volgens Alting (1), zoude de Dorpsterzi j 1, welke voor de jongstc
wordt gehouden , reeds in den jare 1272 zijn opgerigt. De vereeniging
dezer drie zijlvestenijen heeft op den IS Augustus 1517 plaats gehad, blij-
kens de daarvan voorhandcne en toen, door den Abt van Wittewierum
en de regters der drie zijlen , gemaakte wetten en instellingen (2), waarbij
het bestuur daarover wordt opgedragen aan den genoemden Abt , bene-
vens aan de zes Scheppers of Edictores der drie zijlvestenijen. Nog heden
ten dage wordt bet zijlvest, als van ouds, bestuurd door eenen Oversten
Schepper, die zijne aanstelling krijgt voor den tijd van twee jaar , van
Z. M. den Koning, en door 14 Scheppers , als 5 Scheppers van bet
Dor ps t e r -Zi j lv es t , 4 Scheppers van het Sl ocht e r -Zi j lves t , on-
der welke de bezitter van het huis te Slochteren perpetueel voorzitter
is , en 5 Scheppers van het Scharme r- Zi j lv es t , aan welk collegie
is toegevoegd een vaste Secretaris , die tevens Ontvanger is , een Waar-
man, en een Bode. Het draagt den naam van Overste Sch epp er e n
S c h e p p e r e n der d r i e Delfzi j len. S'edert de eerste vereeniging
hebben nog vele karspelen hunne afwatering door het gemelde zijlvest
verkregen , zoo als onder anderen: ten jare 1570 En g e l b e r t en
Mi dd el ber t ; ten jare 1424 het Oost e r - S t a d s hamr i k ; in 1454
het We s t e r -S t a d s h amr i k ; in 1548 Es s e n ; in 1620 Oos ter -
He l p e r h amr i k ; in 1675 We s t e r b r o e k ; terwijl het Woldzi j l-
vest , blijkens eene verzegeling van het jaar 1412 , reeds vroeg schijnt
toegelaten te zijn, en wel vrij van het betalen van zijlschot en van
alle contributie tot het onderhoud dezer zijlen. De Dorpsterzi j l is in
1716 vernieuwd en in 1752 aanzienlijk verbeterd. De Scharmerzi j l en
de Slochterzi j l hebben in 1754 ééne gecombineerde zijl laten bouwen1,
en gelegd , waar de Scharmerzi j l gelegen had, zoodat, sedert
dien tijd , de uitwatering slechts door twee zijlen geschiedt. De Pro-
tocollen van het zijlvest beginnen met den jare 1615.
Het Z i j l v e s t » e r d r i e D e l f z i j l e n is het eerste en voornaamste van de
voorheen aldus genaamde Drie Gepriviligeerde Zijlvestenijen, zijnde de
twee overigen het W in s um e r - e n -S c h a p h a ls te r -Z ijI v e s t en het
A d u a r d e r -Z ijlv e s t. ledere zijlvestenij oefende voorheen eene civile
en crimínele jnrisdictie u i t , over al hetgeen zijlróerig was ; in het
civile over verschillen , rakende het aanstellen van Scheppers en Zijl-
rigters, met den aankleve van dien , over het graven en maken van
zijlen, zijldiepen en wegen, en de breuken , daarvan vallende; en in
het criminele over misdaden , daaromtrent of tegen de Scheppers ge-
pleegd. De loop der proceduren was bij de wet bepaald , zoo in de
eerste, tweede en derde instantie, als in cas van revies. Het collegie
bezat ook de magfc, om order te stellen op de zijlen en uitwateringen •,
dijken en dämmen, dijkscbot of schatting, al hetwelk het naar goed-
vinden kon bepalen, hebbende ieder dezer drie zijlvestenijen hare eigene
huishouding, en de eene over de andere niets te beschikken; zelfs
oordeelde ieder zijlvest afzonderlijk, en beweerden de drie zijlvestenijen
met elkanderen , in hare aftegeven Orders en judicature , ten eenenmale
onafhankelijk te zijn van de Staten der Provincie.
(1) Notitiae G em ia n ia e I n fe r io r i s , Tom. I I , pag. 42 e t 1S8.
(2) Te vinden bij Driessbx , M o n umen ta Groningana veteria aevt in ed ita , b l. 83 , bij ivien n i d i , op
n i. 378 , 382 , 387 en v o lg . , meer belaogrìjke brieven , b e irek k e 'ijk d it zylvest kau nazien. Zie ook
H a l s b u a , Yerliandeling o v e r don S ta a t e n regeringsvorm der O m m e la n d en , in dee! II der y te i-
k e n vati het genootzchap: P ro « c o le n d o ju r e ¡patrio , b l. 336 en yolg.
Het oude wapen van de D r i e D e l f z i j l e n is geviercndeel (ecartele) , heb-
bende boven aan de regter en onder aan de linkerzijde op een zilver
veld, eene zwarte harpij , gekroond met eene zilveren kroon met twee
zwarte vleugels en vrouwenaangezigt, en boven aan de linker en onder
qan de regterzijde, op een purperen veld, drie zilveren golvende stree-
pen, aanduidende drie stroomen of zijlen. Het nieuwe, maar in 1672
recds gebruikte wapen, is een gekroond schild, gedeeld in twee dee-
len (coupé); hebbende het bovenste deel de harpij , doch zonder kroon
en met twee starretjes, aan elke zijde van den hals een ; in het on-
derste deel drie sluisgaten met water zonder deuren, omschrift : Sigila
htm der drie Delfzijlen. Dit wapen is in zilver op de Archievenkamer,
te Groningen , voorhanden.
DELFUM, Lat. naam van de st. D e l e t , in Delfland, prov. Zuid-
Jlolland. Zie D e l e t .
DELI, D e l l i , D e l l t of D i l l t , kon. in Oost-Indie, op het Sunda-
sche eil* Sumatra, aan de Aoordoostkust, längs de Straat van Malakka,
N. van Aroe. “ .
De aanmerkelijkste riv. zijn: de Bat oe, de Del i , de J ol o , de
Lan gk a t en de Schina. De Diamant skaap ligt in het noordelijk-
ste gedeelte van dit koningrijk. — De voortbrengselen bestaan hoofd-
zakelijk in goud, kamfer, benzoin en peper. De bewoners zijn Ma-
leijers, en voor het meerendeel zeeschuimers. De Koning is cijnsbaar
aan Siakh, en heeft zijnen zetel te Del i , dat tevens de hoofdpl. van
het rijk is.
DELI, D e l l i , D e l l y of D i l l y , st. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Sumatra, kon. Deli, aan den mond van de Deli. Het is eene
haven in de Straat van Malakka; 5° 59 8 N. Br., 116 55 0 . L.
DELI, D e l l i , D e l l y of D o l l y , riv. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Sumatra. Zij loopt, met eene oostelijke rigting, in de Straat
van Malakka uit. ■ . ■
DELJES, zandplaat, hezuiden het eìl. Terschelling, tusschen het
Schuitegat en Oosterom, Z. W. van Wester-Schelling.
DELISHURKT of D i e l i s h o r k t , veelal enkel H o r k t genaamd, b. in
de Meijerij van >s Hertogenbosch, kw. Kempenland, prov. Noord-Bra-
hand, arr., kant. en 2J u. Z. ten W. van Eindhoven, gem. en l u.
Z. W. van Valkenswaard.
I DELLE (DE), geh., prov. Friesland. Zie D i l l e (De).
P ci DELLEN/.geh. in de heerl. Esch, grooth. Luxemburg, voorm. kw.
en 5 | u. N. 0 . van Arlon, arr. en 5 u. W. Z. W. van Diekirch,
kw. en 2 | u. N. 0. van Osperen, gem. en 40 min. ten N. van Grosbous.
DELLEN (DE), buurs., in het Oldambt, prov. Groningen, arr. en
5-j u. N. ten W. van JFinschoten, kant. en 2J u. N. 0. van Zuid-
broek, gedeeltelijk gem. en i u. N. van -Nieuwoldc, gedeeltelijk onder
en J u. Z. 0 . van Wagenborgen, gem. Termunten.
DELLEWEG, voorname rijweg, prov. Groningen, arr. Appingedam,
strekkende zieh van Froomtil, in Hunsingo, tot aan Windeweer, in
Fivelgo, ui t , verbindende, in eene westnoordwestelijke en oostzuidoos-
telijke rigting, de puinweg van Uithuizen met dien van Appingedam.
Hij is ix gaans lang. Thans (1841) wordt het middengedeelte be-
puind, gemac-adamiseerd, en met de puinwegen van Middelstum en
Loppersum, door noordwaartsche afwijkingen, verbonden. Deze weg
loopt door zware kleigronden, zoodat zij in den herfst niet te gebruiken was.
DELLI, kon., st. en riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Sumatra. Zie D e l i ,