Nes en Peazens, verloren j vooral doordien de dijken hier vroeger
geheel verwaarloosd werden , uithoofde van de gedurige verschillen
tusschen de dijkpligtigen ; zoodat zelfs een groot gedeelte van het d.
Wierum weggespoeld is, waardoor de kerk, die vroeger midden in het
d. stond, thans geheel tegen den zeedijk staal.
Het wapen van W e s t - I ) o n g b r a d e e l bestaat uit een veld van azuur
(blaauw), beladen met eene golvende bande van zilver, van den reg-
ter boven naar den linker benedenhoek nederdalende.
DONGERADEELEN, naam, die men gewoonlijk bezigt,. wanneer
men van de beide Friesche grietenijen O o st-D o n g e rad e e l en West-
D o n g e ra d e e l gezamenlijk spreekt. Zie de beide voorgaande art.
DONGGALA, vorst. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes;
op de Westkust, aan de Palosbaai.
Het staat onder eenen Aadja, die zieh van de zeeroovers heeft afgeschei-
den en in 1824, toen de Gouverneur-Generaal v a n d e r C a p e l l e n zieh te
Makassar bevonjl, zijnen zoon derwaarts heeft gezonden, om zijne hulde
aan het Nederlandsche Gouvernement te bewijzen.
De voornaamste steden van dit vorstendom zijn : Donggala dc
hoofdst., Tomboe, D o em p a lis, S aw y ah , en To la to la .
Het land brengt veel kokosnooten , Turksche tarwe, rijst, tabak en
sago voort, sommige inwoners leggen zieh ook op de vischvangst toe.
In het gebergtc is eene goudmijn, welke voor rekening van den Vorst,
wiens eigendom zij is , bearbeid wordt.
DONGGALA, st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes, op de
westkust, rijk Donggala, N. van de Palosbaai, aan den zuidelijken uit-
hoek. Deze stad , de resid. van den Radjah des rijks , is met palissaden
omheind en daaraeliter ligt een fort, dat haar tegen de zeeroovers ver-
dedigt.
DONGHORN, D o d in g e h o r n of D o e n g e h o r n , geh. in het Wester stads-
hamrik, prov. Groningen, arr., kant., gem. en 8 min. W. van Groningen,
waaronder het behoort. Horn beteekent hoek. Ook liep deze
plaats in den hoek van het Reitdiep , op de grenzen von het stads
territoir, en wordt reeds genoemd in de oude brieven van 1339,
1422 en anderen.
DONGIEMEER, voorm. meertje, prov. Friesland, kw. Westergoo,
griet. Franekeradeel. Zie D o n g jc m e r -m e e r .
DONGJUM, D o n g io m , D o e n g j u m , D o e n ju m , D o n g om of D o n jo m , ook wel
D o d in c h em of D o n c h um gespeld , d., prov. Friesland, kw. JVestergoo, griet.
Franekeradeel, arr. en 3 u. W. van Leeuwarden, kant. en 2 u. 0. ten
N. van Harlingen, J u. N. van Franeker, zeer aangenaam aan den klei-
rijweg van Leeuwarden naar Franeker gelegen. Men telt er 30 h.
en 200 inw., die meest in den landbouw en veeteelt hun bestaan vin-
den. Men heeft er vele uitmuntende landerijen, vooral längs den
rijdweg, maar in het W., waar vroeger de Ried vloeide, en Z. 0.
is veel laag land, hetgeen. alleen door inpoldering bruikbaar is. Onder
dit d. vindt men onderscheidene terpen of vliedbergen , welke al-
daar, uit hoofde van de läge ligging van vele landen, opgeworpen
zijn , waaronder men nog al vrij lioogen aantreft. Ook ligt bet thans
fngepolderde Dongj u m e r-m e e r onder het behoor van dit dorp.
De Herv., die hier 190in getal zijn, maken eene gem. uit, welke
tot de klass. van Harlingen, ring van Franeker, behoort. De eerste,
die het leeraarambt in deze gem. heeft waargenomen, is geweest P i e t e r
W i e g e r s , die hier in 1880 Predikant was , zonder dat men vindt aan-
geteekend hoe lang hij hier gestaan heeft. Tot in het jaar 1723 moest
de Predikant van D o n g ju m , om den vierden Zondag, ook te Boer pre-
diken, doch na dat jaar heeft dit opgehouden. De kerk bragt vöör
de Reformatie 100 goudgulden (150 guld.) op , zij had eene prebende,
die 80 goudgulden (120 guld.) waardig was , en aan den Proost van
St. Jan te Utrecht werden 12 Schilden (27 guld.) betaald. Deze kerk,
dat een oud groot gebouw met eenen stompen toren was , is in 1776 afge-
broken en in de plaats daarvan de tegenwoordige nette en wel ingerigte kerk
gebouwd , die den 4 October 1778 ingewijd is , en met een^spits torentje
en klein orgel prijkt. In deze kerk is een uitmuntend kunslstuk van
X a v e r i1, zijnde eene graftombe van den Staatsman Sicco v a n G o s i . in g a ,
die vöor en in den successie-oorlog Gedeputeerde te velde en Ambassadeur
aan het Hof van Frankrijk geweest is, en in 1731 op zijne
state, welke vroeger onder dit d. lag, overleed.
De R. K., van welke men er ongeveer 10 aantreft, behooren tot de
stat. van Franeker.
De dorpsschool wordt gemiddeld door een getal van 30 leerlingen
bezocht.
Voorheen stonden hier onderscheidene adellijke Staten, als: Ayluf-
s ism a , F r i t t e m a , G o s lin g a , H e r in g a , L io n a u d s tr a en
R o dm e rsm a of Roedersma .
De Riedstroom of de vaart van Franeker naar Ried, Tjummarum,
enz. loopt een eind wegs over den grond van dit dorp voort, en door
deze vaart was oudtijds een wad of doorreed, ter plaatse, waar nu de
Dongjummer-tille gevonden wordt.
Toen de Friesche Edelen S jo e r d A y l v a , T j e r k . W a l t a , D o u w e Hid-
d em a en D o o it z e B o n g a , in het jaar 1500, zieh verbonden hadden om Friesland
zoo mogelijk van de overheersching der Saksers te bevrijden , en
te dien einde Franeker belegerd hadden, was het hoofdkwartier van
eene der vier hoofddivisien, waarin hun leger was afgedeeld, te Dong-
ju m gevestigd.
Op den 27 Junij 1504 riep Georg, Hertog van Saksen, al de
huislieden van de griet. Menaldumadeel, Franekeradeel , Barradeel,
Baarderadeel en Hennaarderadeel te D o n g ju m bijeen , en nam hen onder
den eed, om hem, als hunnen wettigen Heer, alle eer en gehoorzaam-
heid te bewijzen , terwijl de Hertog beloofde hen als een goed Heer
te zullen dienen.
D o n g jo m is de geboorteplaats van den Natuur-, Sterre- en Werktuig-
kundige W y t z e F o p p e s , naar de plaats zijner geboorte D o n g ju m a genoemd,
geb. 16 September 1706, j- 8 Februarij 1778, den uilvinder
van den magnetimeter, een werktuig, om de helling van den mag-
neetnaald te vinden , van welke uitvinding de Schot S c o r e s b y zieh, in
het jaar 1821, de eer toeeigende.
DONGJUMMER-MEER of D o n j o m e r - m e e r , op sommige kaarten D o n g i e -
m e e r gespeld, voormalig meer , prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Franekeradeel, arr. Leeuwarden, kant. Harlingen, W. van Dongjum.
Het strekte zieh vroeger uit van het d. Dongjum tot aan den Slagtedijk,
maar is in het jaar 1776 meerendeels ingepolderd en beslaat thans eene
oppervlakte van 180 bund.
DONGSCHEYAART, water in de bar. van Breda, prov. Noord-
Braband. Zie D o n g e n s c r e v a a r t . ’
DONGUM , d,, prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Franekeradeel.
Zie D o n g ju m .
DONIA of D o n y a , voorm. state, prov. Friesland, kw. Oostergoo,
griet. Dantumadeel, in het d. Dantumawoude.
III. Deel. ^8 -