Het zegel van dit klooster, nog op de Archieveukamer te Groningen
berustende, is langwerpig en verbeeldt M a r i a met het kind J e z u s .
Boven een Abt, met eenen herdersstaf in de regter- en , naar het
schijnt, een boek in de linkerband, omstraald. Beneden een bid-
dende, geknielde heilige man. Aan wederzijden, ter halverwege uit-
komende , een Engel, gevleugeld, met een wierookvat. Het heeft tot
randschrift: S : (Sigillum) See.* (Sande) M a r i e in Kusemere, d. i.:
Zegel V 3 ü St. M a r i a m G u z em e r *
n
DAA1N, kl. eil. in Oost-Indie, tot de Zuidoostelijke-eilanden van
Banda behoorende, N. van Babber.
Het strekt zieh van het 0 . naar het W. uit, i s zeer hoog, weinig
begroeid en ongeveer 1 m. lang. Aan de Noordzijde heeft het eenen
kleinen inham , waar eene vrij goede ankerplaats voor kleine vaartui-
gen is. De ruwe en woeste bewoners, ongeveer 100 in getal, bestaan
prootendeels van de veeteelt, waarvan zij de opbrengst, tegen vast-
gestelde prijzen, leveren aan den Opper-Orangkaja van Babbers west-
k ust, aan wien zij ondergeschikt zijn. ]
DAAL, gedeelte van' bet geh. Daal-en-Keverberg, in bet Land yan
Valkenburq, prov. Limburg, distr., arr. en 3£ u. N. 0 . van Maastricht,
kant. en !| u. N. van Heerlen, gem. en | u. N. van Voerendael; met
2 h. en 30 inw.
DAAL, voorm. abdij in het Nederkwartier der prov. Utrecht. Me
(BERG-EN-), houtgr. in Nederlands-Guiuna, kol. Suriname.
Zie B e r g - e n - D a a e . .
DAAL (LAND-VAN-BERG-EN-), houtgr. in Nederlands-Guiana,
kol. Suriname. Zie Berg-en-Daal (Land-van-). (
DAAL (TEN-), voorm. abdij in het Nederkwartier der prov. Utrecht.
Zie Mariendaae.
DAALEM, d. in den Tielerwaard, prov. Gelderland. Me JJalem (1).
DAAL-EN-BROEK of D a e b n b r o e k , op oude kaarten ook wel D a e e n -
b r o ic h gespeld, geh. in het voorm. hert. Gulik, thans prov. Limburg,
distr., arr., kant. en 1 | u. 0 . van Roermonde, gem. Herkenbosch-en-
Melich, | u. Z. van Herkenbosch, waartoe het behoort; met 38 h. en
143 inw^ Yroeger stond hier het kast. Daal - e n- B r o ek . Zie het
vollende art.
DAAL-EN-BROEK (HUIS-) of D a e e n b r o e k , ook wel D a e e n b r o ic h gespeld,
voorm. kast. in het voorm. hert. Gulik, thans prov. Limburg,
l u. Z. van Herkenbosch, niet ver van de Roer.
Toen de Admirant van Arragon, don F r a n c i s c o d e M e n d o z a , in het
iaar 1398, nadat hij het beleid des oorlogs in handen gekregen had,
met het Spaansche leger, ruim 22,000 man sterk, in het bisdom van
Munster , het hertogdom Kleef en eenige omliggende steden en vors-
tendommen, schandelijke daden , geen krijgsman hetamende, bedreef,
of ongestraft toeliet, nam U e r i c h v a n D a u n , Graaf van Valkenstein,
Heer van Oversteyn en Brouck, ter beveiliging van zijn Hcis D a a c - e n -
B r o e k , 100 Soldaten van den Hertog van Kleef, en voegde daarbij 26
boeren, in den waan van daarmede , tegen den gevreesden aanval,
te zullen bestand zijn. Doch daar de Graaf van Valkenstein, door
de Spanjaarden zeer gehaat was, omdat hij de leer der Hervorming
was toegedaan, en het Huis -Daal -e n- B ro ek hun misschien in den
weg lag , berenden zij h e t, den 7 October van het gezegde jaar. Nadat
de Graaf, op de gedane opeisching, een weigerend antwoord gege-
ven had , begonnen zij geweld te gebruiken en het te besehieten, met dat
gevolg, dat het al spoedig bij verdrag werd overgegeven. Ten zijnen onge-
lukke veronachtzaamde de Graaf den hem gegeven raad , om zieh weg te
maken : hij vertrouwde te veel op het woord van vrij geleide , hem , uit
( i ) Even zoo zocke men alle vvoordeu, die men elders wel eens Daa gespeld v i n d t . op DA*