Tijdens liet Oostenrijksclie bestini r bedroeg liet aandeel dezer heerl.,. in
elke 1000 florijnen , die Luxemburg opbragt, volgens het besluit van Ketzerin
Maria T h er e s ia , 5 florijnen 7 stuivers 9 deniers. De grond behoort
tot de vruchtbaarste des lands. Zij bestaat deels uit klei, deels uit zand
en brengt in overvloed tarwe , rogge , garst, baver en aardappelen voort.
In deze heerl. lag weleer en wel in dat gedeelte , hetwelk tbans tot
Belgie behoort, eene abdij van adellijke jonkvrouwen van de Cister-
cienser orde, welke omstreeks het jaar 1216 gestiebt was door E rme-
sinde , Graviti van Luxemburg, die verder het convent rijkelijk begif-
tigde en e r, in Mei 1246 , nabij het koor der kapel begraven werd. Het
nabij gelegen geh. werd, volgens de overlevering, oudtijds Be a u l i e u
geheelen , en verkreeg den tegenwoordigen naam , Clair- F ontaine , naar
eene bron , bij welke de genoemde Gravin eene hemelsche verschijmng
meende aanschouwd te liebben.
CLAIRVAUX, Fr. naam van de heerl. en het vl. Clerff , grooth.
Luxemburg. Zie Cl e r f f .
CLAMP (DE) óf de K lamp , b. , prov. Friesland, kw. Oostergoo,
griet. Leeuu-arderadeel, arr. , kant. en £ u. Z. van Leeuwarden , ¿ u.
N. van Swichem, waartoe zij behoort, aan de Wirdumervaart.
CLANT , voorm. state, prov. Friesland, kw. Oostergoo. Zie A ugseuur.
CLANT, familienaam, welke op onderscheidene kaarten voorkomt,
bij de buit. N ittersum en P etit-M artin , om er de toenmalige eigenaars
van aan te wijzen.
CLARA (KLOOSTER VAN ST.), voorm. klooster te Amsterdam.
Zie Clarissenklòoster (1).
CLARAPOLDER , pold. in Staats-Vlaanderen, in het Staats- of Noord-
nederlandsche deel der Heerlijkheden Watervliet en Waterdijk , prov.
Zeeland, voor het grootste deel arr. Middelburg, kant. Oostburg, distr.
Sluis, gem. IJzendijke ; voor een klein deel arr. Goes, kant. A x e l,
distr. Hulst, gem. Philippine; palende N. aan den Nieuwen-Passegeule-
polder, N. 0 . aan den Braakman , 0 . aan de Izabellesluis of Bouchan-
ter haven , Z. en Z. W. aan den Laurinapolder en den Barbarapolder
(beide in Belgie gelegen), W. aan den Grooten-Jonkvrouwpolder en den
Tibautpolder.
Op vele kaarten Staat" de grootte van dezen polder bekend op 640
bund. , doch het is schotbaar groot 666 bund. 3 v. el-1, en met dijken,
schorren enz., 739 bund. 33 v. r. ; hiervan liggen onder IJzendijke,
846 bund. 14 v. r. , 34 v. ell. en onder Philippine 193 bund. 18 v. r.
66 v. ell. De bedijking geschiedde in 1613. Nadat hij echter weder
was ondergevloeid, werd hij in 1630 anderwerf ingedijkt, uit
kracht van een octrooi den 24 Augustus 1648 door de Staten Gene-
raal der Vereenigde Nederlanden verleend. Onder IJzendijke staan 20
huizen, waaronder 3 hofsteden , met 130 inwoners (onder welke be-
grepen zijn de op den dijk staande zeeuwsche gedeelten der gehuchten
Mo l l e n k o t en Maagd-van-Gent ) ; onder Philippine staan 6 huizen
, waaronder 2 hofsteden met 42 inwoners.
Tot 1830 was de eenige uitwatering door den Nieuwen-Passegeiile-
polder , naar de sluizen van den Kapitalendam ; maar sedert is eene
tweede uitwatering gemaakt door de Izabellesluis ; deze tweede uitwatering
wordt ten voile gewettigd door de ligging des polders , die in het
midden merkelijk meer verheven is ; maar zou het inunderen des polders
, tot verdediging moeijelijker maken.
( i) Even eens zoeke men alle Kloo st er s van- St . Cla r a op de woorden Clam ssen klo osthk.
Z l l i c u u 111 w u I I 1.1 a £ i j i i v a n u c i i u u i u a u i c j j u u s u i e i JM . 9 c n V üO r ¿US ÜOO'
voor zoover zij tot IJzendijke behooren , kerkelijk te Watervliet, in
Belgie , daar zij oudtijds tot die lieerlijkheid behoorden ; voor zoover
zij onder Philippine wonen , zijn zij kerkeli jk te Bouchaute, mede in
Belgie ; omdat het overgebleven deel dier verdronkene heerliikheid Wa-
terdijk, tot Bouchante gebragt is. Het Polder-besluur bestaat uit eenen
Dijkgraaf, een Gezworen en een Penningmeester.
De Clarapolder is meermalen ondergevloeid ; om niet van vroeper te
gewagen , van 1788 tot 1792 , door de toen noch bestaande zeesluis,
tot beveiliging van de militaire posten ; in 1808 door het bezwijken van
gemelde sluis bij den bekenden hoogen vloed ; eindelijk in 1831, na
het innemen van den Kapitalendam, tot beveiliging des lands
zijnde toen ook op militair gezag, eenige hofsteden in dezen polder ge^
siecht, die tot heden niet herbouwd zijn.
CLARISSENKLOOSTER, voorm. klooster te Amsterdam, in de NesT
en achteruitkomende aan de Grim, zijnde door het Zilversteegje afp-e-
scheiden van het St. Barbara-convent.
Het was bewoond door Nonnen , die naar de derde orde des H. F ran-
ciscus , leefden , en is na de Reformatie tot suikerbakkerijen en burger-
huizen vertimmerd ; terwijl van de Grim naar het Zilversteegje door
dit klooster eene dwarsstraat gelegd i s , die den naam van h e t G e-
b ed z o n d e r end voert.
CLARISSENKLOOSTER, te Amsterdam, op den Heiligenweq.
Toen de Glarissen , die naar den derden regel van den H. F hancis-
cus leefden , en reeds binnen Amsterdam een klooster bezaten in het
jaar 1496, het ontwerp vormden , omao j een klooster in de’stad te
bouwen, heeft de regering zieh , bij plakkaat van 23 November des-
zellden jaars, met kracht verzet tegen het bouwen van dit nieuw
klooster. Doch aangezien de Nonnen met het begonnen werk voort-
§ln,ff'o r ,Z0° ,iebberl Burgemeesters en Schepenen , bij een ander plakkaat
d.d. 2 Julij 1499 , allen timmerlieden en metselaars , op verbeurte van hun
poorterregt, verboden , aan dat klooster iets te maken , op te rivten
ot nederwerpen, om het weder te vertimmeren. Het klooster werd
evenwel voltrokken ; doch is omtrent het jaar 1393 ten deele tot een
mannen - Tuc h t hu i s , ten deele tot een Yeerhuis en gedeelteliik
tot een Aalmoezeniershuis ingerigt; terwijl het overige gedeelte met
Durgerwoningen bezet werd, waaruit onder anderen , drie in elkander
loopende straten ontstonden, uitkomende in de Kalverstraat en noir
het Eerste klooster , het Middelklooster en het Derde klooster
genaamd Het A almoezemershdis is daarna tot eene L atijhsche S chool
V eC L A R I S S F N K T n n q T F R RASrHWS, ,d i e n t t h a n s ™ H c .s v a n A r r e s t . CLARISSENKLOOSTER, voorm. klooster te Boxtel, prov. Noord-
Braband. Zie E lizabeth (S t . ) .
CLARISSENKLOOSTER, voorm. klooster, te Brielle, in de Bri-
(j iLicstvacit.
Dit klooster was in het jaar 1483 gebouwd door Margaretha v a n
J ork , wed. van K arel den Stoute , die de Abdis en de eerste Tuchtmees-
teressen uit het klooster van St. M aria de Nazelli, te Delft, haalde.
• 1 Si?n on“er Bet zoogenaamde kapittel van Utrecht; naderhand
2 “ de Nonnen-, die naar den regel van den H. F r a ncisco leefden , tot
« e van den H. A dgustinus overgegaan. In een handschrift van G eor-
van E gmond, den zestigsten Bisschop van Utrecht, wordt dit
klooster genoemd : het Hms of Convent der Cellezusteren levende
naar den regel van den H. A ugustinus. Uit dien hoofde’ werd de