CUISEMERKLOOSTER, voorni. kloost. in het Westerkwartier der
Prov. Groningen. Zie C u z e m e r k l o o s t e r .
CUL-DE-SAG, een der zeven divisien van het Nederlandsch kwar-
tier van het West-1 ndische eil. St. Martin ; palende N. aan: de Mari-
gotberg of de gre'nsscheiding tusschen het Nederlandsche en het Fran-
sche kwartier, 0 . aan het Prinsenkwartier. Z. 0 . aan de divisie Groot-
Baai, W. aan de Koolbaai.
Zij ligtincene langwerpige vallei, heeft eenelosse teelaarde, met zand
en steengruis en, op sommige plaalsen, met zwarte teelaarde en bruine
klei vermengd. Deze divisie, welke 10,748 v. langen,3570 v.breed is ,
bevat den vruchtbaarsten grond van geheel het Nederlandsche gedeelte van
het eiland , en wordt door eene beek bevochtigd, die nit onderschei-
dene bronnen voortkomt , en zieh in de Zoetepan ontlast.'— Men heeft
er 10 suikerplantaadjen , die door 827 slaven bewerkt worden.
CULENBORG, kerk. ring, prov. Gelderland, klass. van Tiel. Zij
bevat de volgende7 gemeenten , Asch, Buurmalsen, Bure n, Gh-
l enbor g, Er i chem, T r i c h t , en Zoelmond, en daarin 7000
zielen. Men heeft er 7 kerken welke door 8 Predikanten bediend
worden.
CULENBORG, C u y l e n b u r g of K u il e n b u r g , voormalig afzonderlijk graafs.
waaronder ook de later daardoor afgescheiden thans onder Zaid-Holland
behoorende , d. Everdinge en Zijdeveld behoorden, overigens gelegen
in de prov. Gelderland, Benedendisirict, kw. en arr. Tiel,
kaut. Culenborg, palende N. aan de Lek, 0. aan het graafs. Buren ■,
Z. aan het ambt van Beest-en-Renoy, W. aan de heerl. Vianen.
Dit landscbap behoorde oudtijds tot het graafs. Teisterbant, en de
eerste lleeren , die het bezeten hebben, zijn gesprolen uit het geslacht
v a n B e u s i c i i e s i . R o e l o f , laatste Heer van Bensichem, huwde zijne eenige
dochter Ida uit. aan Ar.Ar.», Heer van Buren, met toezegging , det zij
de heerl. Beusichem, na zijn overlijden ; als hruidsehal zonde erven.
Doch toen hem daarna , buiten vermoeden, een zoon geboren werd , wien
hij den naam H u j b e r t gaf, bouwde hij voor dezen, mede tot een erf-
deel, in het jaar 1144 p eene kleine stady waarbij hij een aantal landen
voegde , alien in het beneden einde zijner heerl. gelegen , en maakte
hiervan eene afzonderlijke heerl. welke hij den naam van G u n ; n b o r g
gaf, waardoor R o e l o f als eerste aanlegger en H u i b e r t als eerste Heer
van C u l e n b o r g kan worden gehouden , des laatsten zoon , J o h a n de tweede
Heer, bouwde tot gerief der inwoners zijner nienwe stad eene kerk,
welke aan St. B a r b a r a werd toegewijd, terwijl diens zoon en opvolger,
H u i b e r t II, lot versterking zijner stad , ten jare 1271, een kasteel
bouwde aan de westzijde , hetwelk 80 jaren daarna door J o h a n II I, den
zevende Heer, wederom is afgebroken , en verplaatst aan de oostzijde
der stad; terwijl deze Heer zijne stad mede heeft vergrool aan de Doord-
zijde met eene voorstad, onder den naam van Havendijk.
Zijn broeder G e r r i t I , de achlSte Heer, gaf, omstreeks het jaar
1387, aan de stad de verdere uitbreiding, door den aanleg eener nienwe
.voorstad, aan de zuidzijde, met den naam van Ni euws t ad of
•Nieuwpoor t , en slichte daarin eene kerk, toegewijd aan St. J oh
a n n e s den Dooper. —- Het grootste gedeelte der middenstad , met de
daarin staande' kerken, te weten de St. Barbara- en St. Peters- of
•gastbuiskerk ten jare 1422 afgebrand zijnde, zijn de twee kerken
door J oran IV, den tienden Heer op eigen kosten wederom opgebouwd.—
Het geslacht der eerste Heeren van C u l e n d o r g , met E l i z a b e t h oudste
dochter van Jasper de twäalfde Heer, in 1884 ■uitgeslorven zijnde,
als zijnde zij, ofschoon tweemalen gehuwd , steeds kinderloos gebleven ,
kwam deze heerlijkheid aan het huis Va n P a l l a n d door eene andere
dochter van Heer J a s p e r en zuster van E l iz a b e t h , A n n a genaamd , gehuwd
met Heer J a n van Pailand, wiens kleinzoon, F l o r i s I v a n P a i l a n d , in
1888 door Keizer K a r e l V , tot eersten Graaf van C u l e n b o r g , Verheven
werd. Deze was een der voornaamste Nederlandsche Edelen , die zieh
onderling verbonden hadden , oiu de Spaansebe geweldenarij te keer
te gaan , om welke reden hij, in het jaar 1868 , door den Herlog v a n
A l v a , voor eeuwig uit het land gebannen werd. Zijn buis te Brussel,
waar de verbondene Edelen dikwijis vergaderd waren geweestwerd,
volgens een vonais van den bloedraad ten gronde toe gesiecht, en op
de plaats , waar bet gestaan had , een marmeren gedenkzuil opgerigt,
met een opschrift, waarin de gedaehtenis der verbonden Edelen , met
smadelijkebewoordingen, verfoeid Werd ; doch dit gedenkteeken is nader-
band door het Volk omver gerukt en vernield. De Graaf van C u l e n b o r g ,
na dat F i l i p s II door ’s Lands Staten afgezwoien was, in zijn graafschap
terug gekeerd zijnde , is , in het jaar 1898, op zijn huis te C u l e n b o r g
overleden (1). F l o r i s I I , de zoon des vorigen, den 4 Junij 1639,
zonder kinderen overleden zijnde, had den oudsten zoon van Graaf
W o l r a a d v a n W a l d e k , F i l i p s T h e o d o o r , als zijnen naasten bloedverwant
van moeders zijde, tot zijnen erfgenaam verklaard, en deze volgde
hem ook dadelijk in de regering op. Na F i l i p s T h e o d o o r , kwam
zijn zoon H e n d r ik W o l i ia a d , en deze, geene kinderen nalatende ,
werd door zijns vaders broeder, G e o r g e F r e d e r i k ", Graaf®«» Waldek,
Yeldmaarschalk der Nederlandsche Republiek en Gouverneur van Maastricht
(die in 1682, door Keizer L e o p o l d , tot den Rijksvoi'stelijken-
stand verheven werd), in de Regerihg opgevolgd. Na diens doocl, welke
in 1692 voorviel, kwam het graafschap C u l e n b o r g (doordien deze Vorst
geene zonen, maar drie dochters naliet) aan zijne oudste dochter,
L o u is e A n n a , gehuwd met G e o r g e , Graaf van Brpach, die ook in Nederlandsche
krijgsdienst was y en , deze in het jaar 1714 zonder kinderen
overlijdende, aan E r n s t F r e d e r ik v a n S a k s e n - H il b o r g h a u s e n , eeiicn
zoon van S o p r ia H e n r i e t t a , de middelste dochter van G e o r g e F r e d e r i k ,
Graaf van Waldek, die gehuwd was met E r n s t , Hertog van Saksen-
Hilborghausen, welke het bezeten heeft tot in het jaar 1720, toen hij
het , voor 800,000 gulden, aän de Staten des kwartiers van Nijmegen
verkocht, die, in het jaar 1748, dit graafschap ten geschenke gaven
aan W i l l e m K a r e l H e n d r ik F r i s o , Prins van Oranje, waardoor het
later bij de Domeinen van dit Yorstelijk huis is ingelijfd.
Uit de leenbrieven van 1441 kan men de grenzen def heerl. C u l e n b
o r g zien, en welke goederen van het graafschap ter leen gehouden
werden , maar ook een gedeelte van die heerl., namelijk : Eve r di n -
g e n , Golberdingen en Gaspaerde (lhans Asperen), was leen
der graaflijkheid van Holland. Onaangezien dezen leenband oefenden
de Heeren van C u l e n b o r g - alle territoriale regten binnen hunne heerlijkheid;
bij Vj in de jaren 1318, 1416 en 1456 gaven zij keuren
aan de stad en in 1413 aan Everdingen; ook droegen zij noöit
iets in de gemeene lasten van Gelderland. Desnieltegenstaande kan
men niet ontkennen, dat er ,eenige betrekking tusschen hen en dat
(1) Men zie voorts o v e r hem te Water, Historie v a n h e t verb a n d e n de sme&kschriften der
E d e le n , St. I I , -bl. 2 0 3 -2 8 S , en St. IV , b l. | | 9 , 2 SO, 422 , 4 * 8 -4 3 0 , e n Mr. J , S c s e l tb m a ,
S ta d tk u n d ig N ed e rla n d , D. I I, bl* 164 en 611.