i ' / " J l
’ Mlilläiin
I n t . " llilH
ijíSi"
Mí i
IK» L |
SüIYM
il." ri!
142' G E R A R D V A N L O O N S
adelaars door de indringelingen bykans
omringd waaren. Des in feile gramfchap
ontftoo’ken ;gy verhat, fnaauwde
h y hen t o e , nocb Flaccus nocb Vocula.
Geen verraad is biermede gemengd; cn
ik heb my wegens niet anders te ontfcbnl-
digen, dan dat ik te ligtvaardig geloofi
hadt, hoc gy het voorheen met de Gallen
aangegaane verbond reeds vergeeten,
en den Romeynfchen eed thans in uwc
gedachten gehouden hadt. Des dat
men my vry by het getal ( i ) der voorheen
vermoorde Numifen en Herennien
voege, op dat alle bevelhebbers over u ,
o f door der foidaaten o f der vyanden
handen zyn omgekomen. Gaa bood-
fih apt aan Vespafianus, o f , dat nog
nader is , aan Civilis enClasfais, dat
gy uwen Bevelhebber in den f r y d verlaaten
hebt. Doch weet echter dat ’ er
eerlang Legioenen te verwachten flaan,
die noch my ongewrooken, noch u on-
geflrafl zullen laaten.
En zekerlyk dit was (2 ) de waarh
e yd , en waarom hen het zelfde
ook door de Hopluyden en Over-
iien wierdt toegedreeven. Des hielden
z y ftand, hier by benden, daar-
b y ro tten, onaangezien de plaats des
gevechts geene meerdere uytbrey-
ding toeliet, mids de aanvallers zich
w y d en z yd uytgeftrekt en dehutten
en pakkaadje integendeel in den w e g
waaren en alom binnen den legerwal
geftreeden wierdt. T u to r , Clasficus
en Civilis ondertusfchen hitften ieder
ter plaatle, daar hy ftondt (3)
te weeten de Batavieren om de glori,
de Gallen om de vryheyd, en de D u y tfchers
om den buyt tot het voortzetten
van het tot dus ver wel gelukte
gevecht aan. Dus liep alles den aanvalleren
meé, tot dat het eenentwintigfte
L e g io e n , te zamen gefchoold
in eene ope ruymte, de indringelingen
eerst ftuytte, en eyndelyk dein-
zen deedt; waarop de verwinnaars,
niet zonder ’t toedoen der G o d en ,
fehielyk den moed laatende vallen,
hen den rug toekeerden; op ’t aan-.
fchouwen der L e g io en en , w e lk en ,
verftrooid b y den eerften aanval, docTi
fcdert op de toppen der bergen weer
verzaamd, hen dus als een nieuw aangelande
onderftand hadden toege-
fcheenea H oew el het zeker was,
dat niets meer dan de onderling ontftaane
twist, om , met het laaten vaaren
des v yands, achter den buyt
te geraaken, hen de z e eg e u y t de
hand gerukt hadt.
Cerialis, g e lyk h y door onacht-
zaamheyd (4 ) de zaaken in den beginne
Z elf verbrod hadt, heeft de
zelven aldus door beliandigheyd
fcdert weder herfteld, en voorts
’ t herkreege geluk vervolgende
nog ten zelven dage de vyandlyke
EE5 S 3
( 1 ) T a d t . Hift. Lib. I V . cap. 77. ,. Annumerabor
Numifi’s I f Herenniis, ut omnes legati vestri, ata mi-
litiirn manibus, aut hostium ceciderint. I t e , nuntiate
Vespafiano, vel quod propius est, Civili I f Clasftco,
relihum a vobis in acie ducem. Venient legiones ,
qux neque we inultum, neque vos impunitos patian-
tur.
(2 ) Ibidem, cap. 78. Vera e rant, & a tribunis præ-
feftisque eadem ingerebantur. Confistunc per coho
rtes, & mánipulos. Neque enim poterat pates-
cere acies effufo h o s te , á impediencibus centoriis
farcinisque, cum intra vallum pugnarecur.
(S ) Ibidem. T u t o r , & C lasficu s, & C iv ilis , fuis
quisque lo'cis pugnara ciebant : Gallos pro liberiate,
Batavos pro gloria, Germanos ad prædam inftigantes.
E t cunfta pro hostibus erant donec legio unaec-
vicefima, patentiore quam ccteræ fpacio con globata .
fustinuit ruentes, mox impulit. N e c fine ope divin
a , mutatis repente anirais, terga viftores vertere.
Ipfi térricos fe cohortium afpeüu ferebanc, quie primo
Ímpetu d is je ftE , fumrais rurfus jugis cougrega-
b antu r, ac fpeciem novi auxilii feceranc. Sed obici-
tuie vincentibus pravum inter ipfos certamen , hoste
omisfo fpolia confeftandi.
(4 ) Ibidem cap. 79. C erialis, ut incuria prope rem
a fflix it, ita conftantia rcstituit. Secutiisguc forcunam,
castra hostium codcm die capic exicindicque.
N e c in longum quies militi data. Orabant auxilium
Agrippinenfes, offerebantque uxorem ac Sororcm
C iv ilis , & filiam Clasfici, relifta fibi pignora focietatis.
Atque interim disperfos in doinibus Gcrmanos
trucidaveranc. Unde metus & justai preces in-
vocancium, antcquam hostes rcparatis viribus ad
fp em, vel ad ulcionem accingcrentur.
A L O U D E H O L L A N D S C H E H I S T O R I . '43
lyke legerfteé veroverd en u y tg e rooid.
Vervolgens Zonder den foidaaten
eenige rust te g e e ven , fpoeide hy
zich ten onderftand der ora hulp
fineekende Kolenaars , welken hem
de gemaalin en zuster van Civilis ,
even g e ly k ook de dochter van Clasficus,
by hen voorheen ten onderpand
van het geiloote verbond g e laaten,
thans aanbooden: hebbende
ook de Duytfchers ondertusfchen
om hals gebragt , welken aldaar in
bezetting leggende door de huyzen
en buurten verftrooid waaren. T e r
oorzaak z y bevreesd waaren dat de
geflaage Bondgenooten hunne magt
herfteld hebbende, zich o f tot de
hoope o f wraak t’ hunnen naadeel be-
re.v^ddeen mogten. T e m e e r , mids
c iv ilis , enda t ( i ) z e l f met geenen
magtloofen h o o p , zich reeds derwaart
hadt in optogt b eg e even ; als
zynde het puyk Zynef benden, beftaande
uyt Chauchen en Vriezen ,
in z yn g eh e e l, en h y te Z u lp ich ,
g elegen in de gebuurfchap van K o len
, gelegerd. Dan hier verftaande
de voorgemelde droeve ty d in g , hoe
naaralyk de te Kolen in bezetting leggende
Du ytfchers, door ’t gulzig
Hempen en het binnenilaan des
wyn s listig in flaap gebragt zynde
met gefloote deuren en d o o r ’ t inge-
.worpen vuur verbrand waaren, is
h y fchielyk afgetoogen ; zo o om dat
( i ) Tadt. H iß . Lib. I F . cap. 79. Namque &
Civilis illuc intcnderat, non invalidus, flagrantisfi-
ma cohorcium fuarum integra:, quæ e x Chaucis Fri-
fiisque compofita , T o lb ia c i, in finibus Agrippinenfium
agebac. Sed tristi.«: nuncius avertit deletam
cohortem dolo Agríppinenfium : qui largis epulis vi-
noque fopicos Germano s, claufis fo r ibu s , igne in-
je£lo cremavere, fimul Cerialis propero agmine
fubvenic. Circumfteterat Civilem 6c alius metus
, ne quarcadecima legio adjunfta Britannica
clasfe , afiliélaret Batavos , qua Oceano ambiun-
tur.
(a ) Ibidem. Sed Legionem terrestri itinere Fabius
Priscus legatus in Nervios Tungrosque duxit.
Eæque civitates in dcdicionem acceptæ. Clasfem
Cerialis met eenen goeden hoop reeds
te hunnen onderftand aankwam, als
beducht dat het veertiende L e g io en ,
zich vereend hebbende met de fcheeps-
inagt van Britannie de Batavieren,
ter plaatfe daar hen de Oceaan
omvangt, mogt befchaadigen.
Aan den anderen kant heeft de
Bevelhebber Fabius Priscus langs
den landweg een Leg ioen naar de
T o n g e ren en N e rv ie n , dat zyn de
thans genaamde Vlaamingen g e le y d ,
en die beyden in (2 ) genade ontfangen.
Hiertegen is de voorgemelde
Britannifche vloot door de Kaninefaaten
zelfs aangetast, e n ’t grootfte
dee] der fcheepen o f in den grond ge-
b o o rd o fg en om en; dit i s ’t m inst: de
menigte der N e rv ien , bewoogen u y t
eene e y g e drift om den oorlog voor
de Romeynen te v o e ren , z yn door
de zelfde Kaninefaaten op de v lugt
g edreeven, wordende dit alles n o g
vergroot door de overwinning , die
Clasficus op de door Cerialis voor-
uyt naar Nuys gezonden R u y te ry
immiddels behaald hadt. Zulks deez
e hoewel maatlyke, doch te g e lyk
de eene ftraks naa de andere ontfang
e fchaade, de reeds 200 w yd u y tgebreyde
faam der onlangs verkreeg
e Zeege niet we ynig bezwalkt heeft.
Civilis (3 ) immiddels hebbende,
naa den ongelukkigen ftryd omtrent’
T r i e r , z yn heir in Duytschland herfteld,
zettede zich te (4 ) Furften-
barch
ultro Caninefates 'aggresfi funt: majorque pars navium
dcpresfa, auc capta. E t Nerviorum multicudi-
nem fponce commotam, ut pro Romanis helium ca-
pesferet, iidem Caninefates fudcre. Clasficus quoque
adverfus equites Novefium à Ceriale præmisfos,
lecundum prælium fe c it. Quæ modica, fed crebra
damna, famam v iilo r iæ nuper parcæ lacerabant.
(3 ) Ibidem Lib. V.cap. 14. Ac Civilis postma lam in
Trev eris pugnam, reparato per Germaniam exerci-
cu,-apud veccra castra confcdit: tutus lo c o ; & ut
memoria prosperarum illic rerum, augescerent Barbarorum
animi.
(4 ) K. Kolyn vs 83-
liTot i 3CIÖC tDoit
(€ o t f n v 0 t cn i in iT 0 ................
N n 2
J • r.\i > w.
• v h m i
i i f f i
i i.'i
| 3#Ül
-dlilkrih:
...