ri' l i t
¡i" M.V
' r ' l l ' -i;‘-". 43:
| 4 „
- ’" I . I I: ' '
i '
fc.- 1 ')!
»»ii
jllMÍ'«
I ri'lji lliftiilSiLwl ïi■lUlfi*'
'A l f il
. i l l ' ' Y '
..... :? Ì Ì ) i|
N îü i l i i i i i
3 lih.
‘ ; .'i!L.,
': '.nil'hli
’ . r l i l i i
,i:Y
10- i\
WffH
'/■ i l i Iif;
G E R A R D V A N L O O N S
tusfchen ( i ) was aan de verfcheydene
oorden het lot des gevechts ver-
fcheyde en by de meeste muyters de
minfte heldemoed, terwyl weer anderen,
indachtig der voorige Zeege,
ziehen hunne ipitsbroeders, ter dapperheyd
aanprikkelden, het gevecht
manmoedig ftaande hielden, en door
’ t opfteeken der handen den beleger-
den het teken tot den uytval gaven.'
D it was niet zoodra door de op de
muur ftaande Romeynen gemerkt,
o f de tot duslang berend gehoude
menigte ftort aanftonds längs alle le-
gerpoorten ter vestinge u y t , en C ivilis
in deezen aandrang,door’ tftruy-
kelen zyns paards, v a n ’t zelve ter
aarde; ’t g en e , mids nu ’t gerucht
door beyden de heiren liep dat hy o f
zwaar gewond o f z e lf dood ivas, gee-
rie mindere verflaagenheyd onder de ,
Zynen, dan aanwas van dapperheyd
onder de ontzetters maakte.
Maar (2) Vocula zonder zich met
het naazetten der hierdoor op de
vlugt gebragte Duytfchers te be-
kreunen , beval fle ch ts , als o f ’er
een nieuw beleg voor handen waar,
de wallen en toorens van de oude
legerftee te fte rk en : d o o r’t welke hy
geen ongegrond vermoede op zich
laadde, van dat h y , zo o meenigmaal
de z e eg e verwaarloozende ,
het fleependhouden des oorlogs liefst
hadt. Geen ding echter bezwaarde
( 0 Tadt. Hiß . Lib. I F . cap. 34. Varia apad Ro-
manos forcuna, &, fediciofisfimus quisque ignavus:
quidara reccncis viéloriæ memores, retinere locum,
ferire hoscem , feque & proximos horcari. Ec redin-
tearata acie manus ad obfesfos tendere, ne tempori
áe'esfent. Hü cunda è mûris cementes , omnibus
portis prorumpunt. A c forte Civilis lapfu equi pro-
ftratus,crédita per utrumque exercicum fama, vuine-
ratum aut interfeàum, immane quantum fuis pavoris,
& hostibus alacritatis indidit,
( z ) Ibidm. cap. 35. Sed Vo cu la , omisfis fugien-
tium te rg is , vallum curresque castrorum augebac,
tanquam rurfus obfidium immineret : corrupta totiens
v ifto r ia , non falfo fuspedus bellum malle.
Nihil æque exercitus nostros, quaip egcstas copia-
rum fatigabac. Impedimenta legionum cum imbelli
het heir zoo zeer dan het gebrek van
lyftogt. Des wierdt de belemmering
der Legioenen' en de onftrydbaarfte
hoop naar Nuys gezon den , om vandaar
het koren te land aan te voeren ;
mids de Duytlchers den ftroom bezet
hielden.
Dit gefchiedde (w an t■ Civilis was
van den ondergaanen val nog niet (3)
volkomen herfteld) voor de eerfte-
maal veylig. Dan als die vernam hoe
federt wederom nieuwe korenhaalers
naar Nuys gezonden, de hen byge-
leydende volken , als in ‘ eenen tyd
van vreede geheel zorgeloos , de
krygstekenen door zo o luttel volks
beituuvvd , jade wapenen zelfs op wagons
gelaaden , en alle benden tot
uytgebondenheyd uytgelaaten waaren
, randde hy hen in goede orde
met een goed deel zyns volks zeer
onverhoeds aan, naa dat eene andere
vooruytgezonde hoop de bruggen en
engten der wegen , v o o raf bezet
hadt. Dus wierdt’er zeer lang en
twyfelachtig geftreeden , tot dat het
begin des nachts een eynde van ’ t
vechten maakte. Staande welke de
aangetaste keurbenden naar Geldub
to o g en , blyvende het Ieg e r, g e ly k
’ t geweest w a s , met de aldaar g e bleevene
foidaaten flechts b e z e t , en
geen tw yfe i over w e g e n s ’ t gevaar,
’t gene den korenhaaieren, niet min
door dien last dan de vreeze bezwaard.
turba Novefium misfa, ut inde terrestri itinere fru-
mencura -adveherenc. Nam flumine hosces pocieban-
tur.
(3 ) Ibidem. Primum agmen fecurum incesfic, non-
dum fatis firmo Civ ile : qui ubi rurfus misfos No-vefium
frumentatores , datasque in præfidium cohortes, velut
multa pace, ingredi accepic,• rarum apud figna miii-
tem , arma in v eh icu lis , cunftos licencia v a g o s ,
compoficus invadit: præmisfis, qui ponces & viarura
angmsca infiderenc pugnatum longo agmine, & incerto
Marce, donec prælium no x divimerec. C o hortes’
Geldubam pe rrcxere, manentibus ut fuerant
eastris, quæ reliftorum illic miiitura præfidio ccne-
bantur. N o n erat dubium, quantum in regresfu dis-
criminis adeundum fo r e t, frumencacoribus onuftis
pauculisque.
A L O U D E H O L L A N D S C H E H I S T O R I . 1 19
in ’t wederkeeren op nieuws over het
hoofd hong.
Immiddels ( i ) voegde Vocula by
z y n heir duyzend Keurlingen uyt
' het v y fde en vyftiende Leg io en in
de oude legerplaats te Z an ten , z yn de
een ongetemde manfchap, en g e beete
op haare Hopluyden. In grooter
getal dan bevoolen was, g e v o lg ly
k zich op reys b eg e even de , morden
de wegtrekkenden o p en ly k , dat
zy met langer den honger en de laagen
der Stedehouderen draagen zouden : en
de blyvende daarentegen, hoe z y , door
’ tverzendenvan em gedeelte der legioenen
, verlaaten wierden. Hier u y t tees
eene dubbele muytery ; zulks de
blyvende benden Vocula te rug riep
en , en de wegtrekkenden w e y g e r den
weer te rug n a a r ’t leger te keeren
.Z
ulks Civilis , terwyl Vocula
eerst naar Geldub en voorts van
daar (2 ) naar Nuys vertrokken
w a s , de oude Zantifche legerfteê
op nieuws heeft omringd, vervolgens
Geldub z e l f ingenomen , en
voorts n o g , niet ver van N u y s ,
eenen federt aldaar ondernomen
ruyterftryd gelukkiglyk voltrokken.
Ondertusfchen wierdt de ibldaat
door vo or-en tegenfpoed, even zeer
tenbederve der Hoofdluyden ontftook
en , zulks de L e g io en en , vermeerderd
door de aankomst der v y f en
vyftiendelingen, ftoutmoedig de aan
hen voorheen beloofde fchenkaadje
eyschten, als bqwust dat ’ er thans
geld van Vitellius a an ’t leger g e zon den
was: het gene hen dan ook
Hordeonius zonder lang marren ,
hoewel op den naam van Vespafianus,
even als dat weer het voedzel tot
eene nieuwe muytery g egeeven heeft.
W an t de begiftigde benden door de
ruymte v a n ’t ontfange geld gevallen
tot overdaad, banketten ( 3 ) en nacht-
rottingen, vernieuwden den ouden
haat indiervoege tegen Hordeonius,
dat z y , Zonder dat iemand der K r y g s bevelhebberen
o f Hondermannen zich
daar tegen durfde ftellen (want de
nacht hadt nu alle fchaamte w e g g e nomen)
hem eerst ten bedde u y t ,
en voorts ’ t gew e e r door ’ t ly ff tie -
ten. H e t zelfde meenden z y ook
aan Vocula werkftellig te maaken,
het en tvaar h y in het kleed eens flaafs
en begunftigd door de duysterheyd
des nachts, dus onbekend een g e ly k
onthaal ontkomen was.
A ls ,n a a ’tbeZaadigen dier eerft opgevatte
h e v igh e yd , de voorheen a f
gelegde vrees thans wedergekeerd
w a s , zonden z y vericheydene H on derdmannen
met brieven aan de Gallifche
g ew e s ten, om hulp en fbldy
biddende: terw y l z y zelfs (g e ly k
de gemeente zonder regeerder fteeds
fchichtig
CO Tacit. Hift. Lib. I F . cap. 35. Addit exercitui
fuo Vocula mille d e le ilo s , è quinta & quartadecima
{quintadecima) legionibus apud Vetera obfesfis, in-
domicura militem ducibus infenfum. Plures quam
jusfiim erac pvo feé li, palem in agmine fremebant,
non fe ultra famem, infidias legatorum toleraturos. Ac
qui remanferant, deferios fe abduña parte legionum
querebancur. Duplex hinc fedicio, aliis revocanci-
bus V o cu lam , aliis redire in caflra abnucntibus.
(2 ) Ibidem cap. 36. Interim Civilis Vecera circum-
fedit. V o cu la Ge ldu b am, acque inde Novefium
concesfit. Civilis capit Geldubam. M o x haud procul
N o v e fio , equestri prælio profpere cercavic. Sed mile
s , fecuQdisadverüsque,perinde in exicium ducum
accendebatur. E t adventu quintanorum quintadeci-
manorumque auétæ legiones àonativum e xpo fcunt,
compeno pecuniam à V itellio misfam. Ne c diu cunctatus
Hordeonius, nomine Vespafiani dedit. Idque
præcipuum fuit feditionis alimentum.
(3 ) Ibidem. Effufi in luxum & epula s, & noftur-
nos coecus, veterem in Hordeonium iram rénovant:
nec ullo ’ legatorum , tribunorumve obfistere aufo
(qu ip pe omnem pudorem no x ad emera t) pro traàum
è cubili incerficiunt. Eadem in Voculam parabancor,
nifi fervili habitu, per tenebras, ignoratus evafisfet.
Ubi fedato im pe tu, metus rediit: centuriones cum
epistolis ad civitates Galiiarum mifere «Mxffi'a ac Jìipen-
dia oracLiros.
G g 2
' i"; All
r i '
W «•! ''Iii'"“’
li'iif
rii 1»,-
|!:lï.::ri ,rili
I f . I' i lP ’ iU
I il' lì :,
I'