vereenigd gewcest. Vroeger had men er eene kleine Herv. kerk, waarin
eene kouten vlocr lag , doch deze is in het jaar 1799 , even als on-
derscheidene huizen , door den oorlog vernield.
Men lieeft in dit d. geen school, maar de kinderen moeten te
Groet onderwijs genieten.
CAMPA, o u d e n a am v a n d e s t . Y eere , op h e t e i l . Walcheren,
p r o v . Zeeland. Zie V eehe.
CAMPAGNE (LA), koflijplant. in JVederlands-Guiana, kol. Suriname
, aan de Orlanakreek, ter linkerzijde in het opvaren 5 palende
hovenwaarts aan de koilijplant. Cornelis-Vriendschap , benedenwaarts aan
den verl. grond de Vier Gezusters.
Zij is 332 akk. groot, en wordt door 63 Negers bearbeid. De Negers
noemen haar R obeen.
CAMPEN, geh. in Staatsvlaanderen in Huisterambacht, prov.
Zeeland , arr. en 7 u. Z. 0. van Goes, kaut., distr. en 2 u. W. N. W.
van Hulst, gem. Stoppeldijk, 1 u. W. Z. W. van het d. Pauluspolder.
In den tegen het Hellegat gelegden en aan den polder Stoppeldijk
hehoorenden dijk van dit gehucht zijn de uitwateringsluizen , waardoor
het overtollige water van een groot aantal polders in het Land van
Hulst, uitgeloosd wordt. Yoor den jare 1738 bestonden in den ge-
zegden d ijk , twee dubbele honten sluizen, doch in dat jaar is de
eene hinten Staat geraakt, om behoorlijk te kunnen uitwateren , en
diensvolgens, in het jaar 1740, door eene kapitale nieuwe dubbele
arduinsteenen zeesluis, voorzien van twee kokers, vervangen. Dezesluis
is zoo veel grooter en van veel sterkere werking dan de vorige kouten
sluis gebouwd, omdat de groote Ingelanden van den pold. Stoppeldijk
voorzagen, dat ook de andere, in 1730 gelegde, honten sluis
zieh weldra zoude begeven , en alzoo begrepen dat de nu gehouwde kapitale
zeesluis alleen voldoende zoude wezen , om de uitloozing van den
evengenoemden polder en de daar achtergelegene polders naar eiseh te
doen plaats hebben. Gelijk men voorzien had is dan ook de kil voor
evengemelden houten sluis in 1744 zoodanig verland , dat de sluis geen
werking mecr konde dopn.
Ten gevolge van eene, den 13 Sept. 1738 aangegane, conventie tus-
schen den pold. Stoppeldijk , ter eenere, en de daar achtergelegene polders
Lamswaarde , Dullaert, Oost-en Westvogel, Hengstdijk , Sir Paulus,
Langendam en Oude Graauw ter andere zijde , hebben de laatstge-
melde polders aanzienelijke sommen, zoo bij omslag over de landen,
als bij afkoop j aan eerstgemelden polder betaald, ter bestrijding der
kosten tot het bouwen van meergemelde kapitale Zeesluis , onder ge-
houdenheid van de zijde van Stoppeldijk : » Om ten eeuwigen dage te
Campen twee sluizen in eenen gangvaardigen Staat te houden, ten
emde daardoor aan hunne polders eene behoorlijke suatie te verschaffen.”
Daar nu de bedoelde houtensluis geene werking meer deed ,
beweerden de aehtergelegene polders , uit krachte van een vroeger con-
tra c t, in dato 7 April 1630, dat de steenen zeesluis niet voldoende
was voor de uitwatering hunner landen , en die van Stoppeldijk alzoo
verpligt waren, om hovendien nog de houten sluis in behoorlijken
Staat te doen herstellen. Daar deze laatsten zieh hier tegen verzet-
teden, is de zaak gebragt voor het Hof van Ylaanderen, met dat
gevolg, dat de groote Ingelanden van Stoppeldijk, voorziende, dat het
geschil ten hunnen nadeele stond te worden uitgewezen, den 11
Junij 1743, besloten , de oude houten sluis'in questie te doen herstellen
en gangbaar te maken ; de sluiskillen te brengen in behoorlijken Staat
en doör het aanbrengen van eenen zeehouwer met een Spui de kille
des te beter open te houden , met la s t, om dit werk ten spoedigste bij
de hand te nemen, en met alle vigilantie te voltooijen. De steenen
zoo wel als de houten sluis , beiden voorzien met twee kokers , bestaan
nog onder den naam van de sluizen van Campen en doen de vereischte
werking. De bovenvermelde achtergelegene polders hetalen thans tot
behoorlijk onderhoud dezer sluiswerken , twee en een halve -cent per
gemet van 44 v. r. 36 v. eil.
Het geh. Campen bevat slechts 8 h., onder of in de nabijbeid van
den dijk gelegen, en door 30 zielen bewoond, benevens eene meestoofj
welke echter op het grondgebied der gem. Ossenisse Staat. Er is hier
een overzetveer over het Hellegat op het Land van Axel. Ook varen
er van het haventje van Campen marktschuiten op Rotterdam en
Middelburg, en wordt daar veel graan ingescheept op Antwerpen en elders.
CAMPEN (DE), streek lands, prov. Friesland, k w . West.ergoo , griet.
Franekeradeel, arr. en 3^ u. W- ten Z. v a n Leeuwarden, k a n t . e n 2 i u.
0 . ten Z. v a n Harlingen, £ u. Z. 0. v a n Tjurn, w a a r t o e zij behoort.
Er S t a a t slechts een huis.
CAMPEN (DE), kleine griet. in het Westerkwartier der prov. Groningen,
arr. Groningen, kant. Zuidhom , gem. Oldehove , tegen het
Reitdiep.
Hoezeer slechts eene geringe oppervlakte beslaande, maakte deze
kleine landstreek voorheen eenen afzonderlijkeu Regtstoel of Grietenij
uif. Oorspronkelijk behoorden deze landen onder Zuirdijk, en alzoo
tot Hunsingo, en maakten oudlijds een deel uit van den Regtstoel
van Zuirdijk-en-Wehe, door het verloopen van de kil van het Reitdiep,
liggen zij echter nu niet meer in Hunsingo, maar behooren tot
het Westerkwartier , waardoor zij een afzonderlijke Regtstoel zijn geworden
, wiens kleine omtrek ook aan deze omstandigheid moet worden
toegeschreven.
CAMPEN (OP DE), geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Wonseradeel, arr. en 3£ u. W. N. W. van Sneek, kant. en l j u.
N. W. Boisward, j N. W. van Witmarssum, waartoe het behoort.
Hier stond eertijds de state Aylva.
CAMPEN (OP DE), geh., prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Stellingwerf-Oosteinde, arr. en 6 n. 0. van Heerenveen , kant. en 2£ u.
0. ten N. van Oldeberkoop, § u. N. 0 . van Langedijk, waartoe het
behoort.
CAMPENA , Lat. naam , onder welken de st. K ämpen , prov. Over-
ijssel, bij U bbo E mmius voorkomt. Zie K ämpen.
CAMPENRURG, kostgrond in JVederlands-Guiana, kol. Suriname,
aan de Beneden-Commewijne , ter linkerzijde in het opvaren, tussehen
Erederiksburg bovenwaarts en het Vertrouwen benedenwaarts ; tot welke
laatste plant, deze grond , bij de Negers L a C r o ix genoemd, thans
behoort.
CAMPERDUIN, duinen in het balj. van Brederode, prov. Noord-
Holland, die het d. Camp, van de Noordzee afscheiden.
Den 11 October 1797 werd in het gezigt van dit duin een zeeslag
geleverd, tussehen de Engelschen, onder den Admiraal D uncan, en de
Nederlanders , onder den Admiraal de W inter , in welken de eersten eene
volkomen overwinning behaalden , in weerwil van eenen hardnekkigen
tegenstand , h u n , in het bijzonder door de W inter zelven, geboden,
die daarbij den overwinnaren in handen viel.