34 C A S.
Omtrent hetjaar 1091 zijn die van C a s t r ic u m met die van Egmo n d
in twist geiaakt, over het leggen van eenen dijk tegen het geweld der
Noordzee, want de zee door de woede der stormen zwellende, er»
over dijk eh duin heenspoelende, is al l iet land, gelegen tusschen de-
beide genoemde dürpen , gfeh'cel onder gelodpen. De Egmonders , wier
landen het laagst van allen lagen , legden hieröp eenen zwaren dijk aanU
Dü zee hierdoor tegfen gehouden en door het winter water hooger geworden
zijnde, zoo is het land van Castricum onder water geraakt r
ter'wijl Vele huizen van dit ambacht mede onderliepen of omver
spoelden. De Castricummers, daardoor in woede ontstoken tegen de
Egmoiidcrs; vermeiden den dijk , hetwelk deze laatsten in groot gevaar
b rag t, waarvan zij echter bevrijd bleven door eenen Sterken wind.
Weinig tijds daarna de dijk weder hersteld zijnde, werden die van
Castricum andermaal geweldig van het water geplaagd , te ineer daar
AnELjiRT , Abt van Egmond , eene gracht deed graven ten einde de
kracht der baren daardoor te breken en af te wenden. Aangezien dit
nu groote schade aan de Castricummers veroörzaakte , zijn deze , die
destijds zeer vermaard waren om hunne magt en rijkdom | met gewa-
pend volk toegeschoten , ten einde zulks den Abt met geweld te beletten.
Deze, de vijanden ziende aankömen, nam met de zijnen de vlugt, hetwelk
echter zoo spoedig niet köh geschieden of de Castricummers ,
Wisten door de snelheid hunner päarden een gedeelte hunner te achter-
halen, waarvan zij eehigen ter nedersabelden; terwijl zij velen ge-
vangen maakten. Hoe het verder met deze twist afliep is ons niet
gebleken, verrnoedelijk is Graaf F l o r i s I I , onder wiens regering dit
voorviel, later als bemiddelaar tusschen beide gekomen.
In het jaar 1538 werd omtrent dit dorp döor de Kabeljaauwschge-
zinden een snoode aanslag tegen R e in o u d v a n B r e d e h o d e ondernoinen.
Deze namelijk, door Hcrtog A l b r e c r t v a n B e i j e e e n , in de plaats varf den
Xabeljaauwschen edelman J a n v a n B l o e m e s t e in , tot Baljiiw van Kennemer-
land benoemd, was daardoor voornämelijk in den haat der Kabeljaauwschen
geraakt, zöodat zij het zelfs op zijn leven toelegdeh. EeriO onderneming
daartoe volgde Weldra het besluit. R e in o u d , geen kwaad vermoedende
begaf zieh , weinig tijds na zijne aahstelling, op weg nähr Kerinemerländ j
doch , met een klein gevolg, in de duinen van C a s t r ic u m gekomen ,
ontdekte hij zeer spoedig de hinderlagen, hetti door zijne vijanden ge-
legd j waarop hij zijn päard de Sporen gaf, en , met achterlating van
drie mannen van zijn gevolg, die door de vijanden ingehaald werden
en sneuvelden , naar C a s t r ic u m reed, waar hij zieh in de kerk dacht
te bergen." De vijand, hem öp de hielen vervolgende, achterhaalde
hem op het kerkhof, waar R e in o u d en zijn gevolg zieh met eertert
gadeloozen moed verdedigden, tot eindelijk de opgezfetenen vän het
dorp den nieuwen Baljuw , met kracht van wapenen , te hulp kwarnen.
Daarop kozen zijne vijanden het hazenpad, en borgen zieh gedeeltelijk
op het kasteel te Heemskerk, gedeeltelijk binneil Delft, welke beide
plaatsen , de eene na de andere, door Hertög A e b r e c r t werden belegerd
en gedwongen , zieh op zeer harde voorwaarden Over te geven.
In het jaar 1573 werd C a s t r ic u m door de Spanjaarden geplunderd ,
die echter, tegen hunne gewöonte , de kerk ongeschonden lieten j als
liebbende zij schier overal de kerken op de naburige dorpen in brand
gestoken. Een jaar later zond de Pastoor van dit dorp aan de stad
Alkmaar de vergiiTenis, die de Spanjaarden aan de uitgewekene of
zoogenoemde oproerige inwoners dezer provincie , in hunne medelijdende
geuade, wel wilden tocstaan.
C A S. 33
Den 20 Julij 1795 trof Castricum het ongeluk van eenen gCWeldi-
gen brand, waardoor vijf huizen, een Stal en eene schuttr in de
asch Werden gelegd.
Meest beroemd is dit dorp in de geschiedettis, door bet hardriekkig
gevecht, den 6 October 1799, tusschen de Fransch-Bataafsche en En-
gelsch-Russiche legers, in den omtrek van dit dorp geleVerd, hetwelk
van ’s morgens zeven tot ’s äVöiids acht urc duurde, eh waariri zieh
de Engclschen eh Russen ten laatstfen genoodzaakt zagen, met achterlating
van zeven stukken geschutj terug te trekken; terwijl hun verlies
ruim twee duizend vijf honderd man beliep. Het verlies aan oirze
zijde bcstond in ruim veertien Iionderd man , zoo aandoodenen gekwetsten
als krijgsgevangenen. Nog ziet men in den muur van de kerk en pastorij
der Hervormden eenige kogels , die van de hevigheid van dit geveeht
gefuigen.
Sedert het jaar 1829 is men in den omtrek van dit dorp begonnen
de duinen, welke thäns tot ’s Könings domeinen bebooren , te ohtgin-
nen en dit levert reeds de beste uitkomsteh op.
H e t w a p e n d e r h e e r l . b e s t a a t in e e n g e v i e r e n d e e ld S c h ild v a n z i lv e r ,
z ijn d e h e t Oerste e n v ie r d e kw a r tiO r ie d e r b e la d e n m e t e e n e n k l im m
e n d e n le e u w v a n k e e l ( r ö o d ) , e h h e t tw e e d e e n d e r d e ie d e r b e la d e n
m e t d r ie k o r e n h a lm e n v a h g o u d .
CASTRICUM , batterij in Oäst-Indie, op het Bandasche eil. Banda-
Neira, op de oostknst van dat eiland.
CASTRICUM (BAAI-YAN-), baai in Oost-Indie, aan de noordkust
van liet Sundasche eil. Celebes, in de Zee-van-Celebes, ten Z. van
kaäp Koffin.
CASTRICUM (HUIS-TE ) , voorm. adell. huis in Kennemerland,
prov. Noord-Holland. Zie Kronerburg.
CASTRICUM-EN-HEEMSKERK , kerk. gem., prov. Noord-Holland,
klass. en ring van Haarlem, met twee kerken , ¿One te C a s t r i c u m
en eene te H e em s k e r k , en 224 zielen.
De eerste , die in deze gem. het leeraarambt heeft waargenomen , is
geweest J a n P i e t e r s z . v a n C a s t r ic u m , die alhier in het jaar 1584 be-
roepen werd en in het jaar 1586 overleden is. Van het jaar 1631
tot 1637 was deze gemeente weder herderloos. Het beroep is eene
collatie van de'ambachtsheeren van C a s t r i c um en He Oms kerk.
CASTRI-LÜCIUM , plaats , vermeld wordende in de ac te, waarbij
Lotharingen, den 8 Augustus 870, tusschen K arel den K a i e Koning
van Frankrijk, en den Roomsch-Koning LodewiJk den Duitscher, ver-
deeld werd. Het viel, nevens andere goederen in de Hrdennen, aan
Lodewijk ten deel. Volgens den geleerden Jesuit Wietreim, is dit
Castri-Lucium de tegenwoordige stad Luxemburg (1).
CASTRUM-DORESTATE, naam, onder welke de stad Wijk-bij-
Düurstede , in de prov. Utrecht, op het jaar 697 vermeld wordt. Zie
WlJK -bij-Duurstede.
CASTRUM-TRAJECTUM, plaats, waar in het jaar 631-, op be-
vel van D a g o b e r t , Koning van Austrasie, eene kapel gesticht en
aan den H. T h o m a s toegewijd werd, welke kapel naar alle waarschijn-
lijkheid de eerste christenkerk hier te lande geweest is. De plaats ,
waar zij gestaan heeft, is verrnoedelijk het tegenwoordige Utreciit.
(h U'it^gevfelen is döor dien Geleerde ontn ikkeld in « n Mss, t h i t l in de sUdsbibliotheeli te
Trier birnkWnde, en getiteld: Luoiliburgcnna s iv t iMxtiitburgam A&mammi.