CULUBRODE, oude naam van de voorm. hofstede K u l e n r o d e , in
de Meijerij van 's Hertogenbosch, prov. Noord-Braband. Zie K u l e n r o d e .
CUMBAVA of C u m b a w a , eil. in Oost-Indie, tot de Zuidwesler-
eilanden van Banda behoorende. Zie S u m b a w a .
CUMMINGE, in het Lat. C u h m in ü a , plaats, vermeld in een diploma
van het jaar 859, alwaar het genoemd wordt C u m m in r u m in p a g o
W e s t a r c r a in d d g a t a F k i s ia e , misschien wel moet men het zoeken ter
plaatse, waar tegenwoordig het geh. Cotm, in Franelceradeel, prov.
Friesland, ligt. Zie C o e m .
CUNERABERGJE, heuvel in het Overkwartier der prov. Utrecht,
4 min. 0 . van de stad Rhenen, van waar men een schilderachtig gezigt
op de stad en de rivier heeft.
CUPANAMA, riv . in Nederlands Guiana, kol. Suriname. Zie Cop-
PENATSE.
CURACAO, apost. prefectuur in West-Indie, zieh uitstrekkende
pver de eil. Cur a c a o , Bo n a i r e , Aruba en St. Eu s t a t i u s ,
mitsgaders over het Hollandsche gedeelte van St. Mar ten en Saba.
Deze prefectuur bevat 5 statién en 5 kerken, bediend wordende
door 5 Pastoors, 3 Kapellaans en 2 Assistenten, welke laatste, even
als een der Pastoors, bij gebrek aan Nederlandsche Geestelijken, Spaan-
sche Priesters zijn. Men rekent, dat deze prefectuur 16,000 zielen
bevat, hoewel het getal R. K. op St. Eus tat ius , St. Mar ten
en Sab a niet met zekerheid bekend is, als zijnde deze eilanden,
tot hiertoe, bij gemis van Priesters , van geestelijke verzorging ver-
stoken.
CURACAO, ook wel C c r a q e i r r a , Q u ir a q a o , C d r a s s a o , C o r r o s o e ,
(d. i. Zuurzak), K e r a k a o , K u r a s s a u , K c r a s s a o of C u r a z a o gespeld ,
eil. in West-Indie, het voornaamste der Curacaosche eilanden, ruim
10 geographische mijlen N. van de Noordkust van Zuid-Amerika,
liggende de noordelijkste punt op 12° 24' N. B. , en de zuidelijkste
punt op 12° 3' N. B. , de oostpunt op 81° V W. L., en de westpunt
op 51° 51' W. L.
Dit eiland strekt zieh van het N. W. ten W. naar het Z. 0 . ten 0.
in de lengte u it, is 9 geographische mijlen of 12 u. lang , de grootste
breed te beslaat nog geen 2£ u. , terwijl het op de smalste plaats
slecbts 4 u- breed is , de geheele oppervlakte bevat 8| vierkante
mijl. De längste dag is er 12 u. 23' 30", en de kortste 11 u. 167
30". De bevolking bestond op den 1 Januarij lSS^uit 18,027 personen
, zijnde 2602 blanken , 2701 vrije kleurlingen , 3830 vrije zwar-
ten en 8894 Neger; en Mnlattenslaven.
C u r a c a o schijnt ais uit den afgrond te zijn opgerezen, en is
rondom van eene zuivere, onpeilbaar diepe zee omgeven. De noord-
en noordwestzijde , die geheel ongenaakbaar is, heeft een bar en woest
aanzien en eene steile afgescheurde kust, doch aan de zuidkust eenige
baaijen, onder welke de voornaamste is de St. Anna baa ij voorts
heeft men er de Blaauwbaai , de Bocobaai , de Bul lenbaai ,
de F u i k b a a i , de St. J a n s b a a i , de Kn i p p c n b a a i , de St.
Rr u i s b a a i , de L u t j e s b a a i , de St. Mar t h a’ sb aa i , de St.
Miehiel sbaai , de Pi s c a d e r ob a a i , de P o r t o Ma r i a b a a i , de
Sp a a n s c h e b a a i , de Spaans c he p u t b a a i , de V a e r s e n b a a i ,
de Valent i jnsbaai de Westpuntbaai . Evenwel is de landing
zelfs ook aan de zuidzijde van de Oostpunt tot de Piscaderobaai, waar
men een laag strand heeft, moeijelijk , en door de uitgestrekte rotsen en
rillen, alleen in de St. Miehielsbaai, de Bullenbaai, de Porto Mariabaai
en de St. Kruisbaai mogelijk , daar deze voor harken en sehepen
bevaarbaar zijn. De overige baaijen kunnen slechts door kleine vaartuiweinige
kreken , längs welke bet water in den regentijd wegvloeit, droo-
(TCn spoedig weder uit. Aan de kust zijn nog de volgende binnemvatc-
ren ^ e t ^La g o e n of Groo t -Amb r e , het Lagoen b anco of
K l e i n -A m b r e , h e t S c h o t t e g a t en h e t S p a a n s c h e w a t e r .
Het water voor de sehepen wordt op C u r a ç a o van de plantaadjen
of tuinen gehaald, waar zeer groote putten zijn , die op eemgen at-
stand van het water liggen. Yan deze putten loopt eene gemetselde
„oot naar den waterkant, waar eene gemetselde waterbak is,_voorzien
van kranen , om het water in de vaten te laten loopen ; eenige man-
schappen scheppen dan het water met emmers uit den put en gieten
het in de goot, terwijl de barkas met ledige vaten voor den bak
JiFt waardoor men zeer gemakkelijk, met behulp van eene kleine
slan’g de vaten vullen kan. Het water is op C u r a ç a o echter met zoo
ii'oed 'als te Suriname , en wordt, Indien er eene lange droogte ge-
heerscht heeft, veeltijds brak en schadelijk voor de gezondhe^d. ^
De lucht wordt op Curaçao voor zeer gezond gehouden, De
wordt er door de zeewinden afgekoeld. Om de zes of zeven jaren ge-
beurt het echter welee.is dat de gele koorts, die verwoestende plaag
der verzengde luchtstreek, er zieh vertoont, en er alsdan vele slagt-
De grond bestaat voornamelijk uit kalkformatien, kalksteen of ko-
raal kalksteen en groensteen, uit welke laatste steensoort het grond-
gebergte gevormd is. De kalksteen, die later ontstaan is , loopt in
het midden van het eiland , dwars door het vroeger bestaan hebbende
geberete heen , en verbindt, door eene smalle strook lands van ^ u.
breedle , de beide deelen van Curaçao , die, zoo als hieruit ontegen-
zeegelijk blijkt, niet altijd aan elkander zijn verbonden geweest. Het
geheele eiland is zeer bergachtig , de voornaamste bergen zijn de St.
An t o n i e b e r g , de St. C h r i s t o f f e l b e r g , de Groene er g, , e
Gr o o t e b e r g , de K ab r iete nb e r g , de Rl e i neb erg , de Mid-
d e n - s e i n po s t , de No o r d k a n t b e r g , de Oo s t - s e i n p o s t , de
Pr i e s t e r b e r g , de Ronde K l i p , de T a f e l b e r g , St. Hiero-
u i m o , de Ve er i sberg en de Zwa r t eb er g . _ Aan de Noordoost-
en Westkanten treft men eenige bosschen aan, die genoegzaam brand-
hout opleveren. De Noordzijde van het eiland is rotsachlig , geheel
kaal en onvruchlbaar. Aan de Zuidzijde vindt men eenige teelaarde ,
op de hellingen der bergen en in de valeijen , welke laatste het voch-
iigste en alzoo tot bebouwing het geschiktste zijn. Men. heeft op het
eiland koper-en ijzermijnen, die eehter niet bewerkt worden. Yoorts
vindt men er syeniet, porfier, caliedon , bergkristal enz. Ook vertoo-
nen zieh hier en daar, in e.nkele groensteensoorten, glinsterende kwarz-
kristallen. Het voornaamste voortbrengsel uit het delfstofrijk is echter
het zout, dat hier in overvloed gewonnen wordt, hebbende men jner
vele zoutpannen, die een zeer beider en zuiver zout uitleveren, kalk
is hier mede zeer goed , en men treft er natuurlijke traslagen aan,
welke eene zeer deugdzame bouwstof opleveren.
Curaçao is wegens gebrek aan regen, veroorzaakt door de läge
waardoor de wolken met eenen Sterken oostelijken wind er
over heen waaijen , voor alle bebouwing ongeschikt. Te voren werd
er nog wel indigo, katoen en cacao aangeboüwd, thans echter bijna
volstrekt niet. Men legt er zieh echter, in den regentijd, voornamc