DAJAKH-BESAR of G root-D ajakh , prov. of distr. in Oost-Indie,
op het Sundasche eil. Borneo, koningr. Banjer-Masing. Dit distr.
telt 750 dorpen.
In het jaar 1856 werden, volgens oud gebruik , van de lioofdpl.
Banjermasing , van gouvernementswege cenige personen naar dit distr.
gezonden, ten einde de verschuldigde hoofdgelden te innen. Deze personen
, benevens degenen , die hen vergezelde , werden door de bevol-
king der aan de Tewa-Pejangan gelegene kampongs aangevallen , en ,
na eene vruchtelooze verdediging, vcrmoord. Ten gevolge daarvan be-
gaf zieh de Resident van Banjermasing, C . G. G oldman, derwaarts ,
vergezeld van een detachement Oostindische troepen , onder de bevelen
van den Kapitein A lbert H end riks, ten einde naar de oorzaak van dit
voorval te onderzoeken en de uitlevering te vorderen van hen, die
zieh voornamelijk aan dit feit hadden schuldig gemaakt, betwelk dan
ook niet slechts gelukte, maar bovendien werden hun de wapenen der
gesneuvelden terug gegeven , en , volgens ’s lands gebruik , voor ieder
der gesneuvelden 500 gülden uitbetaald.
DAJAKH-KETJIL of K lein- D ajakh , prov. of distr. in Oost-Indie,
op het Sundasche eil. Borneo, kon. Banjermasing. — Het telt SO
dorpen.
DÁJAKKEN, volk in Oost-Indie, op bet Sundasche eil. Borneo.
Zie B atakhs.
DAIJA, riv. en st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra.
Zie .Daja.
DAIJAKS , volk in Oost-Indie, op] bet Sundasche eil. Borneo. Zie
B atakhs.
DAIJAM, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe, ads. resid. Magelang.
Den 28 April 1829 had zieh het hoofd der muitclingen, S entot ,
met een troep der zijnen, in dit dorp genesteld , doch werd door de
onzen , onder de bevelen van den Overste L e B ron de V exela , na
eenen hardnekkigen tegenstand, genoodzaakt terug te trekken, het-
welk de vijand evenwel in de beste order volvoerde.
DAIJOE-LüEHOET , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. en W. van Banjoemas, in eene schaarsch bevolkte streek. De weg
van hier naar Ad jo eh a ra n g loopt door een digt bosch van bamboes.
DAIMIRIE , rooi of regengeul, op de noordoostkust van het Cura-
caosche eil. Aruba, N. 0. van den berg Gondocan. In het jaar 1824
heeft men er goud gevonden.
DAINU, oud geh. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Banjoemas, 1 m. bewesten Lombong, aan den oostelijken ingang van
hei binnenmeer Sagara-Noekan.
DALAM, geh. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Soeralcarta, distr. Brambanam, nabij de benting Jagraban.
DALEM, Daalem , Da l l e m of Daalheh, d. aan de uiterste weste-
lijke grenzen van den Tielerwaard, prov. Gelderland, Benedendistrikt,
arr. en 8 u. W. ten Z. van Tiel, kant. en 4 u. Z. W. van Gel-
dermalsen, gem. en 1 u. W. van Vuren, ¿ u. 0. van de Zuid-Hol-
landsche stad Gorinchem , aan den Waaldijk. Het werd, naar men
wi l , door Jan Y, Heer van Arkel, die in het jaar 1077, op zijne
reis naar Rhodus stierf, aangelegd. Men telt er 48 h. en bijna 400 inw.,
die meest hun bestaan vinden in den landbouw.
De Herv., die er bijna 400 in getal zijn , behooren tot de gem.
Vuren-en-Dalem , die hier eene kleine doch fraaije kerk heeft, welke
in het jaar 1801 gesticht is door Mr. J ohan Meerman , Heer van Vu-
ren-en- Dalem, en in het jaar 1855 door den Heer MicHiEL V irüly ,
Heer van Vuren-en-Dalem, met een orgel versierd werd. Boven den
ingang leest men : D en C uristenen van D alem tot eene oeffenschole van
G eloof H oof en L ie fd e. De pastorie, aan de oostzijde legen de kerk
staande, is mede zeer fraai en munt uit door schoone land- en rivier-
gezigten.
De R. K., van welke men er 10 te lt, worden tot de statie van
Varik gerekend. — De dorpscliool wordt gemiddeld door een getal van
53 leerlingen bezocht, — Vroeger had men er een oud heerenhuis,
het Hu is Te Dalem geheeten.
J an VII, Heer van Arkel, die in het jaar 1126 overleden is, ieder
zijner broeders hun aandeel willende laten volgen in den Lande van
Arkel, schonk aan F o l p er t, door sommige schrijvers D odo genoemd,
onder andere goederen, de halve heerlijkbeid van D alem. F olperts
nakomelingen hebben , hun geslachtnaam verlatende, dien van D alem
aangenomen , en ten wapen gevoerd twee zilveren baren , in een vel'd
van keel. Zij blevcn in het bezit van D alem tot den 22 Maart 1423,
als wanneer eenige Edelen uit den Tielerwaard deze heerlijkbeid van
F loris van D a l em , voor 2260 kroonen (2712 guld.) kochten, om die
bunnen nieuwen Hertog A rnold , bij zijne blijde inkomst en huldiging
te schenken. Bij de voorwaarden van den koop werd uitdrukkelijk be-
dongen , dat Gelder D alem ter leen ontvangen zoude, van Hertog J an
van B eijeren , als Graaf van Holland, zoo als de verkooper dit van
hem als van de hofstad Arkel gehouden had. De voormelde Edelen
en de Geestelijkheid van den Tielerwaard bedongen, mede bij deze Schenking
, dat D a l em , S ta d e n en S c h u im e r o o r d , met hunne onder-
hoorigheden, nimmer van Gelderland zoudftn gescheiden worden j dat
D alem onder de schouw van den Tielerwaard. behooren moest j een da-
gelijksche Regter te D alem gezet worden ; die van D alem ter hooger
bank van Tuil behooren, en altoos onder en in het ambt van Bommel
en Tielerwaarden blijven moesten : weswege gemelde Hertog,
wederom des Zondags na H. Sacramentsdag van het jaar 1425 , in
tegenwoordigheid van onderscheidene Edelen, hun daarvan eenen ver-
zekerbrief gaf. Drie en zeventig jaren daarna heeft K arel van E gmond ,
de laatste Hertog van Gelder, volgens inhoud van zijnen brief, ge-
dagteekend Maandag na St. Paulusbekeering , deze heerlijkheid , met
de hooge en läge geregten, tienden , tijnsen en andere geregtigheden,
aan W illem van R ossem verpand , en dat zoo lang hem of zijne erven
de 300 Rijnsche guldens , welke hem de Hertog , wegens soldij schuldig
was, betaald werden. Sedert het jaar 1754, toen A lbert Ö tto
R ocleman F rederik Grave van B vland , de heerl. D alem en die van V u re
n van de Staten des kwartiers van Nijmegen heeft aangekocht, zijn
die beide beeFl. altijd door denzelfden eigenaar bezeten ; wordende zij,
in het jaar 1771 , door gezegden Graaf, voor de somma van 105,000
gulden, verkocht aan den grooten Oudheidkenner en Regtsgeleerde,
den Pensionaris van Rotterdam , G erard Meerman , na wiens dood zij
zijn bezeten door zijnen zoon, den geleerden Mr. J ohan Me erm a n, bij
wiens versterf zij, in September van het jaar 1822 , bij openbare veiling
, in eigendom zijn overgegaan aan den Heer MicniEL V ir u l y , die
ze thans nog bezit.
In het jaar 1373 maakten O t t o , Heer van Heukelom en F loris van
D alem een verdrag , om in het Land van Heukelom, aan de nederste
Zijdwijn , door de Wildt en den Wilddam, eenen eeuwigen watergang
III. D eel. 12