■ \ J i
*p
yA .
V O O R B E R I G T.
ßfogten wij , in de voorrede voor het tweede deel van dit werk,
eene aangename taak volbrengen, door onzen hartelijken dank te be-
tuigen aan onze geachte Correspondenten en zoo vele anderen, die ons ,
in liet bemerken daarvan, wel hebben willen behulpzaam zijn; niet minder
genoegen geeft het ons thans } hier die dankbetuiging te herhalen ; en
zulks te meer, daar wij de belang Stelling in onzen arbeid zoo günstig
zagen toenemen, dat er tegenwoordig bijna niemand meer gevonden
uordt, die onze aanvragen om toelichtingen onbeantwoord laat. Zelfs
zien wij ons vaak, door geheel onbekende personen, met de toezending
van bescheiden en berigten vereerd.
Was onze beschrijving van de Luxemburg sehe plaatsen vroeger meestal
dor en schraal, uit gebrek aan eenen Correspondent, genoegzaam in die
oorden bekend, om ons dienaangaande voor te lichten; thans zien wij