oorlog en ook later versterkt, genomen en bezet. De Drost van Wes-
terwolde , welko door de stad Groningen werd aangesteld, plagt bier
■te wonen , van waar het zijnen tegenwoordigen naam ontleent. Dit
bield op in 1811, sedert welken tijd de stad Groningen het huis
verhuurde aan verschillende personen, tot dat zij het in 1829 verkocht.
In den voorgevel van eenen vcmr het huis staanden toren
ziet men nog het wapen van G eorge S chenk van T ootenborg , met het
jaartal 1341.
Dit slot, hetwelk met zijne onderhoorighedcn eene oppervlakte be-
slaat van 2 bund. 86 v. r. 26 v. ell.'J wordt tegenwoordig in eigen-
dom bezeten en bcwoond door den Heer en Mr. A rnold H endrik K oning.
DROSTENBURGbuitenverblijf in het Oldambt, prov. Groningen,
arr- en 2 j u. W .v a n Winschoten , kant., gem. en 10 min. N. van
Zuidbroek , waarloe het behoort.
De grond, waarop deze behuizing is gebouwd, is voorheen het eigen-
dom geweest van de Gockjnga’s , die daar als toen een slot hehben bezeten
, hetwelk meer dan eens, in onrustige en onzekere tijden, is
■belegerd geweest. De plaats van dit huis komt op oude kaarten voor
■en wordt in den omtrek ook nog in het spraakgebruik aangeduid on-
der den naam van Gockikga- heerd.
Een dezer Heeren Gockinga , met name E jold of E elke , wonende
op zijn slot' te Zuidbroek, bekleedde de waardigheid van Hoofdling
(Capitaneus), welke de regtstoelen in het Oldambt bezaten ; bij was
huiten kijf de magtigste heer van het Oldambt en de partij der Vet-
koopers, in bun geschil met de Schieringers, toegedaan. In bet jaar
1401 werd zijn kasteel te Zuidbroek, door de Schieringers en die van
Groningen, geheel verwoest j — dit verwckte zulk eene vreugd,
yit aanmerking van de groote magt van dien Hoofdling, dat de ver-
jaring van de inneming en verwoesting van dit kasteel , een tijd
lang, in de stad Groningen op eene plegtige wijze gevierd is. —>
Ten gevolge der toen geslotene overeenkomst, trad echter de slad ,
eerst m 1444, toen E ppo Gockinga stierf, in het bezit der goederen en
heerlijkheden van genoemde geslacht, en , toen zij over het haar on-
derhoorige Oldambt het bestier aan Afgevaardigden uit haren Raad,
-onder den naam van Drosten, toevertrouwde, heeft zij hun deze plaats
ter woning aangewezen , waarvan de tegenwoordige benaming van D ros-
tenborg is afgeleid. Sedert in een gewoon heerenhuis veranderd, hidden
de Drosten aldaar hun verblijf, tot in 1811", na welken tijd het
Buis verhuurd en den 29 Julij 1813 geheel verkocht werd , met de daarbjj
hehoorende gronden, alles te zamen groot zeven en een halve deimt en
vier en zestig roeden, aan den Koopman J an R einders ; terwijl het
thans, met de daartoe hehoorende gronden , eene oppervlakte beslaat
van 6 bund. 27 v. r. en in eigendom wordt bezeten door de kinderen
van wijlen den Heer O kno R eint van I ddekinge , te Groningen , doch
des zomers bewoond door Mr. T. S vpkens , Lid der Eerste kamer van
de Staten-Generaal.
DROSTENDIEP, riv., prov. Drenthe, dat in de gem. Zweeloo, ten
W. van Wesup en hetd. Zweeloo entspringt. Het loopt längs Zweeloo,
Aalden , het huis de Klenke , tussehen Wachtum en den Hool door, tot
dal het zieh , in de gracht der vesting Koevorden ontlast, nemende dit
water inmiddels onderscheidene belangrijke beken op.
DROUWEN, geh. in Oostermoerderdingspil, prov. Drenthe, arr.,
kant. en 3£ u. 0. Z. 0. van Asien, adui. kant. en 3£ u. ten Z.
van Dalen, gem. en | u. N. van Borger, met ruim 500 inw $sh*-SsQ
Men heeft hier eene school die gemiddeld door 98 kinderen bezocht
wordt.
DROUWEN-DER-DIEP, stroomtje in Oostermoerderdingspil, prov.
Drenthe. Zie D rocwener- d iep .
DROUWENDER-MOND of D rodwener- h o n d , veenkolonie, gedeeltelijk
in de prov. Groningen, aan het zoogenaamde Stads-kanaal en gedeeltelijk
in de prov. Drenthe gelegen, längs het Hoofd-diep, hetwelk in de
D rocwenerveenen wordt opgeworpen en in het Stads-kanaal invalt.
Deze kolonie is nog in bare eerste ontwikkeling. De bevolking beloopt
nog slechts ongeveer 100 zielen,
BROUWENDER-VEEN, geh. in Oostermoerderdingspil, prov. Drenthe.
Zie D rouwener-veen.
DROUWENER-DIEP of D rocwender- diep , stroomtje in Oostermoerderdingspil,
prov. Drenthe , dat ten zuiden van Westdorp ontstaat,
van daar in eene noordelijke strekking voortloopt, en medewerkt om
de Oostermoerschevaart te vormen.
DROUWENER-MOND, veenkolonie, gedeeltelijk in de prov Groningen,
gedeeltelijk in de prov. Drenthe. Zie D rouwender-mond.
DROUWENER-VEEN of D rocwenerveen , geh. in Oostermoerderding$
spil, prov. Drenthe, arr., kant. eir 4 u. 0. Van Assen, gem. en 1^
[b/j u. N. 0 . van Borger; met/ruim^OO inw.
/ * In het jaar 1823 is hier eene Maatschappij opgerigt, die de naam
droeg van Drouwener-veen -Maatschappij , en welke ten doel had
het aankoopen en ter snede brengen van hooge veenen in de marke
van Drouwen , het veen te verkoopen en dan later, de ondergrond
te bebouwen en te verhuren , of ook wel weder te verkoopen ; doch
eerlang is deze maatschappij weder ontbonden, nadat zij echter de
scheiding der D rouwenderveenen had uitgewerkt. Ten gevolge waarvan
de ontginning der groote veenmassa, onder dit gehuebt gelegen, een
aanvang heeft genomen en reeds de heginselen van eene belangrijke
veenkolonie heeft daargesteld. Zie D rodwender-mond.
DRUINEN, d. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Oisterwijk,
prov. Ngord-Braband. Zie D rohen.
DRUlNEN (HUIS-TE-), adell. h. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch,
kw. Oisterwijk, prov. Noord-Braband. Zie D rohen (H ois- T e - ) .
DRUISDIJK , meestal enkel D ijk genoemd, geh. in de har. van
Breda, prov. Noord-Braband, arr. en 4 u. Z. 0 . van Breda, kant.
en 3 u. 0. Z. 0 . van Ginneken, gem. Alphen-en-Riel, \ u. N. ten 0 .
van Alphen, waartoe het behoort.
DRUIVEN STEINSCHE-BOSSCHEN, bosschen in Rijnland , prov.
Zuid-Holland, gem. Hillegom.
DRUL, buurs. in het Rijk van Nijmegen, prov. Gelderland, kw.,
distr., arr., kant. en 2 u. Z. Z. 0. van Nijmegen, gem. Groesbeek;
met 28 h. en 160 inw.
DRUMMEL , d. in het Land tusschen Maas-en-Waal, prov. Gelderland.
Zie D reohel.
DRUMMELEN, d. in de heerl. Drimmelen-en-Standhaze, prov.
Noord-Braband. Zie D rimmeeen.
DRUMPT of D rempt , oudtijds R üeend of R ond genoemd, d. in den
Tielerwaard, Benedendistrikt der prov. Gelderland, arr., kant. en J
u. N. W, van Tiel, gem. en ongeveer 1 u. N. 0. van Wadenoijen ,
aan den weg van Tiel op Utrecht.
Het is geen geregeld dorp, de huizen en boerenwoningen staan er
hier en daar verspreid. Men teil er in het eigenlijke d. 72 b. en on