ren en dät het bestuur in eigen zaak regt sprak , bestonden bier met,
het uitvoerend wetgevend en regterlijk gezag, beruslte niet bij de-
zelfde personen.
Het dijkbestuur oefent geen het minste gezag uit over de polder-
werken en de molens. Het bebecr daarover berust bij de polderbe-
sturen en , voor zoo verre eenige tot eene gemeenschappelijke bemaling
zijn vereenigd, berust het beheer over de molens bij de daartoe van
wege die polders gecommitteerden.
DREGTERLANDSCHE-DIJK of D r e g t e r la n d sc h e - W e s t f r ie s c h e - Z e e -
d i j k , dijk, prov, Noord-Holland, welke geheel Dregterland ten N., 0.
en Z. omvat. Beginnende een weinig bewesten Wervershoof en met
eene oostelijke strekking naar Immetjeshorn loopende:, van waar hij
met eene zuidwaartsche rigting naar Enkhuizen schiet. Na om die stad
heen geloopen te hebben, neemt hij, tot aan de Broekerhaven , eene
zuidwestelijke en van daar tot den Blokkerhoek weder eene zuidelijke;
van hier weder tot bij Wijdenes eene zuidwestelijke en voorts tot Hoorn
‘eene westelijke strekking ; terwijl hij voorts , na de stad Hoorn om-
geven te hebben, met eenen zuidwestelijken loop bij den Westfriesehen
binnendijk, de Oudendijk genaamd, eindigt. Hij is lang 47,840' ell.,
Deze dijk, reeds voör eeuwen aangelegd, doch van tijd tot tijd ver-
hoogd en verzwaard , dient om Dregterland tegen de overstroomin-
gen van de Zuiderzee te beschütten. 'De kruin waakt boven. het
Amsterdamsche peil van 4 ell. 8 palm, tot 3 ell. 8 palm., naar gelang
van omstandigheden , als aanslag, windstreek enz. Doorgaande
wordt echter de kruin des dijks verhoogd. — Het lieemraadschap van
Dregterland heeft oak het bestuur over dezen dijk.
Het wapen van D r eg t e r la n d bestaat uit een doorsneden schild van
zilver, beladen met een posthoorn van keel (rood), voorzien van een
lint van azuur (blaauw) en van azuur beladen met drie haringen van
zilver , gedekt door drie gouden kroonen en verzeld van drie gouden
starren ; de beide gedeelten van het schild gescheiden door eene barre
van goud, beladen met vier klaverbladen van synopel (groen), geplaatst
in den zin van de barre.
DREIJEN of Dreien, buurs. op den Veluwezoom, prov. Gelderland,
distr.- Veluwe, arr. en 1 u. W. N. W. van Arnhem, kant.
en 2 u. 0 . ten N. van Wageningen, gem. en I f u. 0. van Rencum,
f u. N. van Oosterbeelc, waartoe het behoort; met 5 h. en 23 inw.
Ook ligt aldaar een landh., D re ije n geheeten. Zie, het volgende art.’
DREIJEN of Dreien, landh. op den Veluwezoom, prov. Gelderland,
distr. Veluwe, arr. en 1 u. W. N. W. van Arnhem, kant. en
2 u. 0. ten N. van Wageningen, gem. en I f u. 0. van Rencum,
f u. N. van Oosterbeek , in de buurs. Dreijen.
Het wordt thans in eigendom bezeten door den Heer M a u r e n b r e c h e r .
DREI-JUNGFREN , in het Fransch T r o is - V ie r g e s , geh. in de heerl.
Alzingen, grooth. Luxemburg, kw., arr. en 7,.u. N. van Diekirch,
kant. en 2 u. N. van Clerff, gem. en J u. Z. ten 0. van Nieder-
Beling. — Het is vrij groot en levendig en er worden jaarlijks vier wel-
bezochte markten gehouden, als: op den 19 Maart; den 2b April;
den 2 Augustus en den 30 November.
DREISCHOR, voorm. eil., prov. Zeeland, dat bespoeld werd ten
N. door de Grevelinge, ten 0 . door de Marevliet, ten.Z. door het
Dijkwater en ten Z. W. en W. door het Zonnemeer.
Oorspronkelijk was het bekend naar den stroom, waaraan het lag,
als de V i l l a S d n n e m e r e , ern het komt onder dien naam voor in eenen
brief van Keizer Otto I I I , bij welke h ij, den 25 Augustus 985, aan
Dirk I I , Graaf van Holland , eenige landen in vollen eigendom gaf,
welke deze voorheen slechts ter leen had gehouden. Reeds in het
jaar 1206 vindt men echter van D r e is k ir e gewaagd. Het werd dus
geheeten, omdat het uit de drie schorren M a re la n d , de B e lla a r t
of B eider en S ir J a n s la n d bestond, van welk het laatste cr door
den vloed van 1288 werd afgescheurd en later aan Duiveland gehecht.
Door de bedijking van Noordgouwe en Zonnemaire werd dit
ciland met Schouwen verbonden.
Weleer heeft daarin , aan de oostzijde, een vermaard vlek of vis-
schersgebucht gelegen, Maije genaamd, bij hetwelk de voornaamste
diepte of reede plagt te zijn , daar de buizen, visch- en koopvaardij-
schepen van Zierikzee, havenden, hetwelk wel meest zijn aanvang
n am n a d a t in het jaar 1287 , of zoo anderen schrijven, 1288,
D r e is c h o r , door den hoögen vloed van St. Aagtendag, gescheiden en
voor een groot deel buitengedijkt werd, voör welken tijd het land
van D r e is c h o r , volgens R e ig e r s b e r g , wel bijna de helft grooter was
dan te zijnen tijde. Qok zoude A d o l f van K l e e f , Heer van Rave-
stein, en Vrouw A nna va n B o t jr g o n d ie , zijne echtgenoot, omtrent het
jaar 1473 , verscheidene groote schorren aan D r e is c h o r en Noordgouwe
hebben doen aandijken, na welken tijd het dorp Dre ischor (ziehet
volgende art.) zijn voornaamste aanzien gekregen heeft.
DREISCHOR , gem. in het eil. Schouwen, prov. Zeeland, arr.en distr.
Zierikzee, kant. Brouwershaven (2 k. d., 5 m. k., 2 s. d.); palende
N. 0. aan de Bieningen , 0. en Z. aan het Dijkwater, dat het ten 0.
van de gem. Sir Jansland en ten Z. van Nieuwerkerke-Kapelle en Bot-
land scheidt, Z. W. aan de gem. Noord-Gouwe en W. aan Zonnemaire.
Deze gem. bestaat uit den P o ld e r van D re is c h o r , het Nieuw-
la n d en het M e e rlan d p o ld e rt je , bevat het d. D re is c h o r, de b.
Beider of B e lla e rt en eenige verstrooid liggende h., beslaat eene
oppervlakte van 1270 bund, en lelt 130 h., bewoond door 185 huisgez.,
uitmakende eene bevolking van ongeveer 900 inw., die meest hun bestaan
vinden in den landbouw. Ook heeft men er2 meestoven en 18 vlasserijen.
De inw., die hier, op 2 na, alle Herv. zijn, maken eene gem. uit,
welke tot de klass.’van Zierikzee, ring van Brouwershaven, behoort.
De eerste, vreke hier het leeraarambt heeft waargenomen is geweest Ro-
b e r t e s d e R id d e r , die hier in 1577 stond. Het beroep geschiedt met
medestemming van den Ambachtsheer.
De twee R. K., die hier wonen, behooren tot de stat. van Zierikzee.
— Er is in deze gem. eene school, welke 90 leerlingen telt. — Ook
heeft men er in de b. B e lla rd een overzetveer op Duiveland.
De gem. D r e isc h o r is eene oude en aanzienlijke heerl., die reeds
in het jaar 1390 , van Hertog A l b r e c h t va n B e i je r e n eenige keüren en
regten verkregen had. Nadat in het jaar 1528 , bij den dood van F il i p s
va n K l e e v e , Heer van Ravesiein, deze heerlijkheid aan den Keizer , als
Graaf van Zeeland, was vervallen, werden deze, onder eenige verande-
ringen en bepalingen, bevestigd door Keizer K a r e l , bij eenen brief, gege-
ven te Mechelen, op den 1 Julij des jaars 1530. Hierin beloofde de
Keizer onder anderen, » over D r e is c h o r te zullen stellen eenen Baljuw ,
» die zal mögen de Schepenen te volmagten , om kennis en regts-
» oefening te hebben van alle zaken;, zoo wel lijfstrafbare als burger-
» lijke, onder het regtsgebied van den hove van Holland , en tot het
» voorschreven baljuwschap te zullen stellen en hevelen zijnen Rent-
» meester Beoosten-Schelde.” Het is opmerkelijk dat K a r e l , niet al