CEC.
CECILIAKLOOSPER (SI.), voorm. klooster te Tiel, in de Kerle-
straat, iich.uitstrekk.ende längs den Achterweg en de Ambtmansstraatr
tot achter het erf van het zoogcnaaindc Ambtmanshuis.
De Nonnen, die het bewoonden, waren Reguliere Kanonnikessen van
de orde van den H. A ügüstinds. Yan het klooster is tegenwoordig
uiets.meer aanwezig, dan twee over elkander staande gebouwen , aan
Hen Achterweg, waarvan het eene tot eene N ederdui t sche sch'ool
c,n onderwi jzerswon ing dient, terwijl het andere voorheen tot
oen Magazi jn werdt gebruikt en thans tot woonhuizen is vertim-
lnerd. De overige , daartoe behoord hebbende, gronden , zijn gedeel-
telijk met ecnige kleine huizen bezet en gedeeltelijk, in het jaar 1383,
aan het erf van het Amb tmans hui s getrokken.
De tot dit klooster hehoord hebbende kerk, thans nog de Kl ein e-
of St. Ccci l i aker k geheeten, is , in het jaar 1633, ingerigt voor
de Herv. kerkdienst. In het jaar 1733 is zij mede aan de Evang.-
Luth. in gebruik toegestaan.
CECILIAKLOOSTER (ST.), voorm. klooster te Utrecht, op de
Oudegracht-Oostzijde, tusschen de St. Jansbrug en de Viebrug.
Het was gesticht op de plaats, waar het voormalige kasteel of huis
der Heeren, van Amstel gestaan liad, hetwelk, nevens andere goederen
van Heer G ij s b r e c h t , in het jaar 1296, wegens den moord aan F l o h i s V ,
Graaf van Holland, gepleegd, was verbeurd verklaard. Het werd ge-
bouwd en van inkomsten. voorzien door T h e o d o r u s v a n b e b Aa , en
zijne huisvrouw L u c i a , die er, ten jare 1397, Nonnen van aanzienlij-
ken adel in plaatsten. Die Nonnen waren echter opgesloten , en werden
alzoo Besloten zusters genoemd. Het stond onder het kapittel
van Utrecht. Door eene bul van Paus B o n ifa c iu s XIII, werden onder-
scheidene voorregten aan dit klooster toegestaan; en F r e d e r ik S c h e n c k
van T a u t e n b e r g , een en zestigsten Bisschop yan Utrecht, nam de Nonnen,
c^ie reeds van ouds onder het gebied van zijne voorzaten gestaan
hadden , onder zijne bescherming. Omstreeks het jaar 1647 werden
de gebouwen van dit klooster tot een P b o v in c ia a i M u n th u is ingerigt,
zooals er thans nog ’s R ijk s Mont gevestigd is.
> CEDERKllEEK, kreek in Nederlands-Guiana, kol. Suriname.
Zij komt met twee takken uit de hooge en bergachtige landen ten
0. van de Suriname, en ontlast zieh, na eenen westelijken loop, hij
de eerste watervallen in die rivier, tusschen den voormaligen militai-
ren post Hughesburg bovenwaarts en de plant. Victoria benedenwaarts.
CEIRAM, eil. in Oost-Indie. Zie Ceram.
CELAM of C elamo , distr. in Oost-Indie, op het Bandasche eil.
Banda-Lontoir, het Noordelijke gedeelte van dat eil. uitmakende.
- CELAM of Celamo , oud d. in Oost-Indie, op het Bandasche eil.
Banda-Lontoir, op eenen heuvel.
CELAMSCHE-KANAAL , vaarwater in Oost-Indie, in de Zee van
Banda, ten N. van het distr. Celam, op het eil. Banda-Iiontoir, dat
het van het eil. Pisang scheidt.
CELAMO, distr. en d. in Oost-Indie. Zie Celam.
. CELEBES, bij de inlanders N egri-O rang-B oegis genoemd, eil. in
Oost-Indie, tot de Sunda-eilanden behoorende, en zieh van 1° 37' N. B.
tot 5° 37' Z. B., en van 137° W. L. tot 143° 30' 0. L. uitstrek-
kende. Gemeenlijk wordt door Celebes alleen de Oostkust van dit
eiland, dat onder het gouvernement van Ternate begrepen is , verstaan ,
terwijl men dan het westelijke gedeelte Makas sar noemt, onder welken
laatsten naam men vroeger ook wel bet geheelc eiland begreep ,
'd a t men , met betrekking tot de bezittingen der voormalige Oostindische
Compagnie in die gewesteh, ook wel d en S l e u t e l v an h e t O o s t e n noemt.
Het ligt 0. van Borneo, Z. van de Philippinen, W. van de Mo-
lukkos en N. van onderscheidene eilanden , die men als eene oostelijke
voortzetting van Java kan beschouwen. Ten N. wordt het bcspoeld
door de Zee van Celebes of Solczee , ten N. 0. door de Straat der
Molukkos, ten Z. 0. door de Zee van Banda , ten Z. en Z. W. door
de Zee van Java en ten W. door de Straat van Makassar.
Dit eil., dat tot de groote eilanden van den Indischen archipel ge-
rekend wordt, heeft eene lengte van 123 en eene breedte van 30
Duitsche mijlen , die van jaar tot ja a r, door eene sterke aanslibbing
van het oostelijke strand, vermeerdert. De vlakkc inhoud wordt door
Crawford op 2338 geographische mijlen gcrekend ; hoewel men , door-1
dien het binnenland nog zeer weinig bekend i s , dit niet juist ltan'
epgeven.
De gedaante , die zeer onregelmatig is, kan men niet beter beschrij-
ven dan door haar bij twee aaneen verbonden hoefijzers te vergelijken ,‘
waarvan het noordelijkste met de opening oostwaarts en het zuidelijk-
ste met de opening zuid-zuidoostwaarts gekeerd is. Deze zonderlinge
gedaante veroorzaakt aan de oostzijde twee groote inhammen , zijnde
de Baai van Tomini of Bäai van Gorontaloe en de Baai van
Toloj en aian de zuidzijde eene , namelijk de Baai van Boni. Be-
’ halve deze heeft men nog de Baai van Palos , de Bogt van Bad-
joekeke of Bogt van Tane t t i en de Baai van P a r a -P a r a aan
de Westkust, de Baai van Cas t r icum aan de Noordkust,- en de
Baai van Menado aan den noordoostelijken landtong.
Ten gevolge van deze gedaante wordt ook het eiland als van zelf in
vijf hoofddeelen verdeeld , zijnde : de Noordoostel i jke l a n d t o ng ,
de Oostel i jke l a n d t o n g , de Zni d oostelij ke l a n d t o n g , de
Zuidel i jkste landtong en de Wes tkus t . De Noordoostel i jke
land tong bevat de resid. Menado en de staten Boelan en Kaö-
d i p an , benevens de landstreek Tomini . De Oostel i jke l a n d tong
wordt geheel ingenomen door de Kus t van B a l an t e , waarover
de Yorst van Boni vroeger bewind voerde. Op den Zuidoostel i jken
l a n d t on g vindt men het prinsdom Loehoe, Wadjoe en Sopeng.
De Z u i del i jkste landtong bevat het gouvernement Makassar ,
de koningrijken Boni , Goa en Sanraboni en het landschap Toro-
tea. Op de We s t k u s t treft men aan: de koningrijken Te l l o ,
Ta n e t t i , Sopeng, S idenr ing, Wa d j o e , Loehoe, Trim a n a ,
Palos en Donggala, benevens de landschappen Man dha r en Toe-
radja.
De regeringsvorm is in de onderschcidöne deelen van C elebes zeer ver-
schillend en in eenige zuidelijke rijken minder willekeurig dan die der
Vorsten op Java. In sommige kiezen de Staatsraden of voornaamsten des
rijks den Vorst, welke keus zieh echter hi enkele staten , niet tot het ge-
slacht van den overledenen of onttroonden Vorst behoeft te bepalen ; terwijl
zelfs de vrouwen en onmondige kinderen er den troon beslijgen of ver-
schillende rangen in het leger bekleeden , aan wie dan even wel Voogden
of Raadslieden worden toegevoegd. De Staatsraden , die uit de naaste
bloedverwanten van den overledenen of afgetreden Vorst gekozen worden
, hebben liet toezigt over de gewigtigste staatsbelangcn, beslissen
over vrede en oorlog, kiezen de Ministers, en knnnen zclfs den regerenden
Vorst onttroonen. De Gouverneurs der provincien worden K rains
en d« dorpshoofden Galorangs genoemd. Hunne wellen , die eenen zc