die gangen door vochtighcid, kilheid, benaauwde dampcn en vledermui-
«en eene onaangename gewaarwording verwekken. Na eenen trap bestegen
te hebben , wordt het oog zoo wel door fraaije tuinen, als door
bet ineer , dat over de gewelven stroomt en door bet paleis zelve eens-
klaps verrast.
In de nabijheid daarvan ligt een Nedcrlands fort hetwelk de staden
het paleis bestrijkt en wclks bezetting strekt tot eene wacht voor den
Sultan en tevens om legen alle onderneming of zamentrekking van
magt , die de rust van het eiland zou.kunnen verstoren , te, waken.
Het is in dit fort dat de Resident zijn verblijf en tevens een waakzaani
oog op alle de verrigtingen van het hof houdt. In 1812 hebben de
Engelschen het nut van dit fort ondervonden , toen zij met een zwak
korps tegen den Sultan te veld getrokken , veiligheidshalve toebereid-
selen maakten , om , gedeeltelijk bij verrassing , en gedeeltelijk met ge-
weld, zieh meester te maken van het paleis en den persoon van dien
Vorst, en door het welgelukken van dezen aanslag , eenen oorlbp- in
d.e geboorte smoorden, welke, volgens hunne eigen getuigenis, aan de
zijde van den Vorst niets minder ten doel had , dan het ombrengen
van alle Europeanen op het geheele eiland , tot uitvoering van welk plan
zieh alle Vorsten en Volken van Java onderling verbonden hadden.
Voorts heeft men er nog eene geschutgieterij en eene kerk, waarin
scliolen gevesjtigd zijn.
Buiten de Europesche eerewacht, aan den Sultan toegevoegd, heeft
bij nog eene andere, uit jonge meisjes bestaande, met eene lans ,
eenen houwer en eene pistool gewapend, die zoo weide dienst te paard
als te voet verrigten, en een zeer goed voorkomen hebben. Deze
Amazonen zijn echter beter tot praal en voor. huisdiensten , dan tot
den oorlog, geschikt. Niet zelden kiest de Vorst uit de bevalligste
van dien troep zijne bijwijven.
In Maart 1817 werd D jo c j o k a r t a door eene aardbeving geschokt
welke echter geene groote verwoestingen aanrigtte.
DJOEMER of P o e i o e D j o e m e r , eil. in Oost-Indie, in den Sundaschen
Archipel, aan de oostkust van Sumatra, in de Straat van Malakka.
DJOGOROGO , reg. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Madion. Dit reg. wordt door de riv. van Solo vau het reg. P o e r w o -
dade afgescheiden. ,
Den 8 Maart 1817 rigtte een zware regen , welke een etmaal lang
aanhield, in dit reg. groote verwoestingen aan; bergen scheurden ,
aardklompen stortten in de rivieren neder, en de daardoor buiten hunne
oevers getreden stroomen sleepten een aantal woningen mede.
DJOGOROGO, st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Madion, reg. ßjogoro'jo, aan de riv. van Solo.
DJOLANAN, d. in Oost-Indie, 'op het Sundasche eil. Java, resid.
Djocjokarta.
DJOLLO, riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra. Zie D jo l o .
DJQLLO TOENDO, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java.
Zie D jo l o - T o e n d o .
DJOLO of D jo l l o , riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra
, die met eenen oostelijken loop in de Straat van Molukko uitloopt.
DJÖLO-TOENDO , D jo l o - T o e n t o of T jo l l o - T jo e n d o , d, in Oost-Indie ,
op het Sundasche eil. Java , resid. Soerabaya, ten \V. van den herg
Panangoengan.
In de nabijheid van deze plaats is in een zwaar bosch eene hadplaats ,
waarvan het thans ingestorte gebouw, tegen eene hoogte van 40 v. was
opfetrokken, waar, in nissen, nog eenige beeiden staan en ondersebei-
dene stukken nog fraai loofwerk voorstellen. Het heldere water, dat
op deze plaats uit den berg ontspringt , vait in eenen bak , alwaar het den
bezoeker tot het nemen van een bad uitnoodigt. Groote omgevallen
boomen, geven aan het geheel een vervallen aanzien.
DJOLO-TOENDO, D jo l o - T o e n t o of D jo l l o - T o e n d o , d. in Oost-Indie,
op het Sundasche eil. Java, resid. Soerakarta, aan den voet van den,
berg Merah-Api.
DIOMEDE-POLDER, pold. in Aardenburger-Ambacht, prov. Zeeland,
arr. Middelburg, kant. en distr. Sluis, gem. Aardenburg; palende N.
aan den Austerlitzpolder, N. 0. aan het Eerste deel van Prins-Willems-
polder, Z. 0 . aan den Sophiapolder, Z. W. aan den Izabellapolder,
e n a a n het nog onbedijkte Zwin , N. 0. aan den polder Olieslagersplaat.
Deze polder behoort onder de concession, in der tijd door Keizer Nap
o l e o n aan den Generaal v a n D am m e verleend, en werd door hem bedijkt
in 1827, waarvoor zijne erfgenamen, tot 32 jaren na de bedijking, dien
in vruchtgebruik hebben , tegen eene zeer geringe pacht aan het domein.
De grootte is 187 bund. 6 v. r. 71 v. eil.; slechts 2 woningen worden
er gevonden. Tot nu toe ontlastte bij zijn overtollig water, door den
Isabellapolder, in het Zwin , doch, daar dit meer en meer opslikt,
zoo is men in onderhandeling, om door den Sophiapolder en den Nieu-
wen-Passegeulepolder, door.middel der sluizen in den kapitalen dam,
het water naar den Braakman te mögen afleiden.
De pold. heeft zijnen naam ontvangen naar den ongehuwd over-
ledenen D io m e d e v a n D a m m e , eenigen afstammeling van den Generaal.
De erven van v a n D a m m e besturen den polder, zonder dat er een ei-
genlijk gezegd polderbestuur bestaat.
DJONDJANG, oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Cheribon, ads. resid. Indramaya, aan den westelijken oever der
Indramayä.
DJONDOK, berg in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Preanger-Regentschappen, reg. Soemedang, distr. Djangala; 7 palen
Z. 0. van Kiara-Koeneng.
DIOSNI, oude naam van het d. D i e s s e n , in de Meijerij van ’s Hertogenbosch,
kw. Peeland, prov. Noord-Braband. Zie D i e s s e n .
DJOUNAN, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid. Soerakarta
, lands. Mataram.
DIPHOORN ofDiEPHOORN, geh. in het dingspil van Zuidenveld, prov.
Drenthe, arr. en 6 u. 0. Z. 0. van Assen, kaut, en S u. 0 . ten N.
van Hoogeveen, gem. en , j u. Z. 0 . van Sleen; met 11 h. en 80 inw.
DIPPACH, gem. in het balj. van Luxemburg, grooth. Luxemburg,
kw. en arr. Luxemburg, kant. Bettemburg; palende N. aan de gem.
Marner, 0. aan Rekingen , Z. aan Sanem , W. aan Nieder-Kerschen.
Zij bevat de d. Dippach, Bet t ingen , Schouwei ler en Spr i n -
kingen, en telt ISS k., waaronder twee groote pachthoeven, en ruim
1100 inw., die meest in akkerbouw en veeteelt hun bestaan vinden.
De veestapel wordt begroot op 270 paarden , 320 runderen en 300
varkens. Men heeft er 11 branderijen , onderscheidene korenmolens
en 1 pottenbakkerij.
De inw., die allen R. K. zijn, maken de par. van Be t t i n g e n ,
Dippach en Sp' r inkingen uit, en hebben in ieder dier par. eene
kerk en bovendien nog eene kapel te Schouwei ler.
Het d. D i p p a c r of T y p a c h , ligt 2J u. Z. W. van Luxemburg, 2 u.
N. W. van Bettemburg aan den grooten weg van Luxemburg naar