CHARLOTTENBURG (NIEUW-), verl. plant, in Nederlands-Guiana,
kol. Suriname, aan de Paramaricakreek, ter linkerzijde in het opvaren ;
palende bovenwaarts aan den houtgrond de Vier-Kinderen, benedenwaarts
aan het verlaten Land van den Gekroonden l’aauw.
CHAROLOIS, d. in het Land van IJsselmonde, prov. Zuid-Holland.
Zie Charlois.
CHARPRENDRE, verl. houtgrond in IVederlands-Guiana, kol. Suriname
, aan de Suriname, ter regterzijde in het opvaren ; palende bovenwaarts
aan het verlaten Land van Auka, bcnedenwaarts aan den
houtgrond Retero ; 800 akk. groot. ,
CHARTROISE, buit. in de Langstraat, prov. Noord-Braband, arr.
en 3 u. N. N. 0. van Breda, kant. en 1 u. N. van Costerhout$ gem.
en 1 u. Z. W. van Raamsdonk.
Het beslaat, met de daarachter gelegene beplanting en vischrijke
vijvers, 4 blind. 4 v. r. en 80 v. eil., wördt thans in eigendom be-
zeten en bewoond door den Heer Mr. L eonard S imon de J ongh van S on.
Men ziet er nog de gröndslagen van een voormalig Karthnizer klooster ,
waarvan het zijnen naam ontleent. Zie voorts K ahthoiserklooster.
CHARTROYSEN, plaats van uitspanning, aan de Vecht, in het
Nederkwartier der prov. Utrecht, arr., kant., gem. en 8 min. ten
N. van Utrecht, op den grond,van het voormalig K arthuiserklooster.
Zie voorts dat woord.
CHARUS , Lat. naam van de riv. Kor , grooth, Luxemburg. Zie Kor.
CHASTELEINS-HOOGTE , gebergte in Oost-Indie, resid. Banda, op
het eil. Banda-Lontoir, waarvan het het hoogste gebergte is.
CHATILLON (GROOT-), suikerplant. in Nederlandsch-Guiana, kol.
Suriname, aan de Suriname, ter linkerzijde in het opvaren; palende
bovenwaarts aan de suikerplant. Rac-a Rac , benedenwaarts aan den
verl. grond Gelderland; 1249 akk. groot, met 168 slaven en eenen
molen, die door water gedreven wordt.
CHATILLON (KLEIN-), voorm. plant, in Nederlands-Guiana, kol.
Suriname, aan de Suriname, ter linkerhand in het opvaren; palende
bovenwaarts aan de verl. plant. Gelderland, benedenwaarts aan de
suikerplant. Ro ra c - en -Kla v e rb la d , waarmede het thans eene plant,
uitmaakt.
CHAU (LE-), houtgrond in Nederlands-Guiana, kol .Suriname, aan
de Parakreek, ter regterzijde in het opvaren; palende bovenwaarts
aan den houtgrond Onoribo , benedenwaarts aan den houtgrond TVel-
bedacht-en-Onverdacht, waartoe het behoort; tezamen 1714 akk. groot.
CHAUCI, Lat. naam van de G a u c h e n . Zie dat woord.
CHEMELUM, vroegere naam van het d. H emelum, prov. Friesland.
Zie H emelum.
CHENCO, baai in Oost-Indie, aan de Westkust van het Sundasche
eil. Sumatra, rijk Anakh-Soengej; 1° 11' Z. B.
CHERANGE (NIEDER-), verbasterde naam, waaronder het d. Nie-
d e r -K e r s c h e n , in het balj. Luxemburg, grooth. Luxemburg, op som-
mige kaarten voorkomt. Zie K e r s c u e n (N ie d e r - ) .
CHERANGE (OBER-), verbasterde naam, onder welken het d. Ober-
K erschen , in het balj. van Luxemburg, grooth. Luxemburg, op soin-
mige kaarten voorkomt. Zie K erschen (O ber!-).
CHERIBON , eigenlijk Tji-Bibon , voorm. koningr. in Oost-Indie, op
het Sundasche eil. Java ; palende N. aan de Zee van Java , 0 . aan
Mataram en de resid. Tagal, Z. aan de Indische Zee , W. aan het
rijk van Jakatra.
De grond is er buitengewoon vruchtbaar en het land goed beVolkt.
In het jaar 1798 bevonden er zieh 1,494,908 zielen en thans rnim
1,800,000 zielen. Men had er in het jaar 1811 meer dan 6,000,000
koffijboomen en 7481 huisgezinnen van koffijplanters.
Den 7 Januarij 1681 stelde Safoh , Sultan van Cheribon, zieh
onder de besekerming van de Nederlandsche Oostindische Compagnie.
De reden hiervan was, dat de Soesoehoenang of Keizer van Java,
toen deze nog Erfprins was, hem eene zijner vrouwen ontroofd , eil
die naderhand niet aan hem , maar aan zijnen broeder terug gegeven
had. Sapoh wilde nu nimmer in eenig geval onderdaan van den wel-
lusteling worden, en begaf zieh dus, nog bij het leven van den vorigen
Keizer , eerst onder de bescherming van den Koning van Bantam,
en later, aangezien Bantam door burgeroorlog verschcurd werd , onder
de Nederlanders.
Bij onderscheidene overeenkomsten is vervolgens een groot gedeelte van
dit rijk , in vollen eigendom, aan de Nederlanders afgestaan , hetwelk
door den Generaal D aendels in twee préfectures verdeeld werd, waarvan
dat len Noorden de S u lt a n s l a n de n en dat ten Zuiden de Pre-
anger -Regents chappen bevatte. Thans is het koningrijk Cheribon
verdeeld in de zes regentschappen : Cher ibon, Madja, Koen
i n g a n , Galoe, Limbangan en Soekapoe ra; waarvan de vier
eerste thans de resid. Cher ibon uitmaken en de beide anderen tot
de P rea nger -Re g ent schap pen gerekend worden.
CHERIBON, resid. in Oost-Indië, op het Sundasche eil. Java, tus-
schen 6° 13' en 7° 48' N. Br. en 128» 41' en 126° 33' O. L. ; palende
N. aan de Zee van Java, O. aan de resid. Tagal en Banjoemas, Z. aan
de Baai van Segara-anakan, Z. W. en W. aan de Preanger-Regent-
schappen.
Zij wordt verdeeld in vier regentschappen , als : Cheribon , Madja,
Galoe en Koe ni nga n, en 18 onderdistrikten, zijnde : Ben g a w a n ,
Cher ibon, Tj i a m i s , Tj i -kas o, L i n g ad j at i , Gebang, La s a r i ,
Koeningan, T e l a g a , S i n d a ng k a s i , Radja-Galoe , P.endjaloe
en de Boschdist ricten. Men telt er twee ads. resid., namelijk : Indra-
mayoe en Koe ninga n-en-Gal 6 e , en vijf districten voor de Contrôleurs
over de landelijke inkomsten, als: Koeningan, Galoe,
Bengawan, Cheribon en Madja. De hoofdst. is Cheribon.
De aanzienlijkste rivieren in deze ads. résid. zijn : de Kandang—
haw a r , de L a s a r i , de Tj i -k as o, de Tj i - l oesar a, de Tj i-
manok of Ind ramayoe, de Tj i - robon, de T j i - tampo long en
de Tj i-tandoewie.
De aanmerkelijkste kapen, die men er aantreft, zijn: de Hoek van
Indramayoe, de Hoek van Lasar i en Tandj ong- t anah.
Men vindt er vijf voorname bergen, en onder deze is de merkwaar-
dige vulkaan Tjermai de voornaarnste.
De resid. Cheribon is zeer belangrijk , zoo wegens de vruchtbaarheid
van den grond, als om de talrijkheid der bevolking, waardoor de
landbouw zieh meer en meer uitbreidt. De voornaarnste voortbreng-
selen zijn rijst en koffij. Voorts levert deze residentie : suiker, pe-
per, hatoen, indigo,. moeskruiden , djatiehout enz. De broodvrucht-
boom groeit hier welig längs het strand, terwijl men er almede den
zoogenaamden waterboom aantreft. Ook is er veel zout voorhanden ,
waarvan men de rijkste pannen te Kendanghawar vindt.
Men schat het getal buffels , dat men er aantreft, op 80,000, en
dat der paarden op 7000; doch men lieeft er bijna gecn rundvee.