CELLE (MIJNE-HOOP-EN-), verl. houlgr. in Nederlands-Guiana,
kol. S uriname. Zie M i j n i>-Hooi>-e n - C e l l e .
CELLEBAR, d i s t . en s t . in Oost-Indie. Zie S e l i b a r .
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Amsterdam, waar-
oan nog de zoogenaamde Cel lebroeder s teeg herinnert, in de Nes
bewoond door A l e x ia n e n of Monniken van de orde des H. A l e x iu s die
Cellebroeders genoemd werden , naar de menigte cellen, die hunne kloos-
ters bevatleden.
Be Conventualen hadden het opzigt over h et , noordwaarts aan hun
klooster belendende , St. Pietersgasthuis en waren inzonderheid belast
met de oppassing van kranken , die door de pest of andere besmettelijke
ziekten aangetast waren ; weshalve zij in de Oude kerk , bij de Zuider-
deur, in de Smidskapel, eene afzonderlijke plaats hadden , die geheel
van de kerk was afgescheiden. Ook was het bun niet vergund onder het
volk te komen., dewijl zij niet alleen de kranken en besmelte lieden
dienden, maar ook de dooden moesten uitkleeden en begraven.
De gebouwen van dit klooster zijn na de Hervorming verbouwd tot
burgerwoningen.
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Delft, in het
midden van de Cellebroedersteeg.
Het klooster , de kerk en alle de verdere daartoe behoorende gebouwen
zijn, op het laatst der zestiende eeuw | afgebroken en door
b u r g e r h u i z e n en tu inen vervangen.
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Deventer, ip de
Neurenburgefslraat.
Door het afbreken van dit klooster hebben de liuizen , naast aan de
Nieuwemarkt gelegen, grootere ruimte gekregen.
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Dordrecht, in
de Dolliuisstraat.
Dit klooster, dat slechts door acht broeders bewoond werd , moet
reeds in het begin der vijftiende eeuw gesticht zijn; althans het wordt
reeds in hetjaar 1441 vermeld. Naast dit klooster stond een D o l u u i s ,
waarover de broeders het opzigt hadden. In het ja a r l6 7 l is het tot een
T u c b t h u i s ingerigt. Thans dient het tot eene B l a a u w s e l f a b r u k
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Haarlem, in de
Jacobijnenstraat.
Tot stichting van dit klooster was,, in het jaar 1496, door den
Parochiaan (Pastoor) N ic o l a a s R u it e r verlof verleend. De Lat i jnsche
school , die vroeger in de Smeestraat was, is omtrent het einde der
zestiende eeuw in de gebouwen van dit klooster overgebragt •, terwijl
de overige gebouwen „ die tot dit klooster behoord hebben, in woon-
huizen veranderd zijn.
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster, te Kampen.
Dit klooster werd gesticht door G e e r l o f v a n d e b V e n n e , die het in het
jaar 1476, begon te bouwen, waartoe bij zijne eigene en andere daartoe
gekochte huizen gebruikte. In Re kerk van dit klooster waren
drie kerkdiensten gesticht, als die van St. L a z a r u s , waar drie Bedie-
naars op leefden, die alle drie tot het lezen van drie wekelijksche missen
verbonden waren ; een aan bet altaar van St. A nna , waarvan de
Bedienaar gebouden was vijf missen ter week te lezen ; en eene aan het
altaar van St. A u g u s t i n u s , die twee Bedienaars had , en ze beiden tot het
lezen van vier missen verpligtte. Na het afschaffen van dit klooster , op
het laatst der zestiende eeuw , is het B u b g e b w e e s h u i s daarin overgebragt,
nit een gebouw in de Hofstraat, hetwelk vroeger daartoe ingerigt was.
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Leyden, op de Cel,
lebroedersgracht, in de wandeling meestal de Broedertjesgracht gebeeten.
In het ja a r 1689 is dit klooster verbouwd to t een collegie voor
Studenten in de godgeleerdheid , die er op ’s Lands kosten gehuisvest
waren en hunne Studien v.olbragten, waarom het toen gemeenlijk het
S t a t e n - C o l l e g i e genoemd werd. Deze inrigting echter , in het ja a r 1796 ,
vernietigd zijnde, zoo zijn de gebouwen , sedert het ja a r 1808, to t
eene R i j s c h o o l e n W o n i n g v o o r d e n R i j m e e s t e r o f P i k e u r gebruikt.
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Maastricht, in
de Brusselschestraat.
Het was in het jaar 1487 door J o h a n v a n H o o r n gesticht. De kloos-
terlingen leefden naar den regel van den H. A u g u s t in u s , doch niet
geordend zijnde, konden zij niet anders, dan als Lekenbroeders be-
schouwd worden. Om die reden mogten zij zelven geen dienstwerk in
hunne kerk doen, hetwelk door eenen Kruisbroeder van het naastbij-
staande klooster daarin waargenomen werd. Hun voornaamste werk
bestond in de zieken, al waren zij ook aan de pest lijdende, in hunne
huizen op te passen ; waarvoor zij , behalve vrye kost., ook hun dage-
lijksch loon, ten voordeele van het klooster, ontvingen. Ook werden
zij gebruikt, om dooden te ontkleeden en de lijken naar de begraaf-
plaats te dragen. Hun klooster diende mede tot hewaarplaals voor
zinneloozen , als ook tot verbeterhuis van lieden , die een ongeregeld leven
leidden. Voor deze verschillende diensten genoten zij eene jaarlijksche
vergoeding van 60 Luiksche guldens uit stads kas , alsmede bei regt, om,
van iedere ter markt körnende zak graan , eene soeplepel te nemen. Voorts
ontvingen zij eene schepmeel van ieder brouwsel, doch dit laatste onder
verpligting van alle zieke brouwers op te passen en ten grave te gc-
leiden , alsmede , eenmaal ’s jaars , de Meesters van dit gilde in het klooster
op het middagmaal te onthalen. In het jaar 1796 werd dit klooster
opgeheven. De gebouwen dienen thans tot L o m b a r d of B a n k v a n L e e n in g .
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Nijmegen, in
de Ileezelstraat.
Het werd, in het jaar 1 5 9 2 , tot een K b a n k z in n ig e n h u i s ingerigt,
waartoe het thans nog dient.
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. kloost. te T ie l, in de
Tolhuisstraat.
In het jaar 1465 werd aan de Cellebroeders van de orde des H. Aug
u s t i n u s ’ , door A d r i a a n d e D r o e m e e opgedragen een huis en erve in de
Achterstraat (thans de Tolhuisstraat), ter zijde den Tolhuishof, onder
voorwaarden ,, dat vier van die broeders daarin moesten wonen en
volbrengen de werken der barmhartigheid, door hunnen regel voorge-
schreven, zijnde het oppassen van kranken en van de ligchamen der
overledenen. Van dit klooster, dat zeker kort na de Hervorming ge-
sloten zal zijn, was het kerkje in het begin der zeventiende eeuw nog
aanwezig ofschoon niet blijkt waartoe het deslijds gebruikt werd , of
wanneer het, even als de overige gebouwen van dit klooster, in woon-
huizen is veranderd,
CELLEBROEDERSKLOOSTER, voorm. klooster te Utrecht, 1 in de
Lollestraat.y uitkomende aan den Stadsmuur.
Dit klooster had eene kapel, waarin een altaar van den II. A l e x i u s
was gesticht. Aan dit altaar was eene altijddurende vikarij of kapellanij
verbonden, tercerevan de Allerheiligste Drievuldigheid, van de H. Maagd
M a b i a , van St. J an den Evangelist, en van St. M a r t i n u s , Bisschop
van Tours. Deze vikarij bestond rceds in het jaar 1460, want in dat