ì
I ¡i III
' i r
:-í ;;
Vervolgens zyn de naafte wadden en
moeren door dyken en bruggen aan-
eengehecht en bevloerd om den zwaar
gewapenden hoop daarover te bren-
gen. Dan immiddels ook eene door-
waadbaare plaats ontdekt z y n d e , beyal
h y eene van de ( j ) twee thans
in dienst zynde vieugels der Kanini-
faaten, midsgaders alles, wat van ’t
Duy tlch e voetvolk zich toen in den
dienst der Romeynen bevondt, en
g e v o lg ly k ook de Batavieren, de afgevalle
Vriezen van achter te omrin-
gen.
Dan deezen, als reeds in eene wel
geregelde llagorde gelchaard z yn d e ,
hebben (2) eerst alle de hulpbenden
, voorts de n o g in der haast
tegen hen aangevoerde Legioenruy-
ters op de vlugt gedreeven. Eij
hoewel daarop ftraks weer drie ligte
regementen, voorts nog twee anderen
, en eyndelyk we ynig tyds
daarnaa nog de huipruyters tegen
hen gezonden, en z y dus met den
anderen fterk g enoeg waaren , indien
de aanval gelyklyk gefchied
w a s , hebben z y echter, mids de een
eene w y l naa den anderen het g e vecht
aanvong, den ontlhoerden niet
alleen geenen nieuwen moed by-
geZet , maar zyn door de ver-
fchriktheyd der vlugtelingen nevens
de zelven te g e ly k weggelleept.
Hierop g a f Apronius het overfchot
der hulpbenden aan Cethegus La-
b e o , bevelhebber van ’t v y fde L e gio
en, welke zich daarop wel in ’ t
gevaar wierp , dan , mids de zaak
der zynen reeds hachlyk ftondt,
ftraks door afgevaardigde booden de
hulp der Legioenknechten aanriep ;
invoege de vyftiendelingen vooruyt-
Ipattende den half zeegepraalenden
vyand op z yn e beurt v er jo eg en ,
waardoor de keur- en hulpbenden,
reeds mad door de wonden , nog ty dig
gered zyn. Des (3 ) onaangezien
heeft de Romeynlche Bevelhebber
geene wraak op de vlugtelingen
gaan neemen , noch z ich ,
niet tegenftaande daar veele Bevelhebbers,
uytmuntende Hopluyden,
en befaamde Honderdmannen ge-
Iheuvelt waaren , met het begraaven
van der zelver lyken gekreund. S e dert
vernam men nog uyt de overloopers
hoe ’er negenhonderd R o meynen,
b y ’t woud , ’ t gene B a -
DUHENN A genaamd w o rd t, mids
het hervatten van ’t g e v e ch t, op den
volgenden dag waaren afgemaakt ,
even hoe ook nog vierhonderd anderen
, welken de h o e f van den
eertyds Synsbaar geweest zynden
Cruptorix bezet hielden , zich door
onderlinge wonden, uyt vreeze van
inwendig verraad , hadden afgemaakt.
D o o r dit voorval wierdt wel der
Vriezen (4) naam by alle de D u y tfchers
vermaard, doch het geleede
verlies door Tiberius ontveynsd ,
mids h y aan niemand het beleyd
dee-
C0 Cujuimmtio Vuljiniis in lapide. p r æ ;f. e q u i -
PRIMÆ C A N N A N EF A TUM.
(2 ) Tacit. amai. Lib. I V . cap. 73. Qui Jam acie
compofiti pellunt turmas fo ciale s , equitesque leeio-
num febfidio misfos. Tum tres leves cohorcis •
a c rurlum duæ ; dein tempore interjedo alarius eques’
immislus. Sacis validi fi limul incubuiiTenc ; per in-
tervaUum advcntantes, neque conftantiara addide-
rant turbatis & pavore fugieiuium auferebantur. Ce-
tfiego Labeoni Legato quintæ legionis, quod reli-
quum auxihomm tradit ; atque illc dubia fuorum r e ,
in anceps tra(ftus,misfis nuntiis vim legionum implo-
rapar. Lrorumpunc quintani ance alioì-,6c acri pugna hosteDuIfo
recipiunc cohortes alasque fesfas vuineribus
(3 ) Ibidem. Neque Du x Romanus ulcum iit auc
corpora humavic , quamquam multi tribunorum
pmecto rum qu e & infignes centuriones cecidisfent’
M o x compercum a cransfugis , nongentos Romano-
rum apud lucum, quem B a d ü h e n n æ - vocant
pugna m posterum e x t r a d a , con feftos ; & aliam
quadrmgentorum manum, occupata Cruptoricis quondam
ftipendiarii v illa , poscquam prodicio mecucba-
tuiG mutuis iftibus procubuisfe'
(4) lU im . cap n . Clanim inde inter Germ.inos
Fnüutn nomen: disfimnlante Tib e rio damna, ne cui
bellum permitteret. ■ ’
3 7 -
deezes krygs dorst aanbeveelen: als
nu in ledige g e y lh e yd z yne dagen
buyten Rome tot z yn e dood toe
flytende ; welke negen jaaren
daarnaa ( i ) den zestienden van L en teraaand
voorviel. Z ie van deezen
K e y z e r den volgenden (2 ) penning,
in het vyftiende jaar naa de
geboorte des Heylands g emaakt,
als wanneer hy ter zeventiende maa-
le Gemeensman, en ter zevende maa-
le ■
Des zelfs iopftuk is op de voorzyde geftempeld, en dat weer omringd door deezen
ty t e l:
T I b e r i u s C A E S A R , D I V I A U G u s t i F i l i u s A U G U S T U S .
TI B ER I US C A B S A R A U G U S T U S , Z O O N V AN DEN
V E R G O D E N AUGUSTUS .
De tegenzyde verbeeldt hem in eene zeegekar, door vier paarden voortgetrokken ,
met welke hy zyne ftaatlyke intreede, by het doen van den zeegepraal, te Rome gedaan
lieeft. Het op- en omfclirift Itiydt aldus;
I M P E R A T O R V I I. T R i E U N i T i ä ; P O T e s t a t i s X V I I .
HO O G G E Z AG HE B B E R t £ r V I I E N GEM E E N SMAN
T ER X V I I MAALE.
Hoewel Tiberius , g e lyk w y (3)
gemeld hebben , Germanicus eerst
u yt Duitschland ontbooden, en federt
naar ’t Oosten ( 4 ) -gezonden
'hadt, alwaar h y eerlang het flagof-
fer van des zelfs tegen (5) hem
opgevatten nyd wierdt , 200 is hem
echter , mids des K e y z e r s e y g e
zoon Drufcs, die met hulpe der Ba-
tavifche ( 6 ) benden den ontftaanen
opftand in Pannonie gedempt hadt,
iedert door de list van zyns Vaders
liefling Sejanus mede door ver-
g i f ( 7 ) uyt den w e g geruymd
was, des vankant geholpen Germanicus
Z o o n Cajus in ’t opperryksgeZag,
uyt
( 1 ) Sueton. IV fl. Lib. I I I . cap. 73. Sed & tempes-
tacibiis <üc ingravcfcencc v i morbi recentus paullo
post obiit in villa Luculliana, oftavo & feptuagefimo
ætacis anno, cerc o & vlgefimo Imperii, decimo fep-
tinio Kalend. Aprllis.
(2 ) Adolf. Occon. Imp. R . numismi fol. 64.
(3 ) Zie fie r voor fol. 6 i.
(4 ) Tacit. annal.Lib. I I . cap. 43. Igicur h æ c ,& de
Armenia, quæ fupra memoravi, apud patres disfc-
ruic: nec posfe motmi Orientem nifi Germanici fapien-
tUi componi - - - - T un c decreto patrum permisfæ
Germanico pro vinciæ , quæ mari dìvidiincur.
( j ) Ibidem, cap. 69. Sævam vim morbi augebac
perfuafio veneni a Pifone accepti.
Ibidem, cap. 72. Hæc palam & alia fe c re to , per
quæ ostei)dere credebatur mecum ex Tiberio : neque
multo post excinguitur.
(6 ) Zie bier voor fol. j s .
( 7 ) Tacit. annal. Lib. I V . cap. 8. IgicurSeJanus ma-
turandum racus, deligic venenum, quo paulatim inrepente
, forcuitus morbus adiìmularetur. Id Drufo
datum per Lygdum fpadonem, ut odio post annos
cognicum esc. Cætemin Tiberius per omnes vale-
tudinis cj’us d ie s , nullo mecu (an ut firmicudinem
animi oscertcareO eciam defiinflo , necdum fepulto
curiam ingresfus est.
■ A i '
'S-jteiríií
I t t i ' i'iir. •
' f ! : k |iM,