tleusden , gen». Werkendam; palende N. aan het Klein Stukje, 0. eii
Z. aan het Geleigat, W. aan het Gat van den Haan.
Deze pold. beslaat eene oppervlakte van 11 bund. 44 v. r. 30 v. ell.
hooi- en weiland , wordt door een honten sluisje op het Gat van den
Haan van het overtollige water onllast. Het land ligt 9 palm, boven
A. P. Het bestuur geschiedt door den eigenaar.
DONDO of D onda , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes,
aan de kust van Menado; 1° 16' N. B., 137° 30' 0. L.
Dit d. is, in het begin der achttiende eeuw, door de Mandarezen
vernield , en aangezien de inw. zeer vrijheidlievend waren , verkozen
zij aanvankelijk liever met vrouw en kinderen in het boseh rond te
zwerven , dan onder die van Tontoli te staan ; later echter hebben zij
zieh weder allengs niet ver van hunne vorige woonplaats gevestigd.
In de nabijheid zijn eenige goudmijnen.
DONDO, D ondo , T ondo of R iver-D ondo , kaap in Oost-Indie, op
het Sundasche eil. Celebes, op de Westhust, aan de Straat van
Makassar, vorst. Dingdala.
DONBONG, d. in Oost-Indie, op bet Sundasche eil. Java, resid.
Djocjokarta,
DONDO WANG, eil. in Oost-Indie, in den Sundaschen Archipel, in
de Zee van Java 5 5° 25' N. Br. 125° 46' 0 , L.
DONENBURG, naam , onder welke het slot D oornenburg , prov. Gelderland,
wel eens voorkomt. Zie D oornenburg.
DONEGAGE, naam , onder welken het d. D onningen , in het balj.
Bastogne, grooth. Luxemburg, op sommige kaarten voorkomt. Zie
D onningen.
DONEVEN (NEDER-), geh. in het b a l j . Grevenmacher, grooth. Luxemburg.
Zie D onven (N ieder- ) .
DONEVEN (OBER-), geb. in het balj, Grevenmacher, grooth. Luxemburg.
Zie D onven (O ber- ) .
DONGA en D ong-A a , oude naam van de riv. de D okge , in de baron.
van Breda, prov. Noord-Braband. Zie D onge.
DONGA-!ABE (BOGT VAN),, voorm. baai in Oost-Indie, in de
Zee van Java, op het eil. Sumbawa, tot de Zuid- Westereilanden
van Banda behoorende.
Deze bogt is , na de uitbarsting van den berg Tambora, in April 1813
geheel verdwenen. Zijnde de uitstekende landtongen, waardoor zij ge-
vormd werd en die baar tot eene veilige haven maakten afgesprongen
en verzonken, terwijl de bogt zelve te gelijker tijd gevuld is.
DONGE, o u d t ijd s D onga, D ong-A a o f D ongena, r iv . in d e b a r . v a n
Breda, p r o v . Noord-Braband.
Zij entspringt in de heide bij Baarle, stroomt längs Riel, verlaat
daarna een eind wegs.de bar. van Breda, doch valt, ten Z. van het
d. Dongen, weder daarin, loopt voorts längs ’s Gravenmoer, ten N.
van welke plaats zij d e ’sG ra v e n n ro e rs c h e v a a rt ontvangt, en met
het water van deze afvloeit tusschen de pold. van Raamsdonk en
Oosterhout. Boven Geertruidenberg is zij een eindwegs in twee armen
verdeeld , doch stroomt weder vereenigd längs die stadi, en ontlast
zieh vervolgens in den Biesbosch of op het Bergscheveld. Van ’s Gravenmoer
af is zij bevaarbaar voor de grootste binnenlandsehe schepen
en tot hiertoe gaat 00k ebbe en vloed.
Uit de Donge gaan vier havens u it, als: de G ro en en d ijk sch e -
h a v e n , de M e lk -h a v en , de O o s te rh o u ts c h e -h a v e n en de
R a am sd o n k s ch e -h av e n . Eerstgemelde is-, in bet jaar 1840,
00k aan bet boveneinde, door een kanaal tot spuijing, met de D onge
vereenigd. Op deze riv. vindt men, nabij het d. Dongen, eenen
korenmolen, welke gedurende bet wintersaisoen door het water ge-
dreven wordt.
In het jaar 1822 is over deze riv. , in de strekking van den groöten
weg No. 3 , eene valbrng gelegd, en in 1833 even beneden bet veer
voor Geertruidenberg eene penantsluis gebouwd. ,
De lengle der D onge zal, voor z o ö verre zij bevaarbaar is en dus
van omtrent ’s Gravenmoer af tot baren mond toe , omtrent 12,000 eilen
bedragen. Van ’s Gravenmöer naar boven is de breedte 8 , 7 01 b
eilen: vanwaar de D onge zieh met de ’s Gravenmoerscbe vaart veree-
nigt, al’wisselend 20 ä 50 eilen; terwijl zij bij Geertruidenberg veel
aanzienlijker wordt. •
Er bestaan over deze riv. beneden ’s Gravenmoer dne pontveeren ,
als: het B o rs tla p p ev e e r bet W illem sv e e r en het Veer bij
G e e r tru id e n b e rg ; zoodal er, met de reeds genoemde brug in den
grooten weg vier punten zijn , waar men de Donge met rij- en voertuigen
enz. kan overtrekken.
Er sebijnt in het begin dezer eeuw, alsmede 00k in de laatste
jaren, plan geweest te zijn , om van Tilburg af een kanaal naar de
D onge te graven, ten einde die stad alzoo eene baven te bezorgen.
DONGEN, gem. in - de bar. van Breda, prov. Noord-Braband,
Tweede distr., arr. ’s Hertogenbosch, kant. Tilburg (8 k. d., 14 m. k.,
6 . s. d.); palende N. aan de gem. ’s Gravenmoer , Waspik en Capelle ,
Ö. aan Loon op Zand, Z. aan Tilburg en Gilze-en-Rijen, W. aan
Oosterhout.
Deze gem. bevat, bebalve het d. Don gen de geb. B r e e s tr a a t,
K le in -D o n g en , D o n g e n sc h e v a a rt of V a a rt-K w a rtie r, E in d ,
G ro e n s tr a a t en den Ham. Zij beslaat, volgens het kadaster,
eene oppervlakte van 2431 bund., waaronder 23/6 bund. 62 v. r*
90 v. eil. sebotbaar land, en telt 358 h., bewoond door 646 huisgez.,
uitmakende eene bevolking van 3200 inw., die meest hun bestaan vin—
den in den landbouw. Ook zijn in deze gem. een steenen en een
bouten graanmolen. Bij den eerste, welke tevens schorsmolen i s , is
ook een watermolen , welke in de wintermaanden door bet water van
de Donge in beweging wordt gebragt. Vroeger had men er mede eene
fabrijk van kaatsballen, die aan vele handen werk versehafte, doch
deze is niet meer in werking.
De Herv., die hier 220 in getal zijn, maken eene gem. u it, welke
tot de klass. van Breda, ring van Geertruidenberg, behoort. De eerste ,
welke wij als Leeraar in deze gem. vermeld vinden, is A l e x a n d e r v a n
d e r L ith , die hier in het jaar 1644 stond en in het jaar 1662 naar
Terheyden beroepen eu derwaarts vertrokken is. Het beroep is eene
koninklijke collatie.
De R. K., van welke men er ongeveer 5000 te lt, onder welke 2400
communicanten, maken eene par. u it, welke tot het apost. vic. van
het Nederlandsch gedeelte des voormaligeit bisdoms van'Antwerpen , dek.
Breda behoort, en door eenen Pastoor en twee Kapellanen bediend wordt.
Er zijn in deze gem. drie scholen , als : twee in het d. D ongen , waaronder
een godsdienstig instituut voor Meisjes , gemeenlijk bet klooster of
pensionaat genoemd, en een in het Vaa r t - k w a r tie r , welke di*ie ge-
zamcnlijk , gemiddeld door een getal van 340 leerlingen bezecht worden.
Vroeger stond onder deze gem. ook een kasteel Van de Heeren van
Dongen, het Ilms te Dieren geheeten. Zie DieRen (Hüis-te-).