wijze ; terwijl ook het verblijf van R ennenberg zelf uiterst kostbaar was,
geen wonder dus dat de regering, met de Staten der pro'vincie, alle
moeite in het werk stelden , om van deze bezetting verlost te worden.
Zij slaagden daarin ook zoo wel, dat R ennenberg den 10 Februarij 1579,
met zijne zes vaandelen, uittrok, nadat de raâd en gezworene gemeentc
zieh , behalve tot andere voorwaarden , ook tot het bewaren der stad Verbünden
hadden. Waarvan de instelling eener burgerwagt het gevolg was ,
die ook, zoo lang de republiek bestaan beeft , in stand is gebleven (1).
Naauwelijks was de stad negen jaren onder het staatsbestuur geweest,
of zij werd , in den nacht van den 29 Januarij 1587 , door W illiam S tanley ,
verraderlijk aan den Spaanschen Gouverneur van Zutphen, T axis genaamd ,
overgegeven. Vier jaren later , namelijk in 1591, werd zij weder onder
het gebied der Staten gebragt, door Maurits , Prins van Oranje, die,
na de stad Zutphen , den 50 Mei, overwonnen te hebben , zijn leger
onmiddellijk vöör D eventer nedersloeg, en deze stad , welke door H erman,
Graaf van den B ergh , den eigen neef van Prins M aurits , verdedigd werd,
zonder veel tegenstand , door gebrek aan krijgsvoorraad van binnen , den
10 Junij van het zelfde jaar, deed bukken.
Intusschen bekwàm die Prins eene stad , waarvan een gedeelte der huizen
geheel vernield was ; vermits het Duitsche en Waalsche krijgsvolk, hetwelk
haar voor den Koning van Spanje bewaard had, uit louteren moedwil,
de huizen afgebroken had, om deze afbraak des winters tot brand-
stof te gebruiken , weshalve men vermoedde, dat, ingeval deze krijgs-
bezetting nog een of twee winters daarin had doorgebragt, het haar
zelve weldra aan woningen zoude ontbroken hebben.
Na die laatste overwinning is D eventer bestendig onder het gebied
der Staten gebleven, tot in het ongelukkige jaar 1672, toen Koning-
L odewijk XIV dezen Staat zoo onverwacht overviel. Terwijl, zoowel
de Keur-Keulsche als de Munstersche troepen, van de oostzijde, deze
provincie waren ingerukt, al de kleine steden , die geen wederstand
konden bieden, innemende en uitplunderende, zond Koning L odewijk
den Hertog van L uxemburg, om D eventer voor den Bisschop van Munster
te veroveren, hetwelk den 22 Junij geschiedde, niet zonder ver-
moeden van verraad, daar zij toch buiten nood werd overgegeven ,
zoo als de Burgemeester B oekholt zelve in den Baad durfde staande
houden. Hierop werd de stad aàn de Keur-Keulsche en Munstersche
Soldaten ingeruinSd, van welke de inwoners, zoowel van de stad als
van de omliggende dorpen , met geen minderen euvelmoed, dan eer-
tijds van de Spaanschen , behandeld werden ; hoewel Maximiliaan H endrik
, Keurvorst van Keulen, en Christoffel B ernard van Galen , Bisschop
van Munster , voorgaven , die stad , als eene vrije rijksstad (zoo als voor-
heen) weder in het Duitsche rijk te willen inlijven, en onder ’s Kei-
zers bescherming te stellen. Beter was het voor de stad , dat , toen ,
in het volgende jaar 1675. de Franschen genoodzaakt werden de
Nederlanden te ontruimen , ook hunne bondgenooten, in April des
jaars 1674 , tot het verlaten van D eventer en de andere Overijsselsche
steden besluiten moesten.
De Gemeenslieden, oordeelende, dat het regiement op de Regering,
in het jaar 1675 gemaakt, streed met de privilegiën der stad, had-
(1) Men leze orer het beleg van 1578 , W. H. Cost Jordens: V e t beleg v a n D e v e n te r , door
d en G ra a f v a n Ren n e rib e rg , i n het ja a r 1578 , medegedeeld in den OverijsseUche A lm a n a k v o c r oud—
h e id en le tter en , voor he t ja a r 1889, bl. 1-54 , en over de noodmunten : Het levensberigt v a n S t.
L e b u in u s , door J. C. Molhuysen in dien Almanalcf voor h e t jaar" 18-36 , bl. 13-17a
den, zonder acht te slaan op het schrijven van den Stadhouder,
W illem III, de Regering, in het jaar 1677, verkoren en doen beeedi-
gcn. Zonder ’sPrinsen goedkeuring op hunne verkiezing af te wachten,
maakten zij , zoo zij zeiden gemoedshalve , zwarigheid , om het reglement
van het jaar 1675, tegen de previlegien, na te komen. Zij
zonden zelfs een vertoog aan den Prins, waarin zij hun gedrag verde-
digden. Doch de Stadhouder deed dit werk spoedig af. Hij bcval
Burgemeesteren van D eventer , de Gemeenslieden, die zwarigheid
maakten , om het reglement van het jaar 1675 na te komen , yan
hun ambt te ontslaan, voor. reden gevende, dat , gelijk hij met gezind
was, het regt, hem bij dit reglement opgedragen , af te staan , hij
ook niemand wilde dwingen, om zieh, tegen zijn gemoed, met de
Regering te hemoeijen. Op het ontvangen van dezen last, werden
twee en twintig Gemeenslieden ontslagen , en , in hunne plaats, anderen
gekozen, die geen zwarigheid maakten, zieh naar het reglement
te voegen. _ i
Deze stad had ook niet weinig deel in de onlusten , die ons land,
voor en gedurende het jaar 1787, beroerden. In het jaar 1785 reeds
had men aldaar eene commissie benoemd tot het vervaardigen van een
concept-reglement op de stedelijke regering; dan, toen dit in het volgende
jaar gereed was , werd het juist de bron van hevige twisten
onder de patriotten zelven. Daarbij toch was aan alle burgers, zonder
onderscheid van kerkgenootschap, gelijke regten toegekend. Hier-
mede konden de Hervormden zieh echter niet vereenigen ; zelfs ver-
klaarden de Overlieden van de gilden , dat zij, in dien dit reglement,
zoo als het daar was , door den Raad en de gemeente goedgekeurd
werd, het niet zouden aannemen en van geener waarde houden. Deze
verschillende begrippen der ingezetenen hadden ten gevolge, dat som-
migen zieh vereenigden , om nieuwe burgergemagtigden aan te stellen,
in de plaats der ouden , onder wier beleid de zaak van het reglement zoo
ver gebragt was. Deze nieuwe gecommitteerden werden echter door de
gezworen gemeente niet erkend, en de Raad besloot, den 15 Januarij
1787 , zelfde laatste hand aan het regeringsregiement te leggen. Daar de
Gecommitteerden nieuwe pogingen deden, om de wettigheid hunner aan-
stelling door den Raadte doen erkennen, deed deRaad, alvorens zieh van de
acte der qualificatie meester te maken, en daar men voorzag, dat dit niet
gemakkelijk zoude toegaan, het vrijkorps onder de wapenen brengen
Ditkorps, met eenveldstuk optrekkeude, toog, op last van de regering
naar het Gildehuis, om die acte op te eischen, en , op de weigering
daarvan , bleef het daarvoor post houden. Deze maatregelen waren
echter van weinig vrucht, om den tegenstand te verwinnen. In te-
gendeel leverden de nieuwe Gecommitteerden, den volgenden dag, een
verzoekschrift in , strekkende tot staking van alle pogingen tot veran-
dering van de stedelijke en provinciale regerings-reglementen , en drongen
nogmaals op de erkentenis hunner aanstelling aan ; terwijl zij zelfs
de oude Gecommitteerden eene insinuatie thuis zonden , waarbij deze
van hunne posten vervallen verklaard werden. Eenige Regeringsleden ,
die hardnekkige tegenstreving moede, waren reeds gezind hunne amb-
ten neder te leggen en de stad te verlaten ; doch zij ontvingen
zulke overtuigende blijken van de goedkeuring der anders denkende burgers
, dat zij daardoor bemoedigd werden , om met steviger hand hun
gezag te handhaven. Het bovengemeld verzoekschrift werd dus, als
alle raadpleging onwaardig, verworpen , de aanstelling der nieuwe Ge-
coinmitteerden vernietigd , en de magt der gilden alleen tot de gilde