sloten mocten voorzien. De overige gebouwen op het eiland zijn : drie
Wa c h t h u i z e n ; één aan elk einde, en één in het midden; eene
P l a a t s , digt bij den ingang, met de noodige gereedschappen voor het
blusschen van brand , en Pu t t e n om water uit te scheppen , die met
planken gesloten en zoo toegespijkerd zijn , dat men ze in geval van nood
spoedig kan openen. Al het water, dat de bewoners voor de keuken
als anderzins noodig hebben, komt van de rivier, die door de stad
Nangasaki loopt en wordt met pijpen van bamboesriet aangebragt ; hetvalt
in eenen bak, binnen het eiland aangelegd. Voor dit water moet men
afzonderlijk betalen. De Oostindische maatschappij heeft achter de groote
straat, op hare kosten, een Gebouw doen oprigten, geschikt voor den •
koop onzer goederen, en twee Pakhuizen, tegen het vuur bestand; want
de bovenvermelde pakhuizen, welke men gelijkvloers vindt, zijn noch
tegen regen, noch tegen brand of dieven beveiligd. Het eiland bevat
ook eene ruime Ke uke n ; een Hui s voor de" Af g e v a a r d i g d e n
v a n d e n Go u v e r n e u r , om het oog op onzen handel te houden ;
een Hui s voor de T o l k e n , die men alleen gedurende den tijd der
verkoopingen noodig heeft ; een Keuken- en Speel tuin; eene Plaat s
om l i n n e n en a n d e r e d i n g e n t e wa s s c h e n ; eenige P a r t i c u l
i è r e T u i n e n en eene Badpl aat s . De Ottona of Hoofd-Opziener
der straat heeft ook een huis en tuin voor zieh. Er is ook nog eene
opene plaats voor kramen, welke er zoo lang staan als onze schepen in
de haven liggen ; alsmede een afzonderlijke hoek, waar de touwen en
het linnen, om de goederen in te pakken, bewaard worden.
In het jaar 1815 kwamen er twee Britsche schepen, onder Neder-
landsche vlag, voor dit eiland, die door den Engelschen Luitenant-
Gouverneur van Oost-Indië, R a f f i e s , afgezonden waren, om onze fak-
torij in bezit te nemen. Doch het Opperhoofd van D e s im a , H endrik
D oeff , had besloten de vlag voor de Engelschen niet te strijken. Daar
hä echter wist, hoezeer de Japanezen tegen de Engelschen verbitterd
waren, omdat deze onzen handel geheel stremden, deed hij den Raad
van Indië , W ardenaar , die bestemd was, om hem als Opperhoofd te
vervangen, het gevaar beseffen, waarin zieh de manschap der schepen
zoude bevinden, wanneer hij hen als Engelschen in Japan bekend maakte.
De Engelschen traden dus gereedelijk in eene schikking, waarbij zij aan-
namen alle de sedert zoo vele jaren door de Nederlanders, bij gebrek aan
toevoer, gemaakte schulden te betalen, en eene zekere hoeveelheid koper
van het Opperhoofd D oeff naar Batavia mede te nemen, en aldaar voor
zijne rekening te verkoopen ; waartegen deze aan de Engelschen stil-
zwijgendheid , ook van eenige Japansche tolken , die in het geheim
moesten zijn , en eene lading koper , beloofde. Tevens zond hij zijnen
Pakhuismeester B lomhof naar Batavia, om een verdrag met R a f f ie s
te sluiten , ten einde deze met den Heer D oeff , als Nederlandsch
Opperhoofd, jaarlijks onder Nederlandsche vlag handel zoude drijven.
Doch den voorslag van den Luitenant-Gouverneur, om de faktorij van
D esima , als onderhoorig aan Java, volgens het verdrag van overgave
van dat eiland, aan de Rritten af te staan, verwierp hij geheel en
a l, niellegenstaande de grootste bevordering en geldelijke voordeelen ,
hem door R affles ruimschoots aangeboden. Eene nadere poging,
ten volgende jare aangewend, slaagde niet beter, te minder, daar
het Nederlandsche Opperhoofd toen tevens van de lieugelijke gebeur-
tenissen onderrigt werd, welke inmiddels in ons vaderland hadden
plaats gegrepen. Het duurde echter nog tot in het jaar 1817 eer
de Nederlanders in Japan, die gedurende acht jaren van alle gemeenschap
met het vaderlandsche bestuur waren afgesnedeu geweest ? uit
hunne ballingschap verlost werden. Of mögt het geen ballingschap
heeten daar zij gedurende al dien tijd van alle naauwkeurige berigtcn,
omtrent de groote gebeurtenissen in Europa, waren verstoken geweest,
en aan vele noodwendigheden of ten minste aan vele gemakken des le-
ven, hadden gebrek geleden. D esima was alzoo de eenige plaats, waar
de Nederlandsche vlag, gedurende onze inlijving in het Fränsche keizer-
rijk, volstandig is blijven waaijen, en waar zij noch voor de Franschen,
noch voor de Engelschen heeft moeten zwichten. . „ .
DÉSIR (KLEIN-MON-j , verl. plant, in Nederlands-Gutana, koi.
Suriname, aan de Cottica, ter regterzijde in het opvaren ; palende
bovenwaarts aan de suikerplant. Elk-het-Zijne en Manheim, beneden-
waarts aan de suikerplant. AnDa’s bürg ; 225 akk. groot. _
DÉSIR (LAND-VAN-MON-), verl. grond, in Nederlands-lrutana,
kol. Suriname, aan de Cottica, ter linkerzijde in het opvaren ; palende
bovenwaarts aan het tweede tabbetje, benedenwaarts aan de verl.
plant, de Onderneming ; 500 akk. groot. _ _
DESIR (MON-), verl. plant, in Nederlands-Guiana, kol. Suriname,
aan de Motkreek, ter regterzijde in het opvaren ; palende bovenwaarts
aan de katoenplant. Clemensburg, benedenwaarts aan de verl. plant.
Voorzorg ; 796 akk. groot ; bij de Negers R utsa r i geheeten. -
DESSELAAR, geh. in de Meijerij van's Hertogenbosch, kw. Peelland
, prov. Noord-Brdband, Herde distr., arr. en 5 u. 0. ten Z. van
Eindhoven, k an t., gem. en £ u. N. W. van Asten.
DESTOMBESBURG, suikerpl. in Nederlandsch Guiana, kol. Suriname
, aan de Boven-Commewijne, ter linkerzijde in het opvaren ;
palende bovenwaarts aan de verl. plant. l’Esperance , benedenwaarts aan
de yerl, plant. Bethlehem; 1800 akk. groot, met 96 slaven. De
Negers noemen deze plant, vab der W b r f f ie .
DETAL, d. in Oost Indië, op het Sundasche eil. Java, resid. Sa-
marang, distr. Grogol.
DEÜFELT, geh. in het graafs. Wiltz, grooth. Luxemburg. ZieD e if e it .
DEURINGEN, D bür sisgbn, D u r ing e s , DomiNGEKof D oissingeb, b u u r s c h .
in Twenthe, p r o v . Overijssel, a r r . e n 4 u . Z. 0'. v a n Almelo, k a n t .
e n 1 u . Z. W. v a n Oldenzaal, g em . e n 2 u. Z. v a n Weerseloo.
De R. K., van welken men er 700 aantreft, maken met die van
de buurs. H a s s e lo en G am m e lk e eene stat. ui t , welke tot het
aartspr. Twenthe behoort, 1700 zielen en daaronder 1200 communi-
canten te lt, en hier eene, in 1850 nieuw gebouwde, kerk heeft, welke
aan den H. 1’i.ecbelmus toegewijd is en door eenen Pastoor en eenen
Kapellaan bediend wordt.
DEURINGEN (NOORD-) of N oord-D oirbingen , d. in Twenthe, prov.
Overijssel, arr. en 5 u. O. van Almelo, kant. en 1); u. 0 . Z. 0. van
Ootmarsum, gem. en £ u. N. van Denekamp; met de havez. Noord-
Deur ingcn, en eene school.
DEURINGEN (NOORD-) N oord-D edrbibgeb , N oord- D uringes , N oord
D oiribgeb of N oord-D oirnibgeb , havez. in Twenthe, prov. Overijssel, arr.
cn 5 u. 0. van Almelo , kant. en 1J u. 0. Z. 0. van Ootmarsum, gern
en | u. N. van Denekamp, in de buurs. Noord-Deuringen.
Deze havez. wordt thans in eigendom bezeten door den Heer A dolph
F rederik L odewijk Grave vab R echteres L impurg.
DEURLOO , ook wel de R assen genaamd, mond van de Honte of
Westerscheide, tusschen Walcheren en Zeeuwsch-Vlaanderen. Het is
een eng vaarwater , dat met ondcrscheidenc zandbanken bezet is.