Woltz bespoeld wordt. — Men lieeft er eene R. K. kerk, waarvan de par.
tot het vie. apost. van Luxemburg , dek. Clerff, behoort, en door eenen Pas-
stoor en eenen Kapellaan bediend wordt, die mede de dienst in de tot deze
par. behoorende bijkerk te Ur s-pelt waamemen. Er is hier ook eene
school en een kasteel , toebehoorende aan de Graaf L e o p o l d d e L a n iu h s .
CLERVAUX , Fr. naam van de heerl. en bet d. C l e r f f , in bet
hert. Luxemburg. Zie C l e r f f . . . .
CLETHEMSPOLDER, pold. in Staats- Viaanderen , in het C n j e
van Stuis, Land van Kadzand, prov. Zeeland, arr. Middelburg, kant.
Oostburg, distr. Sluis, gem. Groede; palende W., N. en 0 ., door het
verdrinken van onderscheidene polders, boogswijze, aan de Noordzee,
Z. 0. aan den Kleinen polder en Z. aan den ’s Gravenpolder.
In dezen pold., die 17 bund. 37 v. r. 31 v. eil. groot en in het
jaar 1612 met de Watering van Groede, waartoe' hij behoort, bedijkt
is- staan 3 arbeiderswoningen. .
CLEVIA., koffijplant. in Nederlands- Guiana, kol. Suriname, aan
de Suriname , ter regterzijde in het opvaren; palende bovenwaarts aan
de koffijplant. de Morgenstond, benedenwaarts aan de koffijplant.
Leonsberg ; 526 akk. groot , met 81 slaven. j „
CLEYIA (LAND-VAN-), ingenieurs-etablissement in ß/ederlands-
Guiana, kol. Suriname, aan de Suriname, ter linkerzijde in het opvaren
: palende bovenwaarts aan de suikerplant. Belwaarde, benedenwaarts
aan de suikerplant. Susanna’s dal ; met 102 slaven; bij de
Negers M o e s e e f . s i gebeeten. , M . , ,
CLIFFORDS-KÖCKSHOVEN, koffijplant; in Nederlands-Gutana, kol.
Suriname, aan de Warappakreek , ter regterzijde in het opvaren}
palende bovenwaarts aan de koffijplant. Barbados , benedenwaarts aan
de koffijplant. Kerkshoveii; 300 akk. groot, met 133 slaven; bij de
Negers K o k k o e gebeeten. .
CLIJVE (DE), riviertje, dat ten 0. van Hoogkerk, m het fr es-
terkwartier, prov. Groningen, uit het Hoendiep voorkomt, eerst in
eene noordelijke en voorts in eene westelijke rigting, om dat d. heen-
loopt en zieh in het Aduarderdiep ontlast.
CLINGE , gem. in Staats-Vlaanderen, in Ilukter-Ambacht, prov.
Zeeland, arr. Goes, kant. en distr. Hulst (12 m. k., 5 s. d., 3k. d.);
palende N. aan de st. Hulst en de gem. Graauw-en-Langendam, U.
aan de Saftingerschorren en de Belgische gem. Kieldrecht, Z. aan
Belpie en \Y. aan de stad Holst en de gem. St. Jan-Steen.
Zij bestaat uit de pold. Cl inge, Groo t-Ki e l d rec ht , Klein-
Kie l d r e c h t , Nieuw-Kieldrecht en S a f t i n g e , bevat de geh.
Clin ge en de Ho l l and sch e-Ka ut e r , benevens de buurs. de Ka-
pel lebrug of Oude-Kapel , en beslaat, volgens het kadaster, eene
uitgestrektheid van 3239 bund. ^ .
Er zijn hier 239 h., en, behalve eene bierbrouwerij en eenen windko-
renmolen , geene fabrijken. De bevolking bedraagt ongeveer 1500 zielen.
De inw. vinden meestal hun bestaan in den landbouw, vlas-
bandel, spinnerij, het maken van klompcn en het zouten van ansjo-
visch: welke laatste tak van nijverheid tevens met de visscherij op
mossclen en andere schelp- en platvisch , allöen door de inw. van het
geh. de Hollandsche-Kauter gedreven wordt, in welk geh. een overzet-
veer op het eil. Zuid-Beveland bestaat, terwijl van daar twee markt-
schuiten op Rotterdam varen. j
Het groötste gedeelle der ingezetenen, die bij na allen R. K. zlJn ’
behoort kerkelijk tot ds Belgische par. ■ de Clinge; lerwijl de bewoners
van het geh. de Hollandsclie-Kauter en die van den pold. van Saftinge,
liunne godsdienst in het dorp Kieldrecht oefenen. — De enkele Pro-;
testanten, die zieh hier onder de Rijksambtenaren bevinderi , worden,
Inet en benevens een enkel Herv. huisgezin , tot de gem. Hulst gc-
rtkend.
Scholen bestaan liier niet ; de hinderen genieten önderwijs in de
dorpsscholen van de Belgische gem. de Clinge■ Kieldrecht en eenige te
St. Jan-Steen.
In de strekking van het W. naar het 0. loopt door deze gem. eene
niet iBeer bevaarbare kreek, voortkomende uit de grachten van de stad
Hulst, welke, na de polders CliDge, Klein-Kieldrecht en Nieuw-Kieldrecht
te liebben doorlöopen, in laatstgemelden' polder eindigt. Deze
kreek rhaakte een gedeelte uit van de voormalige versterkte linie,
welke zieh van de buitenglacis der stad Hulst tot aan het fort de
Zandberg (zie dat woord) uitstrekte, en aan dat water bestond , vöör
de omwenteling van 1795, een fortje, genaamd de Ki jkui t , hetwelk
in den pold. van Nieuw-Kieldrecht was aangelegd en waarvan thans nog
een gedeelte der aarden borstweringen zigtbaar zijn.
Zoo lag, insgelijks in deze gem., de voormalige heerl. Maelstede,
behoord hebhende aan het beroemde geslacht van dien naam , waarvan:
het verval dagteekent sedert den jare 1326 (zie het woord M aelstede) .
De b. Clikge ligt 1 u. N. W. van Hulst en 8 u. Z. W. van Goes. —
De naamsoorsprong van deze, : tegen de grenzen gelegene buurt , is
onbekend j althans kan die uit geene echte bescheiden worden bewezen.
Men noemt haar ook H dlster-C d rge , ter onderscheiding' van het daar-
aan palende Belgische dorp de Clinge, hetwelk dan de Vlaamseke-
üf Waessche-Clinge, genoemd wordt.
Het wapen dezer gem. is van keel, beladen met een zwaard van
sabel, gevest van goud, geplaatst en bande.
CLINGE, anders R ietveld , pold. in Staats-Vlaanderen, in Hülster~
ambacht, prov, Zeeland, arr. Goes, kant. en distr. Hulst, gem. Clinge ;
palende N. aan de stad Hulst, de oude versterkte linie van Hulst näar
het voorm. fort Zandberg en den Dullaartpolder, 0. aan de pold. Klein-
Kieldrecht en Groot-Kieldrecht, Z. aan de Belgische prov. Oost-Viaanderen
en NV. aan den pold. van Ahtsdale. Deze pold. bevat 1189 bund.
36 v. r. schotbaar land.
Hij is ten jare 1616 ingedijkt, doch ten gevolge van den oorlog
tusschen dezen Staat en den Koning van Frankrijk zijn de dijken in
1672 doorgestoken en het land, tot verded.iging der vesting Hulst, onder
water gezet. Nadat het gevaar eenigermate geweken was, heeft de
loenmalige Gouverneur dier vesting in 1673 de afdamming van den
polder , zoomede het digten der gemaakte doorsnijdingen , loegelaten.
Desniettegenstaande bleef de polder drijven tot dat , bij Resolutie van
den Raad van State, in dato 21 Julij 1674, eene subsidie van 20,000
gülden toegestaan werd , waarop eene besteding tot het beverschen van
den polder is gevolgd j overmits echter het jaar reeds te ver verloopen
■was, is de beversching uitgesteld tot het voorjaar van 1675, en zoude
1R7/ S °0^ voortflang hebben gehad , wanneer niet , 4en 4 November
674 en volgende dagen, door eenen geweldigen slorm uit het Noor-
6n ’ gev°lgd van booge vloeden , de binnenwerken bezweken waren ,
met het ongelukkig gevolg , dat de aannemer de hem aanbestede Werken
opgaf.
p ernstig aanhouden van de Regering der stad Hulst en van
u ster-Ambacht, is , nadat door de Slaten-Generaal der Vcröenigde