Il;
■:;1 Ili
den D irk , de laatere Vriefche ( i ) Graaven van den Karolynfchen ftam af-
daalen. Dan dit zoo groot en wyduytgebreyd Ripuarlfche Hertogdom ,
is , ftaande de regeering van K e y z e r L o d ew y k , o f ligt al ten tyde van des
zelfs Vader, in mindere Hertogdommen gefp litst, en over dat van het
thans genaamde H o l l a n d , de hiervoorgemelde Noordman Roruk in ’ t
jaar ( 2 ) achthonderdzesentwintig aangefteid , en heeft federt den zelven
tot de tyden van K e y z e r Otto den eerften fteeds z yn e e y g e en afzon-
derlyke Hertogen gehadt. T o t dat des zelfs Broeder Bruno , w e lk e K o ning
Otto tot Aartshertog, dat is algemeenen H e r to g , over alle de Provinçiaale
Hertogen van Lotteringe hadt aangefteid , bemerkende hoe de byzondere
Graaven, door het bezitten van meer dan een Graaffchap, niet wel
door de over hen totnogtoe het bevel gevoerd hebbende kleyne Hertogen
konden bedwongen worden, geheel Lo tte rin g e , met affehaffinge van alle
de Provinçiaale H ertogen , ftechts in de Hertogdommen van (3 ) O p - en
N e d e r l o t x e r i n g e heeft verdeeld, en het is uyt dit grondbeginfel dat
men, naa deeze voorgevalle verandering, de gemelde Hertogen van Ne-
derlotteringe de K e y z e r ly k e bevelen tegen de Hollandfehe ( 4 ) G ra a v en ,
als onder der zelver gebied ftaande, zal zien uytvoeren.
E en zoodaanig Provinçiaal He rto g , als w y gemeld hebben dat in het
thans genaamde Holland , voor deeze verandering , het bevel gevoerd
h eeft, wierdt gemeenlyk uyt eenen der twaalf onderhoorige Graavert
des gewests tot die waardigheyd door den (5 ) Kon in g verheven en aangefteid.
Qui modo dat C o m i t i s , det tibi J ura D ü c i s .
En waarom in de volgende historié ftaat gemeld te w o rd en , hoe eene ( 6)
Everhard Graaf van Hameland , naa die den aanbevoolen moord van den
Over hem het bevel gevoerd hebbenden Noordman Godefrid , Hertog
van het thans genaamde Holland , in de Betuwe gelukkiglyk volvoerd
hadt, in des zelfs plaats tot Hertog van dat gewest door K e y z e r K a rel
den D ik k en , is aangefteid, en federt door zynen Broeder Meginhard
in die hooge bedieninge weder opgevolgd geworden. W e lk e aanftelling
gemeenlyk door het overleveren van den Hertogiyken ftandaard , die
ftaande de veldtogt voor des Hertogen tent geplaatst w ie rd t, op eene
plegtige w y z e gefchiedde; als men uyt de Chronyk van Ditman kan op-
maaken,a!s ( y j h y fehryft:Æÿi(2Î2« tmtis calliditate a q u e if velocitate perßcpe pro-
hatus propias accesßt, s i g n i p e r a m q u e l a n c e a m , q ,u a b e n e f i -
c iU M D u c i s C o m e s i d e m a c c e p e r a t a R e g e , coram tentorio ejas
nßam elevando circumfpexit.
G e ly k nu het Franfehe ryk tot zoo ongemeene grootte n ie t, dan door
het fteeds inlyven der overwonnene vo lken , gefteegen was, zo o wierden
die echter naar elks onderfeheydene , het z y Salifehe, D u y tfch
e , Saxifche, E n g e lfch e , Thuringfche Bourgondifehe, Franfehe Ripuarifehe,
( 1 ) Zie der zelver Gejlacbtlyst I I . Deel. fol. lo.
(2} Zie 11. Deel. fol. jo .
(3 ; Butkens T roph . de Brab. tom. I. fol. 6.
(4 ) Zie I I . Deelfol. 274.
( y j Fortunat. Lib. X . Poem. 22.
(6) Zie I L Deel. fo l. I2«5.
C?) Lib. V . fo l. SfTp.
rifehe, Beljerfehe, Longobardifche, W en n ifeh e , T h eu to on feh e , als Vriefehe
W e tten beftuurd; en des ook ieder aangeftelde Hertog volgens het in
zwang zynde recht van die landen , over welken h y ( i ) het bevel voer-
d e, gevonnist. En dus zyn ook de over het thans genaamde Holland het bevel
gevoerd hebbende Hertogen eerst naar de Ripuarifche W e t te n , zoo lang
het thans genaamde Holland onder het groote Hertogdom Ripuarie behoord
e , en federt een e y g e afzonderlyk Hertogdom zynde geworden, naar de
Vriefche W e tten g e von n is t; welken door K e y z e r Karel den G ro o ten ,
federt Vriesland, naa het dempen van alle opftanden, volkomelyk ten onder
gebragt w as , Zoo ray to e feh yn t, eerst zullen gemaakt zyn.
U y t het welke volgt dat de Hertogen nu eens naar deeze dan weer
naar die W e tten gevonnist wierden , naar gelang der onderfeheydene Hertogdommen,
over welken z y ftaande hun leeven het b e ve lg evo e rd hebben, het
z y n aa r’t enkel welgevallen der Kon in g en , het z y door het vrywilllg verlaa-
ten huns bewinds, b y de voorvallende ryksverdeeiingen , om die Vorsten
aan te k leeven, tot welken z y eene byzondere genegendheyd hadden,
doch buyten wiens te beurt gevalle ryksdeel hun aanbetrouwde Hertogdom
gevallen was; als uyt dit zonderling befluyt eener oude (2 ) kerk-
yergaderinge ook eenigszins is a f te meeten; S i quit necesßtate ihevitahili
cogente in alium Ducatum feu Provinciam fu g e r it, nut feniorem fuum, cui fidem
mentiri non poterat, fecuiiis fu e r it , 6? uxor ejus, am valet 6? potest, amore
parentum aut rerum fuarum, eum fequi nolutrit, ipfa omni tempore, quam-
dia vir ejus, quam fecuta non f u i t , v iv it, femper innupta permaneat. Nani
ilk vir ejus, qui necesßtate cogente, in alium loam fu g i t , f i f e abfinere non potest
, aliam uxorem atm pænitentia potest accipere.
D e bediening deezer H e rto g en , welken tot de tyden van K e y z e r Otto (3 )
den I. nooit tot de Z o o n en , dan volgens uytdrukkelyke daartoe verleende
aanftelbrieven der Koningen overgongen , en van welken nog
een affchrift b y Marctilfus gevonden wordt, beftondt in Vreedestyds om hunne
twaalf onderhoorige Graaven, g e ly k w y hier voore al eenigszins gemeld
hebben , en in opzigte der Hollandfehe Graaven in’t v ervolg deezer Historié (4 )
zien zullen, binnen de paalen van het hen aanbevoole gezag te houden, de
daarbuyten gaanden, volgens den daar toe ontfangen last der K on in g en , te ftrafe
fe n , en den te zwakken, tot het uytvoeren der Vorstlyke bevelen, de fterke
hand, te leenen. W an t dus (5 ) meldt de Koninglyke W e t : E t f i est talis
perform, quam Comes in placito, vel Centenarius, vel misfits Comitis distringere
non potest, tune etm D u x legitime distringat ; plusque quarat Deo placere quam
homini, ut nullum negkÛum in anima Ducis a Deo requiratur; en op ( 6 )
eene andere plaats : S i talis homo potens hoc fe c e r it, quem Ule Comes distringere
non potest, tunc n i CATS D u c i s u o , 8? D u x illum distringat fecun-
dum legem.
B y ’t ontftaan van eenen oorlog , moesten z y , aan de Graaven huns
Hertogdoras, tot het doen opzitten van der zelver onderhoorige v o lk en , de
ontfan-
( 1 ) J. ab Eckhart de reb. Franc. Orient T om . I. fol.726.
(2 } Synodus Vermerienfis, Canon X I .
(3 ) 7J e dit bevoeezenTomi prodromi part. I . Chron.
Gottwicenf. fol. 173.
(4 ) Zie I I . D e e lfo l 274.
( 5 ) Capic. Regis Dagob. anno 630. dap. 36. §. 6.
(6 ) Ibidem tit. I I . cap. 5. §. 4. #** *** * 2
h ■ ii'
lit'
ä ' i '
'J1’Fk ':