wclijk met Vrouwe I s a b e l l a C o r n e l ia t a u W e e d e , aan wie deze goe-
deren waren gekomen , door het overlijden van hären broeder E v e b a r »
v a n W e e d e , Domheer ten kapittelen St. Marien te Utrecht, die zeop
den 8 Februarij 1703 had bekomen door bet overlijden van zijnen
bloedverwant, E v e r a r d v a n W e e d e , z o o beroemd in ’s lands geschie-
denis, wegens het bekleeden van de aanzienlijkste waardigheden,
en het wäarnemen V a n önderscheidene gezantschappen, zoo aan an*,
dere höven, als aan dat van Groot-Brittanje (1). Na B l a s u js P a u w
werd , den 30 October 1747, zijne weduwe daarmede verleid en na
haar, den 30 December 1789, de Heer J a n F r e d e r ik v a n B e e c k ,
Baad en Vroedschap der stad Utrecht, als in huwelijk hebbende de
doebter van voornoemden Predikant, Vrouwe M a r g b i t a I s a b e l l a P a d w ,
welke beide overleden zijnde, zijn deze goederen, bij testamentaire ais-
positie van laatstgemelde Vrouwe, op den 14 Januarij 1792, gekomen
aan E v e r a r d v a n W e e d e , oudslen, toen minderjarigen , zoon van den
Heer H e n d r ik M a u r it s v a n W e e d e , Heere van Luttekewede. Tegen-
woordig is Heer van D i j k v e l d - e n - R a t e l e s de Heer Mr. E v e r a r d v a n
W e e d e , Grillier van de Eerste Kamer der Stalen Generaal.
DIJKVELT, voorm. heerl. in het Land van Montfoort, prov. Utrecht.
Zie D i j k v e l d .
DIJKVELT-EN-RATELOES, oude naamder heerl. D i j k v e l d - e n - R a t e -
l e s , in het Land van Montfoort, prov. Utrecht. Zie D i j k v e l d - e n - R a t e l e s .
U1JKWATER of N o o r d d i e p , water , prov. Zeeland. Het was vroe-
ger een tak van de Gouwe, die de eilanden Schouwen en Duiveland
van een seheidde, en , met eenen- zeer bogtigen loop , tnsschen Duiveland
en Dreischor heenvlietende, zieh, onder de benaming van h e t
Sas, in de Grevelinge ontlastte. Nadat echter de Gouwe , in het
jaar 1610, verland en afgedamd is , zijn er twee sassen of sluizen ge-
legd, waardoor het Dijkwater gemeenschap heeft met de Nieuwe haven
van Zierikzee.
DIJKWEL , oude naam van die gronden in het, tegenwoordige eil.
Zuid-Beveland, prov. Zeeland, welke het eerste tusschen de Wijtvliet
ten N., en de Honte ten Z. bewoond werden, en als de kern moeten be-
schouwd worden , rondom welke de overige gronden opkwamen. Deze
gronden werden doorsneden door de Biesel inge, welke naderhand
afgedamd is. Op dit D i j k w e l stond eene kapel, toegewijd aan de
H. Maagd, welke men kan beschouwen als de moeder der verdere
rondom gelegene geestelijke gestichten en inrigtingen, welke ook aan
haar ondergeschikt waren. Door gedurige verfraaijing en uilbreiding
werd deze kapel eindelijk eene prächtige kerk, waarin drie vikarijen
gevestigd waren , terwijl de Ambachtsheeren haar , in het jaar 1803 ,
nog met een kapittel van elf Kanouniken begiftigd hadden. Deze kapel
heeft hären naam gegeven aan het thans nog bestaande d. K a p e l l e (zie
dat woord), terwijl de naam D i j k w e l alleen nog overig is gebleven in
eene kleine b ., ten Z. van dit d. gelegen. Zie het volgende art.
DIJKWEL, b. op het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland, arr.,
kant., distr. en 1^ u. Z. 0. van Goes, gem. Kapelle-Bieselinge-en-
Eversdijk, | u. Z. W. vän Kapelle, waartoe bet behoort; met 6 h.
en ongeveer 40 inw.
DJILATJAP, plaats in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Bantam.
(1) Zie c t e r hem Mr. J . S c h b l tem a , S ta d tk u n d ig Nederland , D. I I , b l. 4.13-402
Men is thans (in 1841) druk bezig, om aldaar versterkingswer- '
ken aan te leggen. j. ■_ . , „ 7 7
DJIPANG of D j e p a n , ads. resid. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Java; palende N. aan de resid. Djapara en Rembang, 0. aan
Soerabava , Z. aan Madoera en Soerakarta, W. aan Samarang.
Deze ads. resid. is 184 v. m. groot, en wordt verdeeld in zeven
districten, bevattende 1386 d. en 66,800 inw., onder welken 400
Chinezen. De voornaamste voortbrengselen zijn : rijst, mais en djalie-
hout, terwijl er doorgaans jaarlijks voor ruim 700,000 ropijen uitge-
voerd wordt. De hoofdpl. heet mede Dj ipang.
DJIPANG of D j e p a n , distr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, ads. resid. Djipang.
DJIPANG of D j e p a n , st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
ads. resid. en distr. Djipang, 20 m. W. van Soerubaya.
Er is, behalve de Adsistent-Resident, ook nog een Onlvanger van
de landelijke inkomsten gevestigd.
DIJPSTEGEN , bavez. in het graafs. Zuiphen, prov. Gelderland.
Zie D ie p s t e g e n .
DIKNINGE , ook in oude oorkonden D ic k e n in g e n , D ic k e n in g e , D i c k e -
NYGHE , DlCKENlJNGHE , DlCKENYNGHEN , DlCKENYGHEN , D lCK L ING E , DlCK LING HE
of D ic k l in g gespeld , voorm. abdij in Dieverderdingspil, prov. Dren-
the, arr. en 9 u. Z. W. van Assen, kant. en 1^ u. Z. 0. van
Meppel, gem. en 10 min. W. van de JKijk, aan den noordelijken
oever van de Reest, die haar van Overijssel afscheidt, in eene zeer
aangename slreek, door grasrijke beemden, vruchtbare bouwlanden
en opgaande eiken- en beukenbosschen omringd, en omgeven door
eene breede en diepe graebt de Lek genaamd, die door twee sluis-
jes of heulen gemeenschap had met de Reest en tevens het klooster
tot vischvijver verstrekte.
Deze abdij , welker aanzienlijke grondbezittingen, door Drentlie
verspreid, zieh ook over IJhorst, in Overijssel, en vorder in de gem.
Staphorst uitstrekten , schijnt uit het dorp Ruinen herwaarts overge-
bragt te zijn. De Nonnen , die hier verblijf hielden, waren van de
Benedictijner orde. De inkomsten dezer abdij waren aanzienlijk, en de
behoeftigen kregen mildelijk onderstand van het gesticht.
Bij de algemeene, als het wäre staatsgewijze , in Drenthe aangeno-
men hervorming, werd deze abdij, ten behoeve van de landschapsdo-
meinen , geeigend. Maar er kwam# over het bezit van de goederen
dezer abdij, verschil tusschen de ridderschpp en eigenerfden, zijnde
de twee Leden van Staat in Drenthe. Up den landdag van 2 Maart
1669 werd echter een accoord getroffen , dat de Ridderschap afstand
van deze goederen zoude doen aan het landschap , onder genot van
zekere jaarlijksche prebenden. Deze prebenden zijn dan ook altijd,
tot in 1798, betaald, maar toen , even als het rentmecstersambt,
veivallen, omdat alle de goederen vervolgens verkocht zijn.
In het jaar 1672 is de kerk van dit klooster door de krijgslieden
van den. ßisschop van Munster gesloopt, die de afbraak naar Meppel
vervoerden, alwaar zij , aan het diep , eene ronde steenen redoute ge-
bomvd hebben , welke zij , bij hunnen aftogt, door buskruid hebben
doen springen. Ook de overige kloostergebouwen moeten van tijd tot
iijd gesloopt zijn; althans, in het begin der vorige eenw, schijnt daar-
van niets meer bestaan te hebben, dan een hek, aan den ingang met
het wapen van den Abt H e n d r ik v a n d e r S p o e l e en het jaartal 1831 ,
alsmcde de woning van den Abt, welke nog in het jaar 1787 prijkte