut tela atque arma bellis refervantur.
Staat hier aan te merken dat Tacitus dit in bet tvjeede
Burgemeefterfcbapvan Trajanus, dat is in bet honderdfte
jaar naa des Heylands geboorte, en dtis lang naa den ■
voorgegemelde Batavifche kryg voas voorgevallen, ge-
fcbreeven beeft.
G E -
' "iil!
J '