CERAM-LAWOET, Ceram-Laoet of Ceram-Laut , dat is Ceram is de
Zee, eil. in Oost-Indie, landv. Amboina, omtrcnt 1 m. van den
Oosthoek van het eil. Keffing : liegende het middenpunt op onjreveer
3° 5b' Z. B. en op 147° 32' 0 . L. .
Het is van het 0. naar het W. 2 m. lang , en van het N. naar
het Z. 1 m. breed. De grond is er hoog en hergachtig. Men heeft
er geen ander water, dan hetwelk eenige putten opleveren.
In het jaar 1633 heeft A rtur Gijsels dit eil. aan de Nederlandsche
Oostindisehe Compagnie onderworpen en er de nagelboomen uitgeroeid,
hetwelk aanleiding gaf, dat schier de geheele hevolking naar Keffing
en andere eilanden verhuisd is.
CERAMSCHE-ZEE , dat gedeelte van de. Zee van Banda , hetwelk
tusschen het eiland Ceram, de overige Ambonsche eilanden en de
Banda-eilanden besloten ligt.
CERANG, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe, ads. resid. Magalany.
CEREMATTEN, eil. in Oost-Indie, tot de Zuidooster eilanden van
Banda behoorende. Zie S ermata.
CERES , verl. plant, in Nader lands-Guiana, kql. Suriname , aan de
Vredenburgcrkreek, ter linkerhand in hetopvaren; palende bovenwaarts
aan de verl. katoenplant. Wolvenhorst en benedenwaarts aan de verl.
katoenplant. Lunette ; zijnde Ceres vereenigd met W o l v en h o r s 11000
akk. groot.
CERESZEEN, oude naam van de stad Z iebikzee op het dl. Schou-
wen, prcv. Zeeland. Zie Z ierikzee.
CERISlERS, iii het Lat. Caeresi , volkstam , van welken Caesar meldt,
dat zij aan de Treviren onderworpen waren. Vermoedelijk woonden
zij in de thans tot het grooth. Luxemburg behoorende landstreek, door
welke de Kor , :n het Fr. Ch i e r s , vloeit.
Dit gevoelen dat zijne waarschijnlijkheid van den naam der genoemde
riv. en van die der dorpen Nieder-Kerschen en Ober-Kerschen ont—
leent, is voorgestaan door den geleerden A . W iltiieim , door d’A blan-
court en door R aepsaet , doch bestreden door B ertholet en W astelain
welke in overeenstemming met de kaart van P eutinger de Ceresiers in
de landstreek van den Eifel plaalsen en wel in de omstreken van
PruimT F oullos wil dat zij te Serez in Luikerland gewoond hebben.
CEROEWA, eil. in Oost-Indie, tot de Zuidooster eilanden van Banda
behoorende. Zie Siro.
CERTECK, otid d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Batavia, in de Bataviasche Ommelanden, kw. Bekassie, 1 m.
0 . van ßänlingombang.
CESSINGEN of Z essisgen , geh. in het balj. van Luxemburg, grooth.
Luxemburg, kw., arr., kant. en | u. Z. W. van Luxemburg, gem. en
10 min. Z. W. van Holler ich, aan den weg van Luxemburg naar Esch
aan-de-Alzette.
CE VELUM , plaats, die op de reiskaart van P eutirger voorkomt als
op den weg van Nijmegen naar Tongeren gelegen. Sommigen willen
haar in het tegenwoordige Ge s n e p , prov. Limburg, wedervinden, anderen
meenen, dat zij gelegen heeft, waar men thans het Noordbra-
bandsche vl. Cuyk aantreft, naam en ligging pleiten echter voor het d.
S evekum , in de prov. Limburg, kant. Horst.
CEYT , oud d. in Oost-Indie, resid. en eil. Amboina, kust Hitoe.
CIIAAM, gem. in de bar. van Breda, prov. Noord-Braband, Vierde
distr., arr. Breda, kant. Ginneken (11 k. d., lb m. k., 6 s. d. ) ; paCHA.
6b
lende N. aan Ginneken-en-Bavel en Gilze-en-Rijen , 0. aan Alphen-en-
Riel, Z. aan Baarlc-Nassau en de Belgische gem. Meerle, W. aan
Ginneken-en-Bavel Zij bevat het d. Ghaam, benevens de geh. Snij-
ders-C haam , Heyk a n t , Ho utgoi r -met -Legge, Chaamdi jk en
Das semi s -met -Gi nderdoi r , beslaat eene oppervlakte van 2913
bund 30 v. r. 28 v. eil., telt 198 h. en ongeveer 13b0 inw., die
meest hun bestaan~vinden in den landbouw, en zieh tevens toeleggen
op het vetmesten van kapoenen en hoenders. Ook heeft men er twee
veld-sleenovens, twee brouwerijen en eenen graanmolen , gebouwdinde
plaats van dien, welke den 1 Januarij 1838 is afgebrand. * Deze gem.
is zeer houtrijk en men vindt er onderscheidene vischvijvers , waarin de
karper zeer goed tiert.
De R. K., die hier ongeveer IbOO in getal zijn, inaken, met eenige
h. der burgerl. gern G i l z e - e n - R i j e n , genaamd Val ken bürg en
het Veer , de par. van Chaam ui t , welke tot het apost. vic. van Breda,
dek. Breda behoort, door eenen Pastoor bediend wordt en ruim 1500
ziel. telt. — De Herv., van welke men er ruim bO telt, behooren
tot de gem. Chaam-Baarle-Nassau-en-Alphen. Vroeger hebben de Herv.
van dit dorp eene afzonderlijke gem. uitgemaakt, welke sedert het jaar
1658 bestaan had, zijnde de eersle , die hier het leeraarambt bekleed
heeft, geweest P aulus E piscopius , die in het jaar 1648 naar ’s Grave-
moervertrok. Na het overlijden van den Predikant H esdrik J acobus v a s
N ouhuis , in het jaar 1807 , werd deze gem. met die van Baarle-Nas-
s a u vereenigd, als wanneer de toenmalige Predikant van die laalste
gem. J acobus J a s s s e s , de eerste leeraar in deze combinatie geweest is.
Men heeft in deze gem. eene school.
Het äs vroeger eene heerl. geweest, die altijd een gedeelte van het
Land van Breda heeft uitgemaakt, doch in het jaar 1243 gaf Go-
devaart IV, Heer van Breda, de landbouwing Chaam, ten erfelijke
regle, aan zekeren W il l em , door Godevaart , den brenger van den
brief genoemd, op voorwaarde van jaarlijks, onder den naam van
bedc , aan den Heer van Breda te betalen twee sesteren (ruim 3 mndden)
rogge, vier sesteren (ongeveer 7 mudden) garst, en zes schellingen Lovens
(70 Cents); terwijl W illem tevens gehouden zoude zijn , even als de
andere lieden van het Land van Breda, hem; G odevaart , en zijne na-
komelingen , te helpen in de krijgstogten , als hij beoorloogd werd of
wanneer hij zijne dochter ten huwelijk gaf, of als hij in gevangenis
werd gehouden. Het blijkt niet , hoe lang deze heerl. door W illem
en zijne nakomelingen in erfpacht is gehouden ; irnmers bij de scheiding,
die in het jaar 1290, tusschen R aso van G averen en G érard van W k-
semale plaats had, wordt Chaam nog niet onder de dorpen van het
Land van Breda opgenoemd. Zeker gaat het evenwel, dat het in latere
tijden bij dit land is ingelijfd , en tegelijk met de andere dorpen is ver-
heven geworden.
Het d. Chaam , bij oude schrijvers Cambe , en Cham , ook wel K aam of
H am gebeeten , ligt 2J u. Z. Z. 0. van Breda, 2 u. Z. 0. van Ginneken
, in een vermakelijk oord , en is een der oudste dorpen van deze
landstreek , want in de Salische wetten is het reeds bekend als eene der
maalsteden of plaatsen, alwaar de Franken , nadat zij , in de vijfde eeuwr,
zieh in deze landen hadden nedergezet, hunne vergaderingen hielden ,
wordende het op het jaar 422 als zoodanig vermeld. Het telt in de
kom van het d. 49 h.-en 400 inw.
Het dorpshuisis cen fraai, in het jatir 1825 gesticht, gebouw. — De
kerk was voor de Reformatie aan den H. A n t o n iu s toegewijd . en werd
III. D e e l . •<