hebbcrs van visch zijnde, slechts nu en dan bezig. Welligt is de
groote reden, waarom zij zoo weinig werk daarvan maken, dat het
eiland een overvloed van wilde varkens en gevogelte oplevert waar-
onder ook den zoogenaamden notenkraker (Columba Globicera), welke
naar eene blaauwe duif gelijkt en de muskaatnoot verslindt, maar die
weder met hare uitwerpselcn gebeel ontlast , zoodat deze uitwerpselon
de noot tot mest en ontwikkeling dienen, waarom zij dan ook in me-
nigte rondzwieren op de plaatsen, waar wilde muskäatboomen groeijen.
De Nederlanders hebben reeds vroeg op dil eiland gevaren, en er
m het jaar 1646 eene vesting gebouwd. Destijds verklaarde’ de be-
volking, die längs bet Strand woonde, onze vrienden te zijn, maar de
bergbewoners waren ons vijandig, hetgeen den onzen al vrij wat volk
gekost heeft , doch , nadat zij bet bosch een kanonschot ver omgebakt
en opgeruimd hadden , ging het beter, en men kon de vesting Wi l h
elms b ur g , anders ook Nassau genoemd, voltooijen , die men
voorts met 8 ijzeren stukken wapende, en er een Koopman , een Luite-
nant en 70 Soldaten, met behoorlijken voorraad voor een jaar, op
plaatste, waarna devloot, in Junij van het ¡rczeffde iaar, weder naar
Banda vertrok. o b .
^ In het jaar 1664 zöchten de Engelschen, door een onzer gewezene
dienaars , V incent V e it e genaamd , dit eiland in het bezit te nemen ;
doch men zond er uit Banda volk naar toe, hetgeen hun zulks belette,
en men bragt V e it e naar Banda en voorts naar Batavia over, alwaar
zijn proces opgemaakt werd. Later heeft men echter, om de onge-
zondheid der lucht, ons volk van daar weggenomen. Die ongezondheid
hleek reeds , toen men aan net bouwen van de vesting was, want in
de zeven weken tijd , welke aan dat werk besleed werden , stierven er
127 man , hetgeen evenwel ook grootendeels veroorzaakt werd door het
water, dat zij drinken moesten ; want, ofschoon er landwaarts in veel
goed water was, kon men , wegens den stroopenden vijand, die wel
300 of 400 man sterk was, daar niet ligt bijkomen.
DAMME, havcz. in Zalland, prov. Overijssel. Zie D am (T en- ) .
DAMME, riaam , onder welken het d. Z wammerdam in Rijnlarid, prov.
Zuid-Holland, veelal bij de landlieden , uit den omtrek bekend Staat.
Zie Z wammerdam.
DAMME, kl. eil. in Oost-Indie, tot de Zuidoosler-eilanden van Banda
behoorende. Zie D amma.
DÄMMER, of P oeeoe-D ammer , kl. eil. in Oost-Indie, in den Molukschen
Archipel, aan de Zuidkust van het eil. Gilolo; 0°58'N.Br., 146°8'O.L.
DÄMMER., kl. eil. in Oost-Indie, tot den Sundaschen Archipel behoorende.
Zie E dam.
DAMMER (POELOE-), kl. eil. in Oost-Indie, in den Molukschen
Archipel. Zie D ämmer.
DAMMER (POELOE-) , kl. eil. in Oost-Indie, in den Sundaschen
Archipel. Zie E dam.
DAMMERSCHEIT, bij de landlieden D ammerich geheeten, voorm.
kast. in het Land van Overmaze, prov. Limburg, onder Klimmen,
Z. van het buurtje de Breen.
Het was reeds in het midden der vorige eeuw gebeel vervallen ;
thans ziet men er niets meer dan eenige overblijfselen van.
^DAMONG’, gebergte in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java.
Zie D omong.
DAMPELAS, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil .Celebes.
Zie D amphaeas.
DAMPELAS-MAULANO, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Celebes. Zie D amphaeas-M aueano.
DAMPELAS-TANDO, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes.
Zie D amphaeas-T ando.
DAMP-EN-GEEST, adell. h. in Kennemerland, prov. Noord-Hol-
land, arr., kant. en 1 | u. Z. van Alkmaar, gem. Limmen, digt
aan de b. Dusseldorp.
Dit h., hetwelk vroeger aan de graaflijkheid van Holland leenroerig
was , beslaat, met de onderhoorigheden , bestaande in boerenwoning ,
tuin, boomgaard en plantaadje, eene oppervlakte van 7 bund. 71 v. r.
56 v. eil. Het wordt thans in eigendom bezeten en bewoond door
den Heer Mr. M atthijs H endrik W eedijk.
DAMPHALAS of D ampeeas , riv. in Oost-Indie, op het Sundasche'
eil. Celebes, op de Kust van Menado, die met eene noordwestelijke
rigting in de Zee van Celebes uitloopt.
DAMPHALAS-MAULANO of D ampeeas-M aüeano , oud d. in Oost-
Indie , op het Sundasche eil. Celebes, op de Kust van Menado, ¿ m.
van het strand, aan de Damphalas.
DAMPHALAS-TANDO of D ampeeas- T ando , oud d. in Oost-Indie,
op h e t Sundasche e i l . Celebes, op d e kust v a n Menado, i m. van h e t
S t r a n d , aan d e Damphalas.
DAMP1ER (STRAAT-VAN-), D ampiersstraat of D ampiersdoortogt,
straat in Oost-Indie, in den Molukschen Archipel, tusschen de eil.
Battanta en Wageo. Zij is 12 tot 40 vademen diep.
DAMPIN, plaats in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra.
Zie L ampong.
DAMPOLDER, pold. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr. Leyden,
kant. Alphen, gem. Zwammerdam; palende N. O. aan den Rijn,
Z. O. aan de Zuidzijde van Bodegraven, Z. aan de Broekvelden van
Zwammerdam, Z. W. aan Wijk, W. aan Spoolwijk en den Steekt-
polder. dt'e o/oí dm. Ist Oqn
DAMPTEN , voorm. banne in Dregterland, prov. Noord-Holland;
palende N. aan de Buitendijksche landen, N. 0 . aan de Oostenderlanden
, 0. aan de Zwagerban en de Hoornscheban , Z. aan de Zui-
derzee, W. aan de Groote Waal en de Berkhouterban.
Voorheen zoude in deze ban , een d. van denzelfden naam gelegen
hebben, dat reeds voor eeuwen in zee verdronken ligt, doch waarvän
de grondslagen in de zestiende eeuw , door het afloopen van het water
, nog eens zoude zijn te zien geweest.
Thans is D ampten een pold., die een gedeelte der gem. Hoorn, arr.
en kant. Hoorn uitmaakt. Hij beslaat eene oppervlakte van 235
bund. 10 v. r. 57 v. eil., telt 8 h., waaronder 5 boerderijen, en
wordt door de poldermolens van de Weslerkogge, waarbij D ampte inge-
deeld is, op de Zuiderzee van het overtollige water ontlast. Het dijks-
bestuur bestaat uit eenen persoon als lid van Dregterlands dijksbestuur.
DAM-RAK, water in Amstelland, prov. Noord-Holland, zijnde de
mond van den Amstel, van den Dam af tot waar die rivier in het
IJ uitloopt. Het wordt meestal, door de inwoners van de hoofdstad ,
met den naam van het W a t e r bestempeld.
DAMRUSTpvoorm. buit. in het eil. Walcheren, prov. Zeeland,
onder Koudekerke, % u. Z. ten W. van Middelburg, waarvan het huis
gesloopt is.
DAMSANSOU , d. in Afrika, in Opper-Guinea, aan de Goudkust,
kon, Assianthie, stranddistr. Assin, N. van Folsou.