DUU.
Pe bij uitslek fraaije gelegenheid van dit slot heeft aanleiding ge>
geven , dat sommige Bisschoppen van Utrecht er hun verblijf op hebben
gehoudcn. Inzonderheid was dit bet geval met David van B o b r g o n d ie
en zijnen broeder F i i i p s , den zeven en vijftigsten Bisschop , die beide
aldaar overleden en begraven zijn, terwijl laatstgenoemde het slot,
omtrent bet jaar 1520, aaumerkelijk verbeterd en Verfraaid heeft. In
1528 verviel het aan Keizer K a r e l V, die toen als Heer van Wijk-
bij-Duurstede gehuldigd werd.
R e in o b d II, zoon van W a e r a v e n I , Heer van Brederode, een der
Hoofden van de Hoekschen, onkundig van de hinderlagen, welke de’
Kabeljaauwschen hem omtrent ’s Gravenhage gelegd badden , begaf'zieh
naar bet slot D u u r s t e d e , om met Bisschop D a v id v a n B o u r g o n d ie , die
deze laatsle partij was toegedaan, te spreken en zieh tegen aangebragte
onwaarheden en ratsche bescbuldigingen te verdedigen. Up het slot
körnende , geleidde men liem van de eene kamer in de andere, waar
bij, naar men voorgaf, den Bisschop zoude spreken, tot dat men
hem eindelijk op eenen toren van het slot gevangen zette. Zijne bastaard-
kinderen inmiddels , tot tijdverdrijf, zieh met het kaatsspel op de bin-
nenplaats onledig houdende , wisten niet beter of hun vader sprak met den
Bisschop en werden niet eerder van dien waan terug gebragt, dan
toen zij bevel kregen, om het slot te verlaten. Vervolgens werd ook
"Gi j s b e r t v a n B r e d e r o d e , Domproost van Utrecht en broeder van ge-
melden R e in o b d , in verzekering genomen, en van Utrecht naar D b u r -
s t e d e gevoerdj doch op eene bijzondere plaats. bewaard. Eindelijk
werden ook vier bastaardkinderen van Heer R e in o b d in hechtenis
genomen, waarna de droevigste mishandelingen aan de gevangenen
gepleegd werden. W a e r a v e n , de oudste van deze broeders, werd,
ontkleed zijnde, met koorden op de pijnbank gebonden en zijn lijf
vol water gegoten , waarna men op zijnen buik sprong, om het met
zware pijn er wederom te doen uitbarsten, Deze wreedheid werd
drie- of viermaal daags, tot omtrent vijitig reizen toe , met zoo veel
geftrengheid hervat, dal men hem eindelijk alles deed belijden,
wat men goedvond, en deze afgeperste bekentenissen werden aan
Hertog K a r e l den Stouten gezonden. W a e r a v e n zieh in deze benaauwd-
heid moetende behelpen, om de weinige rust, welke hem vergund
werd, op stroo te nemen, vond middel, om, met de hardste halmen
van zijn bedstroo, het slot van zijne boeijen open te steken. Vervol-
gens brak hij eenige steenen , nabij het venster, boven zijnen kerker,
ui t , draaide een touw van zijne verscheurde kleederen, maakte het
aan het venster vast, liet zieh daarmede af, en ontkwam dus uit
deze wreede gevangenis, nadat hij negen weken en vier dagen daarin
gezelen had. Den grond bereikt hebbende was het diep in den nacht,
zoo dat het rninste geruis hem deed schroomen ontdekt te zullen,
worden. -Hij zwom de Lek over, kwam op den dijk, vond eenen
voerman, dien hij dwong hem naar Hageslein te brengen , van waar
hij, tot elks verwondering, behouden te Yianen, eene heerl. van den
huize van Brederode, aankwam. Dit voorval liet hij, ter eeuwiger
gedaphtenis, op een hord schilderendat hij aan de Lieve Vrouw van
Tienhoven vereerde. Bisschop D a v i d , de vlugt van W a e r a v e n verneinende,
geraakte daardoor in eene groote verlegenheid, doch werd
door zijne Raadslieden aangespoord, om met den vader op gelijke
wijze te handelen , als met den zoon geschied was. Vervolgens werd
R e in o b d aangetast en beschuldigd, dat hij den doodslag op de Bilt,
in het jaar 1457, het verbranden van IJsselstein, het verbond met
A d o l p h v a n G e l d e r enz., bewerbt had. Men deed hem de ordeteeke-
nen van het Guide Vlies af; de pijnbank en de waterplaag werden
voor den dag gehaald en hij , even als W a e r a v e n | gepijnigd ; doch
hii verduurde alles met de onwnkbaarste standvastigheid. Deze folte-
ringen werden meermalen herhaald, vermits de Bisschop Heer R e in o b d
poogde van kant te helpen, opdat hij niet wederom m de tegenwoor-
digheid van Hertog K a r e l verschijnen mögt. Alle p.jnigingen vruch-
teloos doorgestaan hebbende, bragt men hem naar Bergen-op-Z om,
kort daarop naar Kortrijk en vervolgens naar Rupelmonde. Eindel.jk
werden deze bescbuldigingen , in den jare 1472, m tegenwoordighc d
van Hertog K a r e l , bepleit, doch R e in o b d vrygesproken en onschuldig
verklaarUte wanneer dit slot verwocst of in verval geraaktis,
valt niet te .bepalen; vermoedelijk moet dit echter tusschen 1640 en
1700 hebben plaats gehad , daar het in eerst gemelde j a a r nog in bloet
voorkomt, terwijl het in het laatstgenoemde jaar reeds gedeeltelijk
Hetgeen er^nu nog van voorhanden is , wordt thans in eigendom be-
zeten door den Heer Staatsraad J a n H e n d r ik , Baron v a n L y n d e n v a n L b-
n e n b b r g : het onderhoud van het dakwerk des ronden torens, moet echter,
als eene verpligting, op de stad Wijk-bij-Duurstede rüsten.
De vier muren, die men nog in dezen, door schilderachtige partijen
omgeven bouwval aantreft, zijn blijkbaar overblijfselen van eenen toren ,
die alom kenmerken van hoogen ouderdoin met zieh draagt; de bo-
venste helft van den nog aanwezigen , ronden toren, schijnt van eenen
lateren tiid te zijn. De inwendige inrigting, is geheel, in den «ethischen
stijl; de muur is van kolossale dikte , ook zijn er nog over-
bliifselen van eene schildering in fresco op eene muur. Bijzonder treöend
is het uitgestrekte vergezigt, dat het bovenste gedeelte van den toren,
waarin men eene kamer, in den vorm van eenen koepel, heett ge-
bouwd, te bewonderen geeft, van waar men de omstreken , als m een
levend panorama,. voor zieh ziet.
DUURSTEDE (WIJK-BIJ'), stad in het Overlcwartier der prov.
Utrecht. Zie W i j k - b i j - D u u r s t e d e .
DUURSWOLDE, meest D b ir s w o e d e , vroegere naam van het im-
delijkste gedeelte van Fivelgo, prov. Groningen, zieh uitstrekkende 0.
van Groningen, tusschen de Damster- en Winschoter-diepen, tot aan
Wagenborgen. „
Het bevat de volgende twaalf d . : Garmerswolde, Thezinge,
Ten-Boer , Wi t tewierum, Ga r re l swe e r , Woltersuiri, Hark-
s tede, Sch a rme r , Colham, S lo c h t e r e n , Schildwolde en
Helium, uitmakende de gem. Slochteren, benevens een gedeelte van
,de gem. Ten-Boer en Loppersum, en beslaat alzoo een gedeelte van
de kant. Hoogezand en Appingedam.
De middenrug zieh Zuidwest- en Noordwaarts uitstrekkende, bestaat
uit geel zand, is hoog en boschrijk, vooral van eikenboomen. Naar
het Z. en W. vindt men vele läge, derrieachtige gronden en uitgebag-
. gerde waterplassen , wijken en putten ; op de hoogere gedeelten ver-
bouwt men boekweit. Het was ook onder den naam van Z u id e r b o s -
s c h e n bekend, zoo als thans nog doorgaans onder dien van de W o e d -
s t r e e e of H e t W o l d . . .
Het beeft veel overlast van het water, waarom er, voor weinige jaren ,
,ten behoeve van deze landslreek, eene omgraving bij Appingedam is
ii i _ • l l 1 1—t knnfh Imontwnnrfl.