11 li
li
14 6
rust cn eene eerlyke belooning te g e moet
zagen.
Civilis ( i ) aan den anderen kant,
mede niet zw y g e n d e , leydde z y ne
benden op eene plaats ten ft ry d ,
welke getuygenis g a f van haare voorheen
aldaar betoonde dapperheyd.
Gy Dnytfibers, Gy Batavieren (want
het was op deeze w y s dat h y de ze lven
beyden opwakkerde) ßaat in de
zelfde voetflappen uwer hiervoor verkreege
glorie, trappende thans nog
met de voeten de ' asch en ’ t geheen-
te der verßaage Legioenen. D e Romeynen
integendeel, werwaart zy de oogen
wenden, zien niet dan de merkte-
kens hunner voorheen ondergaane ge-
vangenisß, nederlaagen, en andere
gnmwzaamhcden. Nochte ( 2 ) en zyt
niet verfibrikt wegens den ßinkfihen
uytgang van het omtrent Trier voor-
gevallen gevecht, alwaar de reeds behaalde
zeege n z e l f is in den weg geweest
; dewyl g y , verlaatende het geweer
, liwe flrydbaare handen met den
ontydigen roof helemmerden. Dan
thans is u alles meé en den vyand tegen
: wat ■ ’er door eens Veldheeren list
dient bezorgt te worden, heb ik ook
verricht, en des natte velden, en hen
onbekend, midsgaders poelen fchaadlyk
voor den vyand ter frydplaatfe uytge-
koozen. Den Ryn en de Goden van
Duytschland hebt gy, als zoo veelfpoor-
ßagen ter dapperheyd, voor uw gezigt,
en met hulpe van welke Godheden gy
den f r y d , gedachtig ttwer cchtgenoo-
ten, ouderen cn vaderland, op deezen
dag maar te aanvaarden hebt: welke
door de uytkomst o f de loflykfle onder de
voorigen, o f de finaadlykße by de naakomelingen
flaat te weezen.
Ais hierop (3 ) door een algemeen
gerinkel der wapenen en vrooilyk ge-
hippel (want dus is hunne g ew o on te)
alom getoond w a s , dat hen deeze
redevoering imaakte, wierdt het g e vecht
met het ftnyten van fteenen,
fchichten, en ander werpgeweer begonnen
, treedende de Romeynen
reenszins ten poele in , onaangezien
ret tergen der D u y tlch e r s , om hen
derwaart te lokken. Dus , ’ t gene
gooibaar ( 4 ) w a s , eerst zynd e ver-
bezigd , verdubbelde de ft ry d , e n ,
ftootende de Duytfchers met hunne
ongemeen g ro v e lighaamen en zeer
lange Ipietien fellyk voorwaart, door-
reegen de van ver halfvlottende en
reeds zwichtende Romeynen. Met
een zwom ( j ) het rot der B ru ñ e ren
van den dam, dien w y verhaald
hebben dat in den R yn gelegd
w as , en veroorzaakte dus alom eene
ichriklyke verwarring; want z y dreeven
door hunnen onvporzienen aanval
de in ordegelchaardehuipbenden des
Romeynfchen legers uyt haare ftand-
plaatlen, tot dat haar de Leg ioenen
ondervongen , waardoor der aanval
■
( 0 Tacit. m ¡ t . L ib .V . cap. Î 1 . N e c Civilis fllentem
ftnixic aciem , locum pugnæ testem virtutis ciens:
Stare Germanos Batavosque fuper vestigia gloria , ciñeres
osfaquelegknum calcantes. Quocumque oculos Romanus intenderei
, captivitateni, clademque c? dira omina obverfari.
(2 ) Ibidem. Ne terrerentur vario Treverici prælii
eventu: fuam illic viñoriam Germanis obftUisfe, dum
omisfis telis, præda manus impediunt. Sed cunña mox
prospera, & bosti contraría evenisfe. Quæ provideri astu
ducis oportuerít, providisfe: campos madentes, ipfis
gnaros, paludes bostibus noxias ; Rbentm 6 f Germaniæ
ífeoí in afpeSlu, quorum numine capesferentpugnam, con-
jugum, parentum ; patria memores. Ilium diem aut glo-
rinfisfimum inter majores, aut ignominiofum apud pasteros
fore.
(3 ) Ibidem. Ubi fono armorum tripudiisque ( i t a
illis m o s ) approbata fu n td if ta , fa x is , glandibusque
& cæteris misfilibus prælium incipitur: neque nostro
milite paludem ingrediente, & Germanis ut eli-
cerent lacesfcntibus.
( 4 ) Ibidem, cap. i8. Abfamptis quæ jaciuntur,_ &
ardescente pugna , procurfum ab hoste infestius, im-
menfis corporibus, & prælongis hastis fiuitancem
labantemque militem eminus fodiebant.
( 5 ) Ibidem. Simul e mo le, quam eduñam in Rhenum
retulimus, Bruderorum cuneus transnatavic.
Turb ata ibi res & pellebatur fociarum cohortium
acies , cum legiones pugnam excipiunt, fuppresfaque
hostium fe r o c ia , prælium exæquatur. Inter quæ,
perfuga Batavus adiit Cerialem, terga bostium promittens
, f i extremo paluàis eques mitteretur. Solidum ilia ,
fcf Cugernos quibus custodia obvenisfet , parum intentos.
Duæ alæ cum perfuga mislæ , incauto hosti
circumfunduntur.
. i i
I ] Í