Beers, Mi l l , St. Hu b e r t , Hu l s b e e k , Wa nr ooy, Gass ei ,
s ch a re n, Hai , Langenboom en Neerloonj zoodat deze heerl.
een groot gedeelte ran de tegenwoordige kant. Boxmeer en Grave in-
neemt. Het telt rnim 17,000 inw., die meest hun bestaan vinden in
den landbotrw.
Men treft in deze heerl. bijkans allerlei grond aan. Hier plant men
rogge en boekweit, ginds vindt men goede wei- of hooilatiden , elders
l ü ’ j .enst’fi om er schapen op te wijden , welke echter thans veel
bebouwd is. Op andere plaatsen dient de veengrond den opgezetenen tot
brandstof.^ Zelfs zijn erboschjes van krenpelhout en hoogopgaandeboomen.
In het jaar 1820 werd deze geheele heerl. door eene zwart overstroo-
nnng geteisterd.
, Het wapen van het Land v a n Cuyk bestaat in een veld van goud,
beladen met twee baren van k e e l, waar boven , tusschen en onder acht
meerlen , mede van k e e l, geplaatst drie , twee en drie.
(^hOT-TE-) | voorm. adell. kast. in het Land van Cuyk,
prov. Noord-Bruband. Het was het stamhüis der Heeren van Cdyk, die
met onvermaard in de Vaderlandsche Geschiedenis geweest zijn. Waar
het gestaan heeft, is onbekend. In het vlek Gbyk heeft men wel een
??.°.§enaam<^ Hoog-huis, doch niet van die bouworde, om er de over-
blijfselen van eenen middeleeuwschen bürgt in te ontdekken. Wij geloo-
ven, dat het K a s t e e i , v a n Cuyk niets anders geweest zij , dan het
kasteel te Grave, en dat dit stadje zijnen oorsprong aan dit kasteel
verschuldigd is.
t EN-BEERS, kerk. gem., prov. Noord-Braband. klass. van
s Hertogenbosch, ring van Grave.
Zij telt 125 ziel, en heeft eene kerk te Cuyk, die door eenen Pre-
dikant bediend wordt. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt
heeft waargenomen , is geweest H e n r i g u s B e v e n t r o p , die in het jaar
1648 herwaarts kwam en in het jaar 1684 overleed. Het beroep
is eene koninklijke collatie.
CUYK-EN ST.-AGATHA, gem., prov. Noord-Braband, Eerste distr.,
arr. s Hertogenbosch, kant. Grave (1 k. d., 22 m. k ., 3 s.d., 5 ged.);
palende N. aan Linden, 0. aan de Maas, Z. 0. aan Oeffelt, Z. aan
Haps, W. aan Beers.
Zij bevat het vl. Cuyk, het d. St. Aga th a, benevens de geh.
J c n i i n^ e^’ Fianen en Heeswijk, beslaat eene oppervlakte van
1697 bund. 97 v. r. 58 v. eil., telt ongeveer 2200 inw., die meest
hunbestaan vinden in landbouw, koophandel en ambacbten. Yoorts
heeft men er 5 looijerijen , 3 brouwerijen en 2 olieslagerijen.
, De R. K., die hier 2000 in getal zijn, maken de stat. van Cuyk
nit. De Herv., van welke men er ongeveer 90 t e lt, behooren tot
de gem. van Cuyk-en-Beers. -— De Israeliten, die men er 100 aantreft,
maken de gem. van Cuyk uit.
Men telt er twee scholen, die te zamen door 120 leerlingen be-
zocht worden. Ook bestaat er te S t . A g a t h a een klooster van de orde
der Kruisheeren. Zie deswege het art. A a g t e k e o o s t e b ( S t . - )
^ Onder deze gem. vielen , bij den watervloed van Januarij 1820, wel
vijf doorbraken in den Maasdijk, zoodat het vl. Cuyk met eene volko-
mene vernietiging bedreigd werd , en de geheele gem. groote schade leed.
Het wapen dezer gem. is betzelfde als dat van bei Land-van-Cuyk.
Zie het art. Cuyk ( L a n d - v a n - ) .
CUYK-EN-ST.-AGATHA (BINNENPOLDER VAN-), pold. in het Land
tan Cuyk, prov. Noord-Braband, Eerste distr., arr. 's Hertogenbosch,
kant. Grave, gem. Cuyk-en-St.-Agatha; palende N. aan Katwijk, O.
aan de straat. Z. aan St. Agatha, W. aan de beide-
Deze pold., in het jaar 1300 bedijkt, bcs aat eene oppervlakte van
386 bund. 50 v. r., en wordt door twee sluizen van het overtollige
water entlast. Het land ligt ongeveer 10 eilen boven A. P.
Over dezen polder heeft h e t gemeentebestuur van Cuyk-en-bt.-AgatUa
CUYL^(HET-HUIS-), voorm kast. in bet Land van F-ianen, prov.
Zuid- Holland, nabij Vianen. „ , .
Het was het stamhüis van het oude geslacht van v a n C u y i, , dat een
zilveren Leeuw , geharnasseerd van lazuur , op een veld van keel, ten
wapen voerde. Van het huis , dat reeds m de v.jftiende eeuw moet
pesloopt zijn, waren in het jaar 1540 nog oude muren en grondyesten
te zien: thans zijn echter ook deze met meer aanwezig, zoodat men
zelfs niet meer weet aan te wijzen , waar het gestaan beelt.
CUYLEMBURG, graafs. en st. | prov. Gelderland. Zie C u l e m b o b g .
CUYLEMBURG (GR00T-), koffijplant in Nederlands-Guiana, kol.
Suriname, aan de Cottjca, ter regterzijde in het opvaren ; palende
bovenwaarls aan de verh plant. N i e u w - C u y l e m b u r g , benedenwaarts aan
de verl. plant. Zelden-Rust ; 750 akk. groot, met 115 slaven , by de
Negers V a n d b a geheeten. ,
CUYLEMBURG (KASTEEL-TE-), voorm. kast. in het graafs. Lulembora,
prov. Gelderland. Zie C u l e m b o r g ( K a s t e e l - T e - ) .
CUYLENBURG (LAND-VAN-NIEUW-), verl. grond in Nederlands-
Guiana , kol. Suriname, aan de Cottica, ter regterzijde in het opvaren ;
palende bovenwaarts aan de verlaten plant. Blokkenstein, benedenwaarts
aan de verl. plant. Gustaafsdal; 500 akk. ffroot• t , j .
CUYLEMBURG (NIEUW-), verl. plant, in Nederlands-Guiana, kol.
Suriname, aan de Cottica, ter regterhaod in het opvaren; palende
bovenwaarts aan de verl. plant. Elsenhagen benedenwaarts aan de
plant. Groot-Cuylemburg ; 250 akk. groot. Zij behoort thans aan de
plant. Voorzorg, aan de Vredenburgerkreek.
CUYNRE , riv., prov. Friesland. Zie K u i n d e r .
CUZEMER of K u s e m a r , ook C u i s e m e r k e o o s t e r , C u s e m e r k l o o s t e r en
K u z e m e r k i o o s t e r gespeld, voorm. kloost. in het Westerkwartier, prov.
Groningen, onder en i u. Z. Z. W. van Oldekerk, i u. Z. O. van
Sebaldeburen. . ., , .
Het was een Nonnenklooster der Premonstreiterorde , aldaar in het
begin der dertiende eeuw gesticht, door H e r d e r i c u s , Proost van Berethe,
een aloud, in den Dollard verdronken , dorp, die aan het klooster
den naam gaf van St. M a r i a ’ s p o o r t . Het moet een fraai, runn ge-
bouw geweest zijn, met eene torenspits, en van rondom op de daar-
voor geschikte zand- en veengronden van hoog bosch omgeven.
Bij den hoogen vloed van 14 December 1287 zouden in dit klooster
60 maagden verdronken zijn.
De kundige Friesche Kanunnik S i b r a n d u s L e o , bekend door zyne
geschiedschriften, vlugtte, ten tijde van den beeldstorm, uit het klooster
Lidlum herwaartsr en eindigde er, ten jare 1j88, in rust en
vrede , zijn leven. ....
Het gebouw is , omstreeks het einde der zestiende eeuw , openlyk voor
afbraak verkocht geworden. — Ter plaatse, waar het gestaan heeft,
ziet men nog, ten Z. O. van de Cusemerbalk of den vonder over het Wold-
diep, eenen zandigen heuvel, 3 | bund. groot, van grachten en S i n gels
omgeven, binnen welken nu een boerenhuis, de womng van de