CAMPHERBEEK, havez. in Salland, prov. Overijssel, a r r., kant.
en £ u. 0 . ten N. van Zwolle, gem. Zwollerkerspel, op den linker—
oever van de Vecht.
Het heerenkuis dezer liavezathe is gesloopt. De landerijen , om en
bii de huisplaats, zijn , met een der bouwhuizen, thans het eigen-
dom van den landbouwer J an B ongers. Doch het regt van havezathe
en om zieh daarna te benoemen, lieeft een vorige eigenaar, de Heer
S creltos , die zieh daarnaar ook S cheltus van Camprerbeek. schrijft, bij
den verkoop , aan zieh behouden.
CAMPI, Lat. naam van de stad R ampen , prov. Overijssel. Zie
R ampen.
CAMPINE (LA), Fr. naam van d e Rempen , waarvan een gedeelte
tot de prov. iVoord-Braband belioord. Zie Rempen (De).
CAMPINIA, Lat. naam van de R empen. Zie R empen (D e).
CAMPTHORPA , oude naam van het d. Camp , in het balj. van
Brederode, prov. Woord-Holland. Zie Camp.
CAMPUS CLARUS, voorm. kloost., prov. Friesland. Zie R laar-
kamp.
CAMPUS FLORIDUS, voorm. abdij, prov. Friesland. Zie O ede-
KLOOSTER. '
CAMPUS FORENSTENSIS , streek lands , welke in het jaar 943 door
Reizer O tto I I I , aan B alderik , den vijftienden Bisschop van Utrecht
tot eene vrije jagt geschonken werd , en , naar men wil, in het Friesche
kw. Zevenwouden moet gezöcht worden.
CAMPUS ROSARUM, voorm. nonnenkl. in Fivelgo, prov. Groningen.
Zie R ozenkamp.
CAMSTRA, voorm. state , prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Barradeel, Z. 0 . van Firdgum, waartoe zij behoorde.
CAMSTRA, state, prov. Friesland, kw. Oostergoo , griet. Leeuwar-
deradeel, arr., kant. en 1 u. N. van Leeuwarden, in het dorp
Jelswm.
In het jaar 1493 , toen zij bewoond werd door F ekke C amstr a , die
de partij der Schieringers was toegedaan , werd deze state door de
Leeuwarders verbrand; maar is niet lang daarna weder herbouwd,
zoodat in het jaar 1321 daarop woonde R ienk Camstra met zijne vrouw
G eriand H oxwier.
Later kwam zij in bezit van de geslachten van D ots en de L annoy,
en wordt thans bewoond door den Heer G. van W ageningen, Wethou-
der der stad Leeuwarden , hoewel het huis thans, even als in vroegere
stukken , den naam draagt van D ekama- S tate.
CAMSTRA, voorm. state, thans eene boerenhoeve, onder en | u.
N. W. van het Friesche d. Wirdum, kw. Oostergoo, griet. Leeuwar-
deradeel, arr., kant. en 1 u. Z. van Leeuwarden, aan den straatweg.
De bovenvermelde huizen ontleenden alien hunnen naam van het
oude Friesche geslacht Camstra , tot hetwelk F oppe Camstra behoorde,
die een der teekenaars van het verbond der Edelen was.
CAMSTRABUREN, noordelijke voorst. der stad Leeuwarden, prov.
Friesland, kw. 0 osier go, längs de Ee of trekvaart naar Dockum ,
waar in het jaar 1840 een houtzaagmolen is gebouwd , terwijl er eene
pottenbakkerij bestaat.
CANACH o f Canigen , d . in h e t b a l j . v a n Remich-en-Grevenmacher,
r e g t s g . Grevenmacher, g r o o th . Luxemburg, k w a r t . e n 1£ u. N. v a n
Grevenmacher, a r r . en 2J u. 0 . v a n Luxemburg, k a n t . e n 1J u . N.
t e n W. v a n Remich, g em . e n £ u . \Y. t e n N. v a n Lenningen.
De inw., die alle R. R. zijn , maken eene par. u it, welke tot het apost.
vie. van Luxemburg, dek. Remich, behoort, en te C an ach eene kerk
heeft, welke door eenen Pastoor en eenen Rapellaan bediend wordt.
CANAWAPPIBO , suikerpl. in Nederlands-Guiana, kol. in Suriname.
Zie C annawappibo.
CANEELPOLDER, pold. op heteil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland,
arr. Goes, kant. Heinkenssand, gem. Hoedekenskerke; palende N. a a n ,
den pold. Middel-Swake, 0. aan den Slabbekoornpolder , Z. 0 . aan den
Oud-Vreelandpolder, Z. aan den Nieuw-Baarlandpolder, W. aan den
Jan Vierloospolder, N. W. aan den Vlieguitpolder.
CANJEL of G e u t , beek in het Land van Valkenburg , prov. Limburg ,
die uit het Wijkerbroek, ten Z. van Amby voorkomt e n , met eenen
kronkelenden loop Noordwestwaarts vlietende , tusschen Borgharen en
Itteren in de Maas valt.
CANIGEN, d. in het balj. van Remich-en-Grevenmacher, grooth,
Luxemburg. Zie Canach.
CANISVLIET, pold. in Staats-Vlaanderen, in Axelerambacht,
prov. Zeeland, arr. Goes, kant. Ax e l, distr. Hulst, gem. Westdorpe,
palende N. aan den St. Antoniepolder en den pold. Beoosten-en-Bewesten-
Blij , 0. aan dienzelfden polder en het Noorderdeel van den Zuiddor-
pepolder, Z. aan den St. Franciscuspolder en den St. Anthoniepolder,
W. aan het Ranaal van Neuzen en aan den Austricenpolder. Deze pold.
heeft eene uitgestrektheid van 1173 bund, schotbaar land.
Den 23 April 1630 verkreeg Caspar de Macregnaplt , Rapitein en
Sergeant-Majoor van het höoge en lage Sas van Gent, van de Staten-
Generaal der Yereenigde Nederlanden octrooi tot bedijking van de
schorre, alias C anisveiet , gelegen buiten den Austricenpolder, het
Sas van Gent en het fort+Sl—Eloy-, groot circa 2000 gemeten , om
voltooid te zijn binnen de drie jaren ; doch bij acte van nadere am-
plialie , den 24 Jan. 1632 verleend, verkregen de bedijkers vrijheid,
om de dijkaadje te mögen sluiten tot aan bet fort St. Mark, in plaats
van tot aan het fort St. Eloy. Onder de voorwaarden, waarop de
indijking moest geschieden, was er eene, waarbij bepaald was, dat
het honderdste gemet bedijkt zou worden pro Ministerio Divino. Ljp-
wijl nu de kerk te Sas van Gent gebrek had aan middelen tot haren
opbouw., verzocht de ketkeraad aldaar, dat dit honderdste gemet aan
hare kerk, als de naastgelegene , mögt worden toegewezen , welk ver-
zoek, bij resolutie van 20 Mei 1633, door de Staten werd ingewilligd.
Dien ten gevolge werd er een geldelijk accoord getroffen tusschen de
Hoofd-Gecommitteerden der dijkaadje en den gemefden kerkeraad ; doch
naauwelijks had men in Zeeland hiervan kennis bekomen , of er werd
aan den Rentineester P aul G eleynse D ekker , bij resolutie van Gecom-
mitteerde Raden van Zeeland van 17 December 1633 , verboden, om
de toegewezene penningen uit te betalen , vermits de provincie van
oordeel was, dat het door de Staten geaccordeerde en de daarop ge-
volgde overeenkomst, zeer nadeelig was voor de landen van hot Com«
mittimus. ü -
Intusschen moet dezfe polder naderband weder zijn overstroomd, en
ondergevloeid gebleven tot in het jaar 1787, als wanneer h ij, op last
van den Raad van Slate , is beverscht en herschapen in eene vrucht-
bare streek lands, die schoone veldgewassen van allerlei aard voort-
brengt. Men vindt er 7 boereuhofsteden en 6 afzonderlijke woningen.
Door dezen pold. vloeijen twee voorname kreken of visscherijen :
de G ro o tek re ek of Z u id k re e k en de Noordkreek of Molen-
III. D e e l . 2
¿7 ¿Z F