De tijd der stichtinj; van D o r d r e c h t is zeer onzeker. De oudc
kronijk van Holland stelt haar eenige honderde jaren voor de gewone
tijdrekening der Christenen , doch, volgens het gevoelen der latere
kronijkschrijvers, zonder eenigen grond. Anderen houden zekeren A n -
j tonics voor den stichter , en stellen de stichting op het jaar 7o der
gemeene tijdrekening. Ook zijn er die willen , dat men , eerst in het
jaar 700, eenige visschershutten en boerenschuren, ter plaats , waar
sedert D o r d r e c h t gesticht is, heeft beginnen te zetten, dat zcer
wel waar kan zijn. In 837 werd D o r d r e c h t ^ dat toen nog maar een
rnarkvlek schijnt geweest te zijn, door de .Noormannen yerwoest, en is
sedert weder opgekomen, dan onzes inziens mag men met den meesten
schijn van zekerheid de stichting van D o r d r e c h t , als slad of vest, omtrent
den aanrang der elfde eeuw, en wel na het jaar 1008 stellen. In dit jaar
overfeed A n s f r e d , de achttiende Bisschop van Utrecht, en laatstc Graaf
van Teisterbant, hetwelk gelegenheid gaf tot een aanmerkelijk verschil
tusschen de Hollanders en de Utrechtschen. Graaf D i r k II I , had een
gedeelte van het graafschap Teisterbant in zijne magt, en onder anderen
een gedeelte van het landschap Merwede , bij Dordrecht gelegen, tot
behoud en bewaring van hetzelve liet hij D o r d r e c h t versterken en teyens
lag hij daar eene tol van doorvaart op de schepen, die de rivieren aldaar
bevoeren. Bij M e l i s S t o k e wordt de plaats eenige jaren later al eenepoort
of stad genoemd ; welke echter nog niet groot schijnt geweest te zijn ,
omdat er in eenen brief van Keizer H e n d r ik IV, gegeven in het 1064 ,
slechts van eene kapel te D o r d r e c h t gewaagd wordt, welke aldaar on-
langs gesticht was. In hetzelfde jaar werd er echter eene kerkgebouwd.
Over den naamsoorsprong van D o r d r e c h t is men het geenszins eens,
van ouds werd dezg naam D o r r e c h t s d r e c h t , D o e r t r e c h t , T o e r d r e c h t ,
T h o r d r e c h t , T h u r e n d r e c h t , T h ü r d r e c h t , D u r d r e c h t enz. geschreven ,
welk verschillend schrijven gelegenheid tot verschiliende gissingen gegeven
heeft. Die den naam van D o r d r e c h t van zekeren verdichten stichter
D o r o t h e u s bij somnaigen , D d r e t e s bij | anderen geheeten , afleiden,
verdienen geene opmerking. Anderen willen den naam dezer stad van
de ^ Thüringers afkomstig achten ; wederom anderen van den ouden
Duitschen afgod T h o r , doch deze schijnen D o r d r e c h t ouder te moeten
maken, dan te bewijzen is. Ook vindt men er', die den naam
D o r d r e c h t , en van den afgod T h o r en van de Dregter-Vriezen doen
afstammen. De geleerde Dortenaar J a n o s B o t g e r s gist eindelijk, dat
D o r d r e c h t zijnen naam heeft naar een verdwenen riviertje de Dort,
welks naam hij wil, dat nog overgebleven is in het naburig dorp
Dortsmonde, hetwelk in het jaar 1421 verdronken , en nir meest in
eene visscherij veranderd is , waarom D o r d r e c h t z o o veel als Oyervaart
over de Dort -zoude beteekenen. Wij houden echter, nithoofde van de
goede gelegenheid der stad voor den koophandel, . het voor niet on-
waarschijnlijk, dat het woord drecht, in haren naam voorkomende,
eene; markt of marktplaats zoude aanduiden, en dat de geheele naam
dus oorspronkelijk T h o r e d r e c h t , naar de Toringers, d. i. T o r in g e r -
m a r k t , of met voorzetting van het Angelsaksische woord Dur (Water),
D o r d r e c h t , d. i, W a t e r m a r k t , geweest zij (1).
Demw. drijven een aanzienlijken handel, zijndede stad bij uitstek wel
gelegen voor den koophandel, niet alleen ter zee, maar ook längs de
(1) Men zie d it gevoelen meer omstandig uiteengezet en betoogd door onzen geachten mcdearbeider
J . S h i t s J z . f in zijne Verhandeling over den aloudcn e ta a t* d e eerete bcvolking en vroegete geschie-
denie van Z u i i -H o lh n d , b l. 7 0 -7 3 .
rivicren, de Bijn en de Maas; terwijl längs de Dortsche kil, die altijd
oniremeen scheeprijk is, de koopgoederen, welke van Dordrecht worden
verzonden , zeer gereedelijk, niet allcen naar Zeeland, maar ook naar
Braband en elders kunnen worden vervoerd. Längs den Bijn wordt
het hout met groote vlotten herwaarts aangebragt; waarvan altijd een
„root n-edeelte, aan den oever der Merwede, bij het noordoosteinde der
stad in het water ligt, de handel in hout is hier zeer uitgebreid.
Van daar de vele zaagmolens, die er ten getale van 23 rondom
de stad gevonden worden,, en waarin dit hout gezaagd wordt; tenvijl
op de 8 scheepstimmerwervcn , längs den buitenrand der stadsgracht, het
hont bearbeid wordt tot den scheepsbouw, zoodat het scheepstimmeren
eene voorname handtering der ingezetenen is. Längs denzelfden weg
ontvangen de Dortenaars ook vele Bijnsche en Moezelwijnen en trassteen.
Längs de Maas bekomen zij van Luik, steenkolen, molensteenen, steenkalk
en dergelijke waren. Verder drijft men er handel in oliezaad,
granen, traan, stokviscb, touwenz. Yoorts zijn hier, behalve degenoemde
houtzaagmolens en scheepstimmerwerven, nog de volgende fabrijken en
trafnken : 21 oliemolens; 2 touwslagerijen ; 1 hoedenmakerij; 3 leerlooi-
ieriien ■ 1 katoenspinnerij; 2 lakmoesfabrijken ; 2 blaauwselmakerijen;
2 loodwitmakerijen; 1 loodgieterij; 1 fabrijk van sloomwerktuigen;
1 stalenpennenfabrijk, de eenige, welke tot nu tue op het vaste land
gevonden wordt; 1 fabrijk van vengsterglas, de eenige in dit Byk;
2 chocoladefabrijken; 4 suikerraffinaderijen ; 1 siroopfabrijk; 2 zeepzie-
deriien ; 9 zoutketen; 4 brouwerijen ; 3 azijnmakerijen ; 7 branderijen,
1 mouterij ; 4 tras-, 1 pel- en 7 koornmolens. Sommige dezer molens
en fabrijken zijn op de gronden van Dubbeldam en andere naastgelegene
pemeenten gesticht, doch behooren echter aan kooplieden te D o r d r e c h t .
De naaslbij gelegen eendenkooijen , voorzien de ingezetenen rijkelijk van
eendvoo-els. Ook heeft men er doorgaans overvloed van riviervisch,
bijzonder van zalm en steur, die op de groote Zeevischmarkt, in bet
laatst der voorgaande eeuw , ter zijde van de Waalsche kerk geplaatst,
ter. markt gebragt, en niet, gelijk in de meeste steden door vrouwen,
maardoor mannen verkocht wordt. Zeevisch komt hier ook veel ter
markt. Men heeft, behalve de gezegde vischmarkt, nog twee K le in e
of B o e re n -V is c hm a rk te n te D o r d r e c h t . De korenmarkt wordt
des Donderdags, de groote wekelijksche markt des Vrijdags ge-
bouden en deze wordt druk door de landlieden uit de omstreken be-
zocht, hetwelk veel vertier aan de stad bezorgd. Drie jaarmarkten
plagten er weleer te D o r d r e c h t gehouden te worden, als de Meimarkt,
welke den vierden Vrijdag na Paasschen begon ; Heer Danielsmarkt,
welke een aanvang nam op St. Bonifaas, den vijfde Junij , cn de Ba-
mismarkt, welke inviel op Yrijdag na St. Lukas, dat is na den acht-
tienden October, of, zoo die dagop eenen Yrijdag kwam, dan werd
de markt, ten zelfde dage ingeluid. De eerste en laatste markt duurden
veertien , de tweede maar acht dagen. Doch thans houdt men maar
eene jaarmarkt, welke in de week na de Pinksterweek invalt, en acht
dagen duurt. . . .
D o r d r e c h t is al van ouds met aanzienlijke voorregten begiitigd geweest.
De stad had altoos de eerste stem in de staatsvergadermg ; hetzij
omdat men haar voor de oudste der Hollandsche steden hield , gelijk
sommigen willen, of liever omdat het gebied der Hollandsche Graven ,
in en om D o r d r e c h t , zijn begin genomen heeft. Verscheidene hooge
ambten, als : het baljuwschap van Zuid-Holland, het raad- en rent-
meestersehap-generaal van Zuid-Holland, het dijkgraafschap en drie