gegravert werd, vond men de vruchthare kleibanken, waarmede de
oevers van den R^n, van Utrecht af tot tegen hct duin aan, bedekt
zijn, onder het zand heen , onafgebroken tot in zee voortloopende.
Dat nu de zee nog later dezelfde schulpachtige zandspecien. opgegeven
lieeft, is blijkbaar uit den zoogenaamden Oldenba rneve ldsehe-
dijki, van hoven Calandsoog naar den Helder , welke sedert zijnen
aanleg in een hoog en vrij brecd duin veranderd isv
De Doihstreek is in bet verloop der eeuwen zeer afgenoinen , zoodat,
volgens de overlevering, van het d. Ter-Heide, b ij’s Gravenhagc , twee
kerken zijn weggespoeld ; de kerk van Katwijk, thans tegen de zee,
voorheen midden in het d. stond, en de grondslagen van het Huis
te Britten , wel een half Uur ver van het Strand in zee liggen.
Deze slreek is op yerre na niet overal even breed. Aan de zuid-
westelijke punt van de prov, Znid-Holland zijn de duinen bijna
geheel weggeslagen, waarom er in het jaar 1791 van daar tot op
de hoogte van Ter-Heide een zeedijk is aangelegd , welke jaarlijks bij-
gewörkt wordt. Van daar af ziet men de heuvelen verrijzen, welke
naar de zee toe geheel naakte oppervlakten vertoonen , slechts door eene
plant, heim genoemd, tegen hct verstuiven beveiligd, en waar alleen
eenige groeikracht heerscht in de duinvalleijen of pannen. Wanneer
men in aanmcrking neemt de groote kracht der verstuiving, moet
men zieh genoegzaam overtuigd lioudcn , dat ook deze valeijen of
pannen daardoor kunnen zijn gevormd geworden, lictzij tijdens de
«erste woede der Orkanen, hetzij bij latere stormen. Immcrs nog
dageiijks worden nieuwe pannen gevormd en anderen geheel of ge-
deeltelijk ondergestoven. De aanwezige hebben alle eene rigt'ng in
de lengte van bei zuidwesten naar het noordoosten. Zij zijn allen aan
den zuidwestkant, waar de val der winden de meeste kracht heeft,
het laagst gelegen , terwijl aan de tegenovergestelde zijde steeds het
uitgestoven zand wordt aangetroffen , dat veel tot hoog duin verga-
derd is. Toen nu deze groote verstuivingen plaats vonden, was het
natnurlijk d a t , of wel de meerderc vastheid des lagen gronds, daar-
onder gelegen, of wel de gewone vochtigheid van den ondergrond,
nadat. het oppervlakkige drooge zand door den wind was weggejaagd,
het verder verstuiven belettc. Daar nu het water zieh overal., zoo
veel mogelijk, op hetzelfde waterpas zocht te hersteilen, kon het niet
anders of de vochtigheid, daaruit voortgevloeid, moest zieh ongeveer
tot eene gelijke hoogte verhelfen , en hieraan is dus zeer eenvoudig
toe te schrijven de gelijkheid des gronds in bijna ieder der pannen.
Naar hetzelfde beginsel moesten die pannen, eenmaal zoo diep uitgestoven,
al het regenwater van de, hoogtten, welke haar omringden ,
ontvangen. Krniden en waterplanten vonden hierin liun eerste voed-
s e l, de grond raakte al spoedig min of meer begroeid, de verrotte
planten bemesten dien grond en de pannen werden vruchtbaar. Boom-
zaden woeijen van den voorkant of ontvielen in de vlugt de vogelen,
die er op azen, en er ontstonden bosschen. Deze verbetering van den
grond moest- veel spoediger plaats hebben daar, waar de pannen tot
op eenige schil van derrie of zwarte aarde uitgestoven waren , en
hieraan is misschicn toe te schryven het verschil der vrnchthaarheid,
tusschen de eene en de andere vallei. De grootste pannen , zijnde
uitgestrekte velden van veertig, vijftig of meer bunders groot, zijn
vermoedelijk het eerst gevormd, door orkanen , i waarvan geen ge-
heugenis meer beslaat: misschien wel bij het ontstaan der duinen
zetven , en het is ook in deze , dat de meermalen herhaalde opgroei en
D Ü I .
verrotting van gewassen, de meeste vruchtbaarheid heeft aangebragt,
want het is opmerkenswaardig, dat de grootste vlakten doörgaans do
beste gronden opleveren.— De nieuwere kleinere pannen, blijkbaar
onlangs gevormd, zijn nog weinig begroeid, en meer dan de övCrige
zandig, stug en bordig, Daar de pannen over het algemeen aan de
zuidziide lager zijn , valt hierbij nog aan te merken, dat zy ook
doorgaans liooger zijn, naarmate zij meer in het midden van het duin
zijn p'elepen, waarvan de reden moet zijn, dat het regenwater, in de
duinen vallende, uit de binnenste gedeelten daarvan minder gemak-
kelijk afzakt of wegsijpelt, dan uit de strooken, die meer zjjwaarts
gelegen , en naar lager landen of naar zee , een meer gemakkelijken
doortogt voor het water aanbieden. Hoe hooger de vochtigheid werd
gevonden, hoe minder diep de pannen konden verstuiven.
De afhelling der Doms t r e e k , naar de landzijde, prykt met het
lagchendste groen en de aangenaamste bosschaadjen. Bckoorlijk is de
afwisseling van de naakte, geelwitte toppen der duinen met hare zy-
den, welke bedekt zijn met het veelsoortigste lommer, waar kunst en
riikdom zieh vereenigd hebben, om op de bevalligste landgoederen,
hoogten en laagten, geboomte van de meest verschillende tmten en
de heerliikste ffezifftspunten onderling te doen afwisselen;^
Zeer groot is het getal duinen in Holland. Beginnende van
het Noorden ontmoet men Texe lduin; Hui sduins ch-duin; aan
de zijde van het Marsdiep Gampe rduin, gaande landwaarls in
zieh vereenigende met de Petterduinen , en aan de andere zijde met
Schoorlduin: P e t t e r d u i n e n , längs de zee strekkende aan de
Camperduin : Schoorlduin, palende aan de voorschrevene duinen van
Camp tot Bergerduin, en voorts opwaarts, tot aan de Schoorl kerk,
met en benevens de binnentandsche weiden , en eenige bouwlanden ,
tot aan de Geest. Hieraan paalt het Bergerduin , loopende tot aan
Wimmenummerduin naar zee. Het Wimmen umme rd u in begint
aan Bergerduin, loopt westwaarts tot aan de Egmo n d e rd u in e n ;
van daar komt het in de He emske rke r - en Wij ke rd u in en , die
zieh uitstrekken tot aan die van Brederode, Na deze nadert men
Langeve lde r - , Luchter- , Noordwi jker - en l a twi j k e r d u in ,
met de Zeepelduin tot Berkhey en Wassenaar toe. Op deze volgen
de Wa s sena a r scheduinen met het Berkenr i js daann begrepen ,
met deOostduinen, strekkende zieh deze meestal längs de zeestranden.
Landwaarts ingaande van Haarlem naar het Westen vindt men eerst
de Duinen van Heemstede loopende tot Kermerbeek toe. Daar-
aan volgen eenige van minder belang, als ’s Gravenberger duin,
H o u t e r d u in , D u y n k e n d u i n , A s s e k k e n d u in , L i s s e r d u i h en
de Kleine S i l a k ; alverder Noordwi jkerhouterduin, Raaphor -
s te rd u in , Braasbroek, Blankenburg en eenige anderen. Van
Scheveningen af westwaarts , komt men in Mohsterduin en des
Ka p i te l sd u in en eenige anderen tusschen Voorschoten en Voorburg.
De omtrek van deze Hollandsche Duinen , tot vlak land gerekend,
wordt begroot op vijftig duizend morgen (42,S79 bund.).
In vroegere tijden plagt men meer dan tegenwoordig af te zanden,
met oogmerk om deze schrale zandbergen in aangename lusthoven en
vruchtbare zaai- en weilanden te veränderen. De kunst van afzanding
wil men, zou eerst in het jaar 1461 , door een oud Hoveling van Fiurs
den Goede Graaf van Holland uitgevonden zijn. Om voordeel te doen
met deze zijne uitvinding, liet hij zieh aandienen bij den Gasthuis-
meester te Haarlem, aanbiedende hem zijn geheim, waarvoor het