I il
46 G E R A R D V A N L O O N S
Doesburg gebouwd is. W e lk e eenig
e n , g e y k deeze nieuwe gegraave
vaart naar den maaker de D r u s i a a n -
SCHE GRAGT , ZOO ook alleen zo o daanig
genaamd achtten, ter oorzaake
z y eertyds flechts een B u r g zoude g e weest
z y n , welke door D ru sus ter
befcherminge van deeze door hem
gegraave g ra g t, zo o tegen de.daar-
b y woonende Ufipeeten, als andere
n o g onbeteugelde gebuurvolken, g e fticht
w a s : W an t hoewel het eene
waarheyd is , dat de Romeynen naamaals
geene fterkten over den R yn
gehadt hebben , daarom alleen dit
g e vo e len , gelyk ( i ) eenigen doen, als
ongerymd en belachgelyk te verwerp
e n , acht ik te onbezonnen, mids
het zeker is dat de Zelfde Drufcs ook
andere fterkten over den R y n , te
w e e ten te (2 )E lfen ,d a a rd eL ip en E ls
in een vloeijen , midsgaders onder
de over den R y n woonende Karten
b y dien ftroom gefticht h eeft, doch
welken federt weer door de Rom e ynen
verlaaten z y n , mids de tegenwoor-
dige K e y z e r Augustus, als zich met de
over den R yn woonende en daardoor
getergde Duytfchers ingeenegeftaadi-
g e oorlogenwillende(3) inlaaten, niet
alleen Drufus van het verder voortzetten
zyner overwinningen (4) over dien
ftroom weerhouden, maar den R yn
z e lf , naa de fcdert voorgevalle neder-
( 1 ) Pbilp. Climrius de Rheni alvies pag. 224 Ce-
terum vehementer falluncur, quiDusburgum a Drufi
nomine, quafi castra Drufi cognominatum judicant
Castra qmdpe D ru fi, præfidiaque Romana in læva
S-atum « c ‘
( 2). Pipn. Hifl. U b . L I V . pag. 543. Ita ut Dru-
fus yicisfim IIS concemptis Casteilum contra eos ad
Lupiæ & Aiifonis fiuviorum confluentes, aliudque
in Chatcis ad ipfiim Rhenum extruxeric.
Zie van dit flot i n 'Î breede F e r d i n a n d u s F u r -
Paderborn, pag. 2. & feqq.
( 3) Strabo Lib. V I I . fol. 447. A c fuisfent, uc
apparet, plures eciam cognita:, fi Augustus militi-
tibus permifisfec, uc transmisfo Albi eo rebeiiantes
perfequerentur.
( 4 ) Ibidem. Sed promtius cenfuic Augustus fe bellum,
quod erat præ manibus confefburuin, fi populos
ultra Albim fitos ac nihil moventes, misCos
ta c e r e t, neque irntatos maleficio ad focietatem cum
hostibus ineundam invitarec.
( s ') Fiori. H iß . LU,. I F . cap. 12. Ha c dade fac-
( 5 ) ''äf’ Varus, tot eene ( 6 ) greni-
fcheyding tusfchen de daarover w o o nende
Du y tlch e rs , en het Romeynfche
ryk (7 ) gefteld heeft; naa dat
vooraf door D ru fc s , om dien te be-
fchermen , omtrent (8) v y ftig fterkten
o f bürgen längs des zelfs zuyd-
boord gefticht waaren.
G e ly k deeze geheele gemaakte
vaart in tegenftellingevan de w y d e -
R EW A A L , die voorby Nieumeege
ftroomt, in ’ t algemeen d eN AUW A -
L E , zoo wordt het verwyde en van de
Z uyderzee tot benede Zutfen aan den
Ysfcl gekoppelde gedeelte, de n i e u -
W E (9 ) Y s s e l , van daar tot D o e sburg,
als nieuwlyk gegraave, de D R u-
S IA AN SCH E G R A G T , en Van
hier weer tot aan den R y n , als altyd
de Ysfcl geweest z y n d e , des te recht
de O u d e Y s s e l genaamd, wiens
hervatte alley ding uyt den R yn Drufus
voorts nog d o o r ’ t leggen van (10 ) eenen
dyk , loopende van het thans genaamde
tolhuys tot benede Duurfted
e , is to e g e ftop t; zo o om aan zyne
nieuwe tusfchen den R y n en Z u y derzee
gemaakte vaart meer waters te
verlchaffen, als om het eyland der Batavieren
tegen het gewoonlyk over-
ftroomend winterwater te befchutten.
Behalve deeze, zo o meen ik dat
ook door hem, mids Suetonius g e tu
yg t dat hy m e e rd a n e en e (ii)g ra g t
over
turn ut imperium quod in littore Oceani non fie-
te ra t, i n r i p a r h e n i F l u m i n i s ftarec.
H ift.L ib .IV .ca p . 12. Omnibus ad Oceanum
«M er id iem pacatis gentibus, aci Sepcentrionem
quoque duntaxat i n t r a R h e n u m acque Danubium.
. ( 7 ) Tacit. Hift. Lib. I V . cap. 26. Rhenus incognita
Jill coelo fic cita te , v ix navium p a t ie n s ..............
tamquam nos omnes quoque & V e t e r a Im p e r i i
munimenca, defererenc.
(8) Fiori H iß . Lib. I V . cap. 12. Nam per Rheni
quidem npam quinquaginta amplius Casfiella direxic.
(9 ) Philip. Cluv. de Rheni alvei's pag. 224. A t con-
troverfia tamen heic oriri videcur e x e o , quod fu-
perior fluminis pars D u s d u r g o t e n u s v e t u s
isE L A ,v u lg o accolis d i e o l d e is e l cognomina-
ciir, inferior vero ad Davencriam & Campos non item.-
(10 ) Tacit. Hift. Lib. V . cap. 19. Quin ik. (Civilii) diruiC
MOLEM A DRUSO GE RMANI CO EACTAM
Rhenumque prono alveo in Galliara ruencem, dis-
J E C T I S QUÆ MOR A B A N T U R , cffudiC.
( 1 1 ) Suet. Hift. Lib. V.cap. i. Drufus tran.^que
Rhenum f 0 ss a s novi & i m m e n s i o p e r i s elFccit.
A L O U D E H O L L A N D S C H E H I S T O R I . 4 7
„OVC# den R yn gemaakt h e e ft, nog
eene tweede tusichen de Marezaa-
ten en Chauchen g eg ra a v en is , w e lke
mede uyt den R y n haar begin nee-
°mende längs de W y d A a , de Bra-
zemer- en Haarleramermeer raidsga-
ders h e tY m etd eZ u yd-en Noordzee
gemeenfchap hadt; te meer mids deez
e tweede gragt tot den huydigen
dag toe naar den maaker niet alleen
de D o e s genaamd is , maar aan der
zelver mond ook een D o e s b u r g
gevonden w o rd t, en waarom men
hier naa zynen Z o o n Germanicus,
naa h y zyns Vaders gragt bevaarenen
i n ’t wederkeeren eenen geweidigen
ftorm omtrent de Vriefche eylanden
geleeden hadt, met z yn e drieriemige
galey i n ’t land der ( i ) Chauchen, als
door w ier grond deeze tweede gragt
liep, g e lu k kig lyk zal zien aanlanden.
K o ch hier ftrydt niet mede dat T a c itus
(2) flechts maar van eene gragt ge-
waagt, mids h y ter dier plaatfe, niet
z o o zeer het graaven zyne r gragten,
dan w e l het bevaaren van eene der
z e lv e n , en z yn e aldaar gedaane offering
befchryft.
J a ,zo o a ls ’t m y toefch yn t,a ch t ik
ook door hem de van Vlaardinge
naar L e y d e loopende Vliet gegraa-
ven te z y n , z o o tot eene grensfchey-
ding tusfchen de Batavieren en de
door hem pas bedwonge Kaninefaaten
, als om , mids het toeftoppen
des Y s fc ls , echter z yn e v lo o ien , zonder
het gevaar der Z e e te ondergaan,
uyt de Maas in den R y n , en vandaar
naar de door hem gegraave en thans
genaamde Does te können vo e re
n : te meer, mids ook deeze derde
gragt over den R yn la g , te w e e ten ,
van dien fprank , welke Gallie van
het eyland der Batavieren fcheydde.
Drufcs dan een werk van Zulk een
ongemeete (3) b eflag, als was het
graaven niet van eene maar drie ondericheydene
gragten, gelukkiglyk
voltrokken hebbende, hadt op deeze
w y z e aan den R y n , welken de vo o rige
fchryvers als (4 ) maar twee
uytwateringen hebbende te boek ftellen
, nu nog eene derde längs de Z u y derzee
toegevoegd. W e l k e , eene
nieuwe en v r y verder uytgebreyde af-
fcheyding met Duytschland raaaken-
d e , dus de tusfchen het V lie en den
door L e y d e loopenden R yn w o o nende
V r ie z en , Marezaaten, Chauch
en , Frifiabonen, en Strurien (y )
met het eyland der Batavieren, en
Kaninefaaten als vereenigd hadt. Naa
’ t voltreldcen deezer nieuwe gemeenfchap
tusfchen den R y n ( 6 ) en de
thans genaamde Z u y d e r z e e , die zich
b y ’tV lie eyland in deNoordzee ont-
la ft, g a f Drufcs bevel tot het uytrus-
ten eener v lo o te , op. welke h y zo o
z y n e e y g e als de overige onder z y n
bevel ftaande hulpbenden infcheepte,
en onder welke laatften, mids de
vloot in het naastgeleege eyland der
Bata-
( 1 ) Tacit, annal. Lid. I I . cap: 24. Sola Germanici
T R I R E M I S C HA U C O R U M T E R R AM A D PU L I T .
(2 ) Ibidem, cap. 8. Jamaue claflis advenerat, cum
pi'iemisfo commeatu & diuributis in legiones ac focios
navibus fossam, c u i D r u s i a n æ n.omeh
ingrefiiis.
(3 ) Sueton. Hift. Lib. V . cap. I . Drufus..................
transque Rhenum f o s s a s novi & i m me n s i ope r
i s efiecit.
(4 ) Vigil. Æn. Lib. V I I I . vfu 727.
Extremique hominum M e r in i, R h e n u . s q u e
BICORNI S .
(5 ) Plinius Lib. I V . cap. 15. In Rheno ip fo ,
prope centum M. paiTuum in longitudinem, nobiliiTima
Batavorum in fu la , & Cannenufatum, & aliæ fri*
fíorum, Chaucorum, Frifiabonum, Struriorum, Mar-
laciorum, quæ ííernitur inter Helium & fl evum.
NB. dat Plinius %yn voerk aan Titus, Zoon vanVes-
pajianus, beeft opgedraagen, en des naa ’tmaa.ken deezer
gragt door Drujus gefchreeven beeft.
(6 ) P . Mela Lib. I l l cap. 2. § 65. Rhenus ab
Alpibus decidens prope a Capite duos lacus efficit^
Venetiira & Acronium. M o x diu folidus & certo alv
eo lapfus haud procul a mari h u c & i l l u c dif*
pergitur : fed ad finiftrura amnis etiam turn & donee
effluat Rhenus, a d d e x t r a m primo angufius &
fui fimilis ; po ll ripis LONGE & l a t e recedenti-
b u s , jam non amnis fed i n g e n s LA CU S ,u b i campos
iinple vit, FLEVO dicitur.
M 2
t l A
N " ’ ' i .
ë i
m h
%
f
liAi if if i